CSsodmfar nederlands geodetisch tijdschrift Privatisering: een aardverschuiving in de samenleving*) door prof. dr. P. B. Boorsma, hoogleraar Openbare Financiën binnen de Afdeling Bestuurskunde van de Technische Hogeschool Twente. Inleiding Sinds de revolutie in de geologische wetenschap van de jaren zestig is bekend, dat het belangrijkste deel van de seismische activiteit wordt veroorzaakt door tektonische beweging, door verschuiving van aardschollen. Waar de schollen op elkaar stoten, of waar de oceaanbodem op andere aardlagen stoot, wordt een enorme druk opge bouwd die zich ontlaadt in een aardbeving. Bij het op treden daarvan blijken gesteenten volkomen elastisch te kunnen worden. Dat geologische proces, waarbij onder hoge druk zelfs steen vloeibaar wordt, heeft zijn analogieën in de samen leving, zo schijnt het. Door of dank zij de aan houdend hoge bezuinigingsproblematiek worden veran deringen aangebracht die voorheen onmogelijk leken. Door de bezuinigingen worden de relaties tussen de overheid en de samenleving opnieuw kritisch bezien. Zo is door de bezuinigingsnoodzaak de belangstelling voor privatisering ontstaan en zal door dezelfde noodzaak de privatisering van overheidstaken toenemen. Definitie en hoofdvormen In een discussie over de privatisering bestaat de neiging, dat langs elkaar wordt gesproken. Om dat te vermijden, is het niet voldoende om het eens te worden over de definitie; minimaal zal duidelijk moeten worden gemaakt over welke hoofdvorm men spreekt. Definieert men pri vatisering als het overhevelen van overheidstaken naar de particuliere sector, dan is er in wezen nog te veel onduidelijk. Vraagt men het bedrijfsleven of het voor of tegen privatisering is, en men constateert dat een groot deel ervóór is, dan blijkt dat het bedrijfsleven impliciet is uitgegaan van bijvoorbeeld de hoofdvorm uitbesteding. Als privatisering inhoudt dat in de bejaardentehuizen het schoonmaken voortaan wordt verzorgd door vrijwilligers en in de scholen door het onderwijzend personeel te za- men met de leerlingen, dan is sprake van een andere vorm van privatisering, nl. het intensiveren van vrijwilli- *1 Inleiding gehouden op 11 mei 1984 tijdens de NVG studiedag te Delft. NGT GEODESIA 84 gerswerk. Deze vorm van privatisering zal bij specifieke delen van het bedrijfsleven verklaarde tegenstanders vin den en hooguit op de steun van het bedrijfsleven als ge heel mogen rekenen, indien daarvoor de belastingdruk wordt verlaagd. Om dergelijke redenen kies ik voor een tamelijk globale definitie van privatisering, nl. het meer inschakelen door de overheid van het particuliere initiatief. Met die globale definitie omvat ik zowel de verzelfstandiging, welke cen traal staat in de definitie van de ambtelijke herover wegingscommissie, als het overhevelen van taken naar de particuliere sector, waarbij vooral wordt gedacht aan het bedrijfsleven en als de intensivering van het vrijwilli gerswerk. Naar ik reeds stelde, is het belangrijker om de verschillende hoofdvormen te noemen; het maakt voor de discussie nogal wat uit of men spreekt over de argu menten pro of contra het afstoten van taken óf die pro of contra het profijtbeginsel. In 1981 heb ik enkele indelingen besproken die door Sonenbium c.s., Savas en White zijn gemaakt. Een eer ste aanzet tot een eigen systematiek heb ik in 1982 nader uitgewerkt. Daarbij ga ik uit van de overheid als bedrijfs kolom, waarin op elkaar volgende deelprocessen en functies zijn te onderkennen. De Amerikaanse indelin gen, van Sonenbium c.s. en van Savas, zijn vooral geënt op de functies. De onderscheiden functies zijn planning/besluitvorming, dagelijkse leiding/management en financiering. De deel processen in de bedrijfskolom zijn inkoop, produktie, distributie en verkoop. Het is duidelijk, dat een matrix van de deelprocessen en de functies een veelheid van hoofdvormen oplevert, welke gemakkelijk kan worden vergroot indien als derde dimensie van de matrix een in deling wordt gemaakt naar de soorten van factoren, waarop de privatisering zich richt, bijvoorbeeld de vol gende indeling: particuliere burgers als consumenten; burgers als vrijwilliger-producent; particuliere non-profit- instellingen als consumenten, resp. als producenten; particuliere bedrijven als vrager naar overheidsdiensten, resp. als producent; overheidsorganisaties als afnemers van overheidsdiensten of als meer verzelfstandigde aan bieders. Uit een dergelijke matrix neem ik de volgende hoofdvormen: 237

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 3