Toespraak door drs. D. F. van der Mei lopige Raad voor Vastgoedinformatie door middel van een Konink lijk Besluit in te stellen. Deze raad kan na het in werking treden van de Kadasterwet, na bijstelling van artikel 5, overgaan in de Raad voor Vastgoedinformatie. Het besluit tot instelling van de voor lopige raad is op 24 april 1984 door Hare Majesteit getekend te zamen met de ondertekening van een Koninklijk Besluit, dat het voorzitterschap en het lidmaatschap van deze raad regelt. Gezien de taak van Dienst van het Kadaster bij de vastgoedinforma tie is het secretariaat van de raad gelegd bij het Kadaster, zoals ook het voornemen was toen nog sprake was van de vorming van een Kadasterraad. Het is mij een genoegen u hier te mogen begroeten als leden van de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie. Tevens zeg ik u gaar ne dank voor uw bereidheid om aan de werkzaamheden van de raad deel te nemen. Uw taak zal zijn mij desgevraagd of eigener be weging te adviseren over de inrichting van de vastgoedinformatie voorziening en algemene aangelegenheden betreffende aan de Dienst van het Kadaster opgedragen taken. Naast adviezen over het vaststellen van basisgegevens, de financiële aspecten en even tuele regelgeving kan ook worden geadviseerd over het uitvoeren van onderzoek. In het Koninklijk Besluit over de instelling van de raad staat uw taak nader uitgewerkt. Een meer gedetailleerde beschrijving van de problemen die dienen te worden opgelost, kan ik u niet geven. Wel zou ik een beschrij ving willen geven van een aantal activiteiten die kunnen worden gestart om te komen tot een realisatie van dat wat staat in de eerder door mij genoemde structuurplannen van de BOCO-overleggroe- pen, aangevuld met gegevens uit rapporten betreffende vastgoed informatievoorziening. In deze beschrijving komt onder meer voor een koppelingssysteem tussen de registraties met vastgoedgege- vens toegankelijk op adres en registraties toegankelijk met behulp van de kadastrale perceelsaanduiding. Op termijn kan dit systeem worden uitgebreid met andere gegevens voor het koppelen van ge gevensverzamelingen, waardoor meer organisatie-eenheden daar van kunnen profiteren. Verder wil ik noemen het streven om binnen de overheid te komen tot een zekere uniformering van het waardebegrip van vastgoed objecten en van de waarderingsregels die voor de bepaling van de waarde van belang zijn. Op het ogenblik worden de voor het uitvoe ren van diverse overheidstaken nodige waarden onafhankelijk van elkaar vastgesteld en onafhankelijk periodiek aangepast. Dit is on doelmatig en voor de burger onduidelijk. Ik wil deze beschrijving van de activiteiten, als een aanzet voor een werkprogramma, aan u mijnheer de voorzitter ter hand stellen. Ik hoop dat hiermee een bijdrage wordt geleverd aan het meer gede tailleerd zichtbaar maken van de problemen. Het instellen van de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie be tekent het opheffen van de voorlopige Centrale Kaarteringsraad. Ik wil op deze plaats graag de voorzitter en leden van deze raad be danken voor alles wat zij hebben gedaan ten behoeve van de ver vaardiging, bijhouding en uitgifte van de Grootschalige Basiskaart van Nederland. Uit het feit, dat sinds de start van de voorlopige Centrale Kaarteringsraad in 1975 ruim 12 000 kaarten zijn vervaar digd of in produktie zijn, blijkt de omvang van activiteit waarop hun adviesfunctie betrekking had. Ik hoop, dat alles wat dank zij de voorlopige Centrale Kaarterings raad tot stand is gekomen, en wat goed is gebleken, ook kan wor den benut bij üw werkzaamheden. Ik wil in verband hiermee wijzen op het belang dat de voorlopige Centrale Kaarteringsraad heeft ge hecht aan een zodanig overleg, dat het mogelijk is om zonder for mele regelgeving tot afspraken te komen, die in de praktijk van de vastgoedinformatievoorziening tot algemeen aanvaardbare resulta ten leiden. Gezien het standpunt van het kabinet met betrekking tot deregulering heb ik met deze opvatting geen moeite. Dat in het Koninklijk Besluit toch het adviseren over het treffen van wettelijke maatregelen wordt genoemd, wordt veroorzaakt door het feit, dat zonder deze mogelijkheid niet alles is te regelen. Ik installeer de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie in het ver trouwen, dat u tot vruchtbaar overleg zult komen en dat uw advie zen waardevol zullen