- bevordering van de werkgelegenheid;
- export van know-how.
De werkgroep moet vóór 1 juni 1984 haar rapport uit
brengen.
Privatisering bij andere instanties
Naar ik meen, zijn bij de andere eerdergenoemde op
drachtgevende instanties in ons vakgebied, met uitzon
dering van Staatsbosbeheer, nog geen privatiserings-
onderzoeken gaande. Wij kunnen ons voorstellen dat de
Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat hier niet aan
ontkomt. De huidige bewindsvrouwe loodst graag in dit
woelige vaarwater. Ogenschijnlijk kan een belangrijk
deel van de werkzaamheden van de Meetkundige Dienst
worden overgedragen aan het bedrijfsleven. Ook hier
lijkt de uitbestedingsvariant het eenvoudigst te hanteren.
In het recente verleden werden reeds aanzienlijke pak
ketten nauwkeurigheidswaterpassing en hoogtekaarte-
ring op de markt gebracht, maar dat is momenteel niet
meer het geval. Ook hier speelt het eerder vermelde fe
nomeen van bezuiniging op uitbestedingsbudgetten.
Inschakeling van Nederlandse hydrografische bureaus
door Rijkswaterstaat is mede in verband met de verster
king van de internationale marktpositie van deze bedrij
ven van groot belang. Zo wordt vanuit de marktsector
gepleit voor het betrekken van de bureaus bij de ontwik
keling van software, hetgeen tot uitbreiding van know
how en afzetmogelijkheden kan leiden. Opdrachten van
Nederlandse overheidsinstanties vormen ook voor bui
tenlandse opdrachtgevers belangrijke referentiebakens.
De aanpak van privatisering bij de provincies omvat, zo
als wij onlangs in Elseviers Weekblad lazen, de volgende
vier fasen:
1. het kiezen van activiteiten die voor onderzoek naar
eventuele privatisering in aanmerking komen;
2. het onderzoek zelf;
3. de besluitvorming;
4. de uitvoering, indien tot privatisering is besloten.
Hoewel dit verdacht veel lijkt op het intrappen van een
open deur, zal de ervaring wel zijn dat die deur in de
meeste provincies nog is gesloten. Anders had de Inter
provinciale Werkgroep Privatisering/Profijtbeginsel dit
niet behoeven op te schrijven in het rapport „Privatise
ring: van leuze tot keuze?".
Volgens de werkgroep zijn er vooral privatiseringsmoge
lijkheden bij activiteiten van interne afdelingen ten be
hoeve van het provinciale apparaat zelf. Een algemeen
oordeel over privatisering is echter volgens de werk
groep niet te geven; ieder geval moet op zichzelf worden
bezien.
Het rapport opent geen nieuwe gezichtspunten, maar de
burger die in kort bestek iets over privatisering wil we
ten, heeft er wel iets aan. Bovendien zijn de resultaten
opgenomen van een enquête onder alle provincies,
waaruit blijkt welke activiteiten nu al geheel of gedeelte
lijk zijn geprivatiseerd en welke voor privatisering in aan
merking komende activiteiten de provincies nog in eigen
beheer uitvoeren.
Om motieven pro en contra bij gemeenten te tonen ont
leen ik uit de „Werkgever" van 12 april 1984 het volgen
de verslag van een privatiseringscongres op 4 april 1984
in Rotterdam.
Het geheel stond onder leiding van prof. Boorsma. Hij
somde enkele motieven op die pleiten voor privatisering,
zoals de kostenbesparing, terugdringing van de collec
tieve sector en versterking van de marktsector. De con
clusie uit de gehele congresdag is echter, dat er in de
praktijk maar één dwingende kracht blijkt te zijn achter
de privatisering en dat is de bezuiniging. Privatisering le
vert geld op en dat is wat telt. Afslanking van het over
heidsapparaat en vergroting van de bestuurskracht zijn
argumenten die op gemeentelijk niveau nauwelijks aan
slaan.
Ook Boorsma meent, dat vooral door de bezuinigings-
problematiek de belangstelling en de politieke bereidheid
voor privatisering zijn gestegen. Interessant was het be
toog van de Amerikaan Donald Fisk van het Bureau of
Labour Statistics, die speciaal was belast met produktivi-
teitsmetingen. Fisk hield weliswaar een gortdroog ver
haal, maar het steunde in ieder geval op een overvloed
aan cijfermateriaal. Daaruit bleek, dat men in de Vere
nigde Staten al veel verder is gevorderd met verschillen
de varianten van privatisering, met als meest extreme
voorbeelden de steden La Mirada en Lafayette. Dit zijn
twee zogenaamde contract cities, die letterlijk alles op
contractbasis uitbesteden en waar het gemeentelijke ap
paraat dan ook vrijwel alleen bestaat uit een paar mana
gers en controleurs die daarvoor zijn ingehuurd.
Cijfermateriaal betreffende ingenieursdiensten ontbrak
op een paar uitzonderingen na vrijwel geheel in de
Nederlandse inleidingen. Die uitzonderingen betroffen
de onderzoekingen van IME-Consult naar de kostprijs-
verschillen van huisvuilinzameling en van ingenieurs
diensten door de publieke of door de particuliere sector.
Bij de ingenieursdiensten blijkt de BTW voor de kostprijs
van doorslaggevende betekenis te zijn, omdat daardoor
de uurkosten van het particuliere ingenieursbureau be
duidend hoger komen te liggen dan de uurkosten van bij
voorbeeld een provinciale waterstaat.
Overigens heeft de recessie niet alleen de privatiserings
tendens bevorderd, maar ook geleid tot een tegenover
gestelde ontwikkeling, namelijk het aanbieden van over
heidsdiensten op de binnen- en buitenlandse markt.
Vanwege de onderbezetting van menige ingenieursstaf
bij de overheid hebben vooral de particuliere ingenieurs
bureaus last van deze in hun ogen oneerlijke concurren
tie. Ik meen dat wij, enerzijds om deze reden en ander
zijds vanwege bezuinigingen op het uitbestedingsbudget
van het Kadaster, ook bij de vervaardiging van de GBKN
een dergelijk verschijnsel kunnen opmerken.
De kritische geluiden over privatisering komen, niet ge
heel onbegrijpelijk, meestal van de ambtenaren en hun
vakbonden. Of zoals het hoofd van de afdeling Organisa
tiezaken van Rotterdam verklaarde:
,,Het personeel is tegen omdat men vreest er slechter
van te worden; de vakbonden zijn tegen omdat ze de be
langen van het personeel behartigen en het manage
ment is tegen omdat ze het als een blijk van wantrouwen
ervaren".
Zo nuchter en zakelijk werd het door de andere ambte
lijke vertegenwoordigers meestal niet naar voren ge
bracht. Vanwege de „complexe materie", het „alge
meen belang" of het „individueel welbevinden" was pri
vatisering van sprekers terrein niet mogelijk. Voeg daar
aan toe rechtszekerheid, onpartijdigheid, zorgvuldig
heid, enz. en we zijn „thuis".
Uit de praktijkvoorbeelden die op de congresdag werden
aangedragen (Rotterdam, Capelle, Zeist) bleek duidelijk,
dat privatisering alleen maar een kans van slagen heeft
als de bestuurder, de burgemeester of wethouder, er
achter staat. Hij moet gemotiveerd zijn en overtuigd van
de voordelen van privatisering. Is hij dat niet, dan zal hij
NGT GEODESIA 84
245