Installatie van de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie Installatierede van Staatssecretaris mr. G. Ph. Brokx Op 14 juni jl. is de voorlopige Raad voor Vastgoedinfor matie geïnstalleerd. Vanwege het belang hiervan voor de lezers van NGT Geodesia zijn de toespraken van Staatssecretaris mr. G. Ph. Brokx (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) en van de voorzitter van de raad, drs. D. F. van der Mei, integraal opgenomen. Tijdens het informeel samenzijn na afloop van de instal latie werd vernomen dat ernaar zal worden gestreefd de ervaring en de deskundigheid van de voorlopige Centrale Kaarteringsraad te behouden en in een of andere vorm onder te brengen in de Raad voor Vastgoedinformatie. M. P. Moolenaar (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) De laatste tientallen jaren, mevrouw, mijne heren, is een goede infor matievoorziening in het algemeen steeds belangrijker geworden. Dit geldt in het bijzonder voor de voorziening van de informatie over onroerend goed of, zoals dat goed tegenwoordig ook wel heet, „vastgoed". Hieronder wordt verstaan alle objecten die een vaste plaats op, in of onder de bodem bezitten. Daarbij gaat het niet alleen om gebouwen of leidingen, maar bijvoorbeeld ook om rechtsgrenzen of geluidshinderzones. Hierdoor zijn begrippen als vastgoedinformatie en vastgoedinfor matiesystemen ontstaan. Er zijn in ons land vele van die systemen, die vaak los van elkaar zijn of worden ontwikkeld en beheerd. Hier door ontstaan overlappingen, maar ook hiaten. Indien deze vast goedinformatiesystemen op elkaar aansluiten, elkaar aanvullen of in elkaar overgaan, leidt dit tot meer doeltreffendheid en doelmatig heid. Naast bevordering van de efficiency werkt dit kostenbe sparend. Het is over een week precies tien jaar geleden dat de Ministerraad besloot over te gaan tot het in een organisatorisch verband coördi neren van werkzaamheden op het gebied van de automatisering binnen de overheid. Om dit te bereiken, werd de Bestuurlijke Over legcommissie voor Overheidsautomatisering ingesteld, in de wan deling al snel de BOCO genoemd. Dit overlegorgaan, waarin verte genwoordigers zitten van Rijk, provincies en gemeenten, moest trachten inhoud te geven aan een effectieve coördinatie op het gebied van de automatisering binnen de overheid. Dit had tot doel mogelijkheden te scheppen om de informatieverzorging ten be hoeve van beleids- en beheersactiviteiten bij de overheidsorganen op elkaar af te stemmen en, waar zulks gewenst en mogelijk was, te integreren. Vóór die tijd hadden reeds verschillende overleggroepen en com missies zich beziggehouden met de problematiek rond de automati sering. Zo ontstond in het midden van de jaren zestig de Commissie van Overleg en Samenwerking voor Automatisering, de zogenaam de COSA, die door middel van inventarisatie de toen bestaande problemen zichtbaar maakte. Daarna kwam de Contactcommissie Automatisering Overheid, de CAO, die een aantal adviezen heeft uitgebracht, waarvan één heeft geleid tot de instelling van de BOCO. Reeds bij het begin van haar werkzaamheden heeft de BOCO beslo ten tot het instellen van overleggroepen voor de vele onderwerpen waarover de commissie diende te rapporteren en te adviseren. Een tweetal groepen zijn in het kader van onze bijeenkomst van belang: de BOCO-overleggroep Vastgoedinformatie en die voor Topografie en Leidingen. De werkzaamheden van deze overleggroepen heb ben in 1982 geleid tot twee structuurplannen voor de informatie voorziening binnen de overheid, nl. één voor vastgoed en één voor 262 topografie en leidingen. Deze structuurplannen waren een logisch gevolg van eerdere activiteiten van de beide overleggroepen, gepu bliceerd in vier BOCO-rapporten. Ze beogen de richting aan te geven hoe de informatievoorziening binnen de overheid op het ge bied van vastgoed, topografie en leidingen doelmatiger en doeltref fender kan worden ingericht dan thans het geval is, zonder evenwel de band met de huidige situatie uit het oog te verliezen. In beide structuurplannen wordt onder meer aanbevolen de be windsman van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu beheer een coördinerende en regelende taak te geven bij de oplos sing van gesignaleerde knelpunten en hem daarbij te laten advise ren door een breed samengestelde raad. Gezien de onderlinge ver wevenheid van de informatievoorziening op het gebied van vast goed, topografie en leidingen, is daarna door de BOCO gekozen voor het uitbrengen van één advies en dit neer te leggen in één ge zamenlijke uitgave om de kans op geïntegreerde behandeling in de toekomst te vergroten. Deze uitgave is het BOCO-rapport no. 10: Advies voor de informatievoorziening binnen de overheid op het gebied van vastgoed, topografie en leidingen. In dit rapport stelt de BOCO één adviesraad voor ten behoeve van de coördinerende en regelende bewindsman van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Daarbij wordt gewezen op de instelling van een adviesorgaan, dat zijn grondslag zal vinden in de in ontwerp aan de Tweede Kamer aangeboden Kadasterwet en dat zal adviseren over algemene zaken betreffende het Kadaster. Dat wil zeggen ook over de vastgoedinformatievoorziening, die een belangrijk deel vormt van het takenpakket van deze Dienst. Daar naast functioneert de voorlopige Centrale Kaarteringsraad. Om nu te voorkomen dat diverse adviesraden zich op hetzelfde ter rein gaan begeven, is daarom één adviesraad voorgesteld, die het gehele terrein van vastgoed bestrijkt en dient ter vervanging van bestaande dan wel voorgenomen of voorlopige adviesorganen (met name de Kadasterraad, de voorlopige Centrale Kaarteringsraad en de BOCO-overleggroepen voor Vastgoedinformatie en voor Topo grafie en Leidingen). Een dergelijke ontwikkeling sluit aan bij het regeringsbeleid om het aantal adviesorganen te beperken. Formeel wordt het geheel zo geregeld, dat de taakstelling van de in artikel 5 van de ontwerp Kadasterwet genoemde raad zal worden ver ruimd tot ook de aspecten die het advies van de BOCO bestrijkt en dat de naam wordt gewijzigd in Raad voor Vastgoedinformatie. Mijn collega van Binnenlandse Zaken heeft zich met het BOCO- advies verenigd en mij om medewerking gevraagd om te komen tot een standpuntbepaling door de Ministerraad. Ik heb deze mede werking graag gegeven. De Ministerraad heeft het advies van de BOCO opgevolgd. Daar het om verschillende redenen niet gewenst was de behande ling van de genoemde wet af te wachten, is besloten een voor- NGT GEODESIA 84

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 28