heid ten aanzien van de kaartering van deze grens. Om dit op een juiste en betrouwbare wijze te doen, zijn spe cifieke kadastrale kennis en soortgelijke ervaring vereist. Deze akteposten zijn dus niet uit te besteden. Bij gemak kelijke akteposten (bijv. in recent hermeten gebieden) ligt dit anders. Er zijn dan recente archiefstukken die vaak slechts op één wijze zijn te interpreteren, er zijn (nog) geen juridische problemen en de meting kan tech nisch gezien eenvoudig zijn. Uitbesteding is m.i. dan ook mogelijk, met uitzondering van de aanwijs van de nieuwe grens door partijen die, vanwege de juridische en kadastrale betekenis, door het Kadaster zelf moet worden „gehaald". Dit zou weer tot een grote ondoelmatigheid leiden, nl. twee keer terrein- bezoek respectievelijk door het Kadaster (aanwijs) en de particuliere landmeter (meting). Daarnaast speelt de financiering een rol. Voor ambtshalve metingen wordt een tarief in rekening gebracht (versluierd in het kadastraal recht bij overschrij ving van een akte) volgens het Besluit Kadastraal Recht. Dit tarief is voor elke burger hetzelfde (het gelijkheids beginsel), of „zijn" grenswijziging nu veel of weinig kost. Dat betekent, dat het Kadaster verlies lijdt op de moeilijke en geïsoleerde akteposten, en winst maakt (al thans quitte speelt?) op de gemakkelijke en dicht bij el kaar liggende akteposten. Aangezien de soorten akte posten uit doelmatigheidsoverwegingen niet zozeer kun nen worden gescheiden, en er bedrijfseconomisch ge zien een samenhang bestaat, leidt dit alles tot mijn standpunt dat de akteposten behoudens uitzonder lijke gevallen niet moeten worden uitbesteed. Ruilverkaveling Het landmeetkundig en kartografisch werk in ruilverka velingen betreft globaal gesproken het werk ten behoeve van de lijst van rechthebbenden (blokgrens, eerste schatting e.d.), het vervaardigen van het Werkplan II (topografisch kaartmateriaal met o.a. de blijvende ka dastrale grenzen), het plan van toedeling (toedeling en kavelkaarten, de kaveluitzetting) en de aktepassering (kadastrale kaarten). Mijn standpunt is, dat de werkzaamheden met betrek king tot het Werkplan II en de kaveluitzetting daadwer kelijk kunnen worden uitbesteed. Daarmede is overigens ook al veel ervaring opgedaan. Naar mijn inschatting is daarmede 60% van het totaal aantal mandagen lav, opn gemoeid, en gezien de bemoeienis van de binnen dienst met veel andere procedureonderdelen 30% van de mandagen lak. Kavelruil Dit betreft kleine, verspreid liggende opdrachten waar van het ondoelmatig zou zijn om tot uitbesteding over te gaan. GBKN-vervaardiging De vervaardiging van deze grootschalige topografische kaart leent zich in hoge mate voor uitbesteding. Daar mede heeft men thans ook al veel ervaring. Het Kadaster moet echter met het oog op zijn coördinerende taak een zekere technische know-how houden. Dat leidt tot mijn aanname dat hoogstens 80% van de bestede mandagen mag worden uitbesteed. GBKN-bijhouding Deze bijhouding geschiedt meer en meer geïntegreerd met de bijhouding van de kadastrale kaart. Dit levert niet alleen technische, maar ook kostenvoordelen op. Aan gezien de akteposten in mijn visie niet uitbesteedbaar zijn, geldt hetzelfde voor de GBKN-bijhouding. Prognose feitelijk uitbesteedbaar Na aldus de motieven voor continuering van de over heidsbemoeienis met sommige „technisch uitbesteed- bare" activiteiten te hebben toegelicht, kan uiteindelijk worden berekend welk gedeelte hiervan daadwerkelijk zou kunnen worden uitbesteed. Loonkosten Als boven. Tijdbesteding Wanneer de hierboven genoemde percentages worden toegepast, dan blijkt het volgende ten aanzien van de uitbesteedbare activiteiten: 16 838 mandagen 66 manjaar) lav 3 947 mandagen 15 manjaar) opn 34 290 mandagen (135 manjaar) Ima 3 923 mandagen 15 manjaar) ta 1 090 mandagen 4 manjaar) ir 19 111 mandagen 75 manjaar) lak Ondersteuning hoofddirectie De centrale diensten stonden bij „technisch uitbesteed baar" te boek voor 4,5 miljoen gulden (incl. ruim 1 mil joen uitbesteding). Het is duidelijk, dat de know-how bij deze diensten behouden moet blijven voor het Kadaster. Ik houd rekening met een verruiming van de daadwerke lijke uitbesteding tot 2 miljoen gulden. Hierbij zijn dan ongeveer 10 arbeidsplaatsen betrokken. Materieel Van het bedrag „technisch uitbesteedbaar" van 15 mil joen gulden (incl. 6 miljoen uitbesteding) breng ik ge makshalve 50% van het niet-uitbestede gedeelte (7 mil joen) voor rekening van de uitbesteedbare activiteiten, dus totaal 9,5 miljoen gulden. Op basis van het voorgaande (met alle aannames e.d.) valt het volgende volume daadwerkelijk uitbesteedbare activiteiten te berekenen: 66 manjaar lav a f 56 000,— 3,7 miljoen 15 manjaar opn a f 44 000,— 0,6 miljoen 135 manjaar Ima a f 44 000,— 6,0 miljoen 15 manjaar ta a 7 88 000,— 1,3 miljoen 4 manjaar ir af 88 000,— 0,4 miljoen 75 manjaar lak a f 56 000,— 4,2 miljoen Centrale ondersteunende diensten 2,0 miljoen Bijdrage artikel materieel 9,5 miljoen Totaal 27,7 miljoen Huisvesting kost per manjaar f 10 400,— volgens de on- derzoeksleidraad. Het gaat om 320 manjaar, zodat het bedrag van 27,7 miljoen gulden moet worden verhoogd met 3,3 miljoen tot 31 miljoen gulden. (Let wel, dit is dus met inbegrip van de huidige uitbesteding van ongeveer 7 miljoen!) Samenvatting prognoses Mijn strikt persoonlijke visie is dus, dat het Kadaster in 1982 ongeveer 128 miljoen gulden uitgaf aan landmeet kundig en kartografisch werk; daarvan zou louter „tech nisch gezien" ongeveer 89 miljoen uitbesteedbaar zijn. Er zijn echter motieven voor een voortzetting van de overheidsbemoeienis, zodat voor een daadwerkelijke uit besteding de berekening uitkomt op 27,7 miljoen gulden 252 NGT GEODESIA 84

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 18