nauwkeurigheid wordt dan verkregen door vele
malen herhaling van de meting en daarvan het
gemiddelde te nemen.
De komst van aanvankelijk de radioplaats-
bepalingsmiddelen als Decca Survey, Decca
Hifix, LORAN en dergelijke, satellietnavigatie
en tenslotte tegenwoordig GPS heeft het
gebruik van de sextant in de hydrografische
praktijk (vrijwel?) geheel verdrongen. Dat is
dus weer een brok geschiedenis van de natte
geodesie.
Onder De Hilsters bijdrage op de vraag
"Hoe oud is de theodoliet (en was de dioptra
er ook één)?" in DHC 2012-4 p. 137-138
heeft de redactie mijn eerste reactie hierop
geplaatst. De vraag die nu nog open staat is:
Wat gebeurde er met de hoekmeetinstrumenten
na het bouwen van de pyramides in Egypte
en het bouwtechnische indrukwekkende
vervolg hierop van de Grieken, Romeinen en
Byzantijnen, zo ruwweg in de periode 500-
1500?1
In de Middeleeuwen speelde de staat Venetië,
met haar handelsmonopolie op het Oosten
en haar navigatieschool, een belangrijke rol
in de toegepaste astronomie. Venetië reikte
daarmee de wetenschappelijke springplank
aan om de oceanen te gaan bevaren.2 Met
de introductie van zee-/portolaankaarten
werd voor de systematische aanleg van
havens, fortificaties en de erbij behorende
infrastructurele voorzieningen een niet meer te
stoppen historische ontwikkelingsgang ingezet.
Vanaf Columbus en Vasco da Gama werden
vervolgens, met behulp van de astronomische
plaatsbepaling, oceanen bevaren en verre
kusten en lokale zeehavens in kaart gebracht.
De oplossing van de nu gestelde vraag is,
naar mijn mening, te vinden binnen de vraag:
Wie gaven, in de Middeleeuwen, richting en
inhoud aan de astronomische plaatsbepaling
als basis voor het construeren van zeekaarten?
Het antwoord hierop is: astronomen en
wiskundigen, waarbij Claudius Ptolemaeus
(rond 150 na Chr.) al een zeer prominente
rol speelde en tot ver na de Middeleeuwen
intensief bestudeerd werd bij navigatiescholen
en universiteiten.
Misvatting
Wat door vele schrijvers ingevuld wordt
met: "tot het einde van de Middeleeuwen,
de start van de boekdrukkunst, gebeurde er
niets", is een misvatting. Op het einde van de
Middeleeuwen waren er in Europa al zo'n 80
universiteiten, waarvan er vele astronomen/
wiskundigen in dienst hadden. Een aantal
rekenvaardigheden, met name het meten van
verticale en horizontale hoeken, met als basis
de zon, maan en de vaste sterren om daarmee
de astronomische tijd en geografische posities
te berekenen, was niet alleen bij Europese
universiteiten, maar ook bij vele ver buiten
Europa gelegen oude culturen bekend. Al in
de tijd van Ptolemaeus werden met de zon,
maan en vaste sterren de astronomische tijd
absolute tijd) en duizenden geografische
posities berekend. De belangrijkste
astronomische hoekmeetinstrumenten waren
de kwadrant, die al door Ptolemaeus gebruikt
werd, en de wat later ingevoerde astrolabe, met
als oudste exemplaar de door David A. King
beschreven "Bagdad-astrolabe", uit 780 na Chr.
Hierbij dient men zich te realiseren dat zonder
sterrentafels het gebruik van een kwadrant of
zeeastrolabe zinloos was en er geen astrolabe
geconstrueerd kon worden. Hierdoor ziet
98
Wigo van Gent
1 Deze vraag is eerder o.a. door ir R. Lunshof, bij de bespreking van het boek Edmond R. Kiely, Surveying instruments, 1947 (TKL
1951 p.187-190), ter sprake geweest. Door Kiely werd echter geen verband gelegd tussen de astronomische plaatsbepaling op
het land en de noodzaak voor zeevarenden om, met dezelfde vaste sterren, eveneens een astronomische plaats te berekenen.
Voorzover door mij nagegaan is dit onderwerp voor 2003 niet in DHC-digitaal aan de orde geweest.
2 De vierde Kruistocht in 1203-1204 speelde hierbij een belangrijke rol. Op aandringen van de Paus werden in Venetië 450
speciale tranportschepen en 50 oorlogsgaleiën gebouwd om 12.000 Franse soldaten met hun duizenden paarden naar
Constantinopel (nu Istanbul) te verschepen. In 1204 werd, onder leiding van de Venetianen, Constantinopel veroverd en
geplunderd. Het ver uit de kust over grote afstanden navigeren met behulp van de vaste sterren was noodzakelijk bij de
lucratieve handel op het Oosten en werd onderwezen op de navigatieschool van Venetië.