zijn. Ik wens u daartoe veel sterkte en wijs heid. voorzitter van de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie Graag dank ik u, mijnheer de Staatssecretaris, voor de woorden waarmee u de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie hebt geïn stalleerd. Deze woorden onderstrepen het belang, dat u als coördi nerend bewindsman hecht aan het hebben van een bestuurlijk plat form, dat over de vraagstukken op het terrein van de vastgoed informatievoorziening kan adviseren. Zij maken tevens duidelijk, dat een snelle start van de activiteiten van de raad is gewenst. Het lijkt mij immers niet zonder reden, dat u ons een aanzet tot een werkprogramma heeft aangeboden. Ook voor de snelheid van de start willen wij ons inspannen. Ik zal nog op deze aanzet tot een werkprogramma ingaan. Eerst wil ik stilstaan bij het terrein waarover de Raad voor Vastgoedinforma tie u zal adviseren. Het gebied van de informatievoorziening over vaste objecten is een belangrijk onderdeel van de informatievoor ziening van de overheid, en wel belangrijk in meerdere opzichten. Het gebied onderscheidt zich in de eerste plaats door het grote aan tal taken van de overheid, die alleen kunnen worden uitgevoerd als men tijdig beschikt over consistente gegevens over vaste objecten. Het is zelfs zo dat, ondanks de trend tot het terugdringen van de bemoeienis van de overheid, dit aantal taken toeneemt. In verband hiermee wijs ik op het gebruik van gegevens over vaste objecten in het milieubeheer en de verkeersveiligheid. Taken waarvoor een aantal jaren geleden niet aan het gebruik van gegevens, gerelateerd aan een vaste plaats op het aardoppervlak, werd gedacht. Het tweede kenmerk van informatievoorziening over vaste objecten is enigszins inherent aan het eerste; deze taken worden door vele instanties uitgevoerd. Vele organisatie-eenheden binnen, maar ook buiten de overheid hebben er belang bij, dat zij over goede gege vens over vastgoed beschikken. Tenslotte, en niet in de laatste plaats, kenmerkt de vastgoedinfor matievoorziening zich door de diversiteit waarin de gegevens over vaste objecten worden gepresenteerd. De vormen waarin vast goedinformatie wordt weergegeven, lopen van kaarten tot tabel len, met alle mogelijke tussenvormen. Deze drie elementen (het grote aantal taken, de vele instanties die gegevens verzamelen en/of gebruiken, en de diversiteit in presen tatie) leiden ertoe, dat in deze raad vraagstukken van velerlei aard aan de orde kunnen worden gesteld. Dit kunnen bestuurlijke vra gen zijn, welke bijvoorbeeld naar voren komen bij het uitvoeren van nieuwe taken, maar ook vragen van meer technische aard. Voor beelden van deze laatste zijn vragen op het gebied van de classifica tie van vastgoedgegevens of betreffende de invoering van nieuwe systemen. Zonder meer kan dus worden gesteld, dat het gebied van de vast goedinformatie, en daarmee het werkterrein van de raad, een breed gebied is. Dit leidt voor mij duidelijk tot twee conclusies. In de eerste plaats meen ik dat, wil door de raad met resultaat wor den gewerkt, dit alleen kan als de leden tot een goede samen werking komen. Realisatie van de afstemming van de informatie voorziening eist namelijk niet alleen, dat het nut hiervan zichtbaar wordt gemaakt, maar ook dat de betrokken instanties meewerken aan de uitvoering van het gegeven advies. Dit kan inhouden, dat door organisaties offers moeten worden gebracht. Verbetering van de informatievoorziening voor de één kan grotere inspanningen vergen van de ander. In een geest van goede samenwerking willen wij ook die vraagstukken tot een oplossing brengen. Op deze wijze kunnen adviezen ontstaan, die voor de overheid als geheel als afge wogen kunnen worden beschouwd. Een tweede conclusie van mij is, dat de raad zich, zeker de eerste tijd, moet richten op een beperkt aantal onderwerpen. Daarbij zou zoveel mogelijk de aandacht moeten worden gericht op die onder werpen, die binnen redelijke tijd tot uitvoerbare adviezen kunnen leiden. Men moet keuzes maken voor die terreinen, waar coördina tie op kortere termijn vruchten kan afwerpen. Ik ben ook verheugd, mijnheer de Staatssecretaris, dat u ons een aanzet voor een werk programma geeft, dat in dié richting gaat. Daarmee wordt duidelijk welke onderwerpen u als eerste zou willen zien aangevat. NGT GEODESIA 84 263

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 29