2. Het bestuurlijke argument: uitbesteding (èn afsto
ting) betekent een afslanking van het overheidsappa
raat en een verlichting voor de ambtelijke en de poli
tieke top.
3. Het macro-economische of innovatiemotief: uitbe
steding (of privatisering in het algemeen) versterkt de
particuliere sector en daarmee de economische groei.
Deze drie argumenten worden nu in omgekeerde volg
orde behandeld.
Het macro-economische argument
Dit argument kent drie verschillende versies welke ge
meen hebben, dat een verdere versterking van de parti
culiere investeringen wordt verwacht als effect. De be
naming „macro-economisch" is niet even juist voor alle
drie versies.
De eerste versie, verwoord door de Commissie Wagner,
is zeer globaal en houdt in dat privatisering een verster
king betekent van de particuliere sector en daarmee van
het draagvlak van de hele economie.
De tweede versie, verwoord door de Stuurgroep Dien-
stenonderzoek, stelt dat privatisering (beter: uitbeste
ding) kan leiden tot technische vernieuwing, dus innova
tie in de bedrijfstak. In het marktbedrijf bestaan meer
prikkels tot technische vernieuwing dan in een over
heidsbedrijf of -dienst. Dit innovatiemotief is theoretisch
interessant als hypothese. Het empirische materiaal is
echter zeer schaars.
De derde versie, door mij verwoord, houdt in dat uit
besteding direct leidt tot een omzetvergroting voor het
betreffende particuliere bedrijf dat de opdracht krijgt. Af
hankelijk van de mate van beschikbare overcapaciteit en
van de omvang van de uitbesteding zal uitbesteding di
rect leiden via de omzetvergroting naar extra particuliere
investeringen in machines, in wagenpark, in gebouwen.
Dat de particuliere investeringen in vaste activa sterk ge
voelig zijn voor veranderingen in de omzet, blijkt uit vele
onderzoeken. In die zin is deze versie van het macro-
economische argument empirisch behoorlijk onder
bouwd.
Het bestuurlijke argument
Dit argument is opgekomen tijdens de discussie over de
z.g. Vonhoff-problematiek: de politieke en de ambtelijke
top van het overheidsapparaat zijn overbelast door tal
van oorzaken, waaronder de grote omvang. Uitbeste
ding en afstoting van taken houden een afslanking van
het overheidsapparaat in en dus een ontlasting van de
top; privatisering is aldus een instrument om de be
stuurskracht van de overheid te vergroten. Anderen,
waaronder Mol, brengen tegen dit argument in, dat de
privatisering juist kan leiden tot een zwaardere belasting
van de top: bij problemen rond de voorziening zullen de
cliënten, die zich vroeger konden wenden tot een func
tionaris van het gemeentelijke apparaat of van het depar
tement, zich nu direct tot de leiding wenden om de
klachten te uiten. Het blijkt dat men met het bestuurlijke
argument a priori verschillende kanten uitkan. Het is
goed om daarbij de volgende overwegingen te betrek
ken:
- De top heeft met vele uitvoeringsorganen weinig of
geen bemoeienis, zodat uitbesteding geen ontlasting
inhoudt.
- Bij uitbesteding blijft binnen de overheidsorganisatie
veelal een deel van de formatie over (bijv. de direc
teur met een enkele uitvoerder) voor het bewaken
van het contract, voor de controle op de juiste na-
NGT GEODESIA 84
leving, voor de behandeling van klachten, voor de
communicatie tussen de top van de overheid en de
„contractor", en voor incidentele klussen.
Tot slot zij opgemerkt, dat ook ten aanzien van dit argu
ment bijna geen empirisch onderzoek is verricht. Dit ligt
anders voor het nu te behandelen, theoretische oudere,
argument.
Het micro-economische of budgettaire argument
In de micro-economie is de hypothese geformuleerd, dat
particuliere bedrijven efficiënter werken dan overheids
bedrijven. Dit relatieve efficiency argument berust op de
volgende veronderstellingen.
- Een marktbedrijf kiest een capaciteit die zo goed mo
gelijk is afgestemd op de markt; overheidsbedrijven
of -diensten kiezen een capaciteit die is afgestemd op
het politieke territoir. Tegen dit argument wordt inge
bracht, dat gemeenten de eventuele voordelen van
produktie op grote schaal ook kunnen benutten via
gemeenschappelijke regelingen. Echter, daar zijn te
vens andere krachten werkzaam die de schaalvoor
delen teniet kunnen doen.
- Marktbedrijven ondervinden de prikkel van (potentië
le) concurrentie, welke dwingt tot bewaking van effi
ciency. Dergelijke prikkels zijn binnen de overheid bij
na niet aanwezig.
- Er is een verschil in motivatie: de particuliere manager
wordt gemotiveerd door het streven naar winst in te
genstelling tot de manager bij de overheid. Voor de
particuliere manager houdt het maken van winst
meestal een hoger inkomen in, meer zekerheid ten
aanzien van de eigen toekomst, meer macht om
fondsen aan te wenden voor investeringsbeslissingen
e.d. Bij de overheid wordt een manager niet gemoti
veerd tot het verhogen van de efficiency ten einde de
kosten te verlagen; eerder zijn de prikkels gericht op
budgetvergroting om nog meer te kunnen doen voor
eigen cliëntèle, nog meer te doen voor het bepaalde
beleidsterrein, terwijl budgetvergroting tegelijk een
versterking van de eigen positie en status inhoudt.
Voorts zijn ook de politieke stimulansen daarop ge
richt, zolang het welslagen van beleid o.a. wordt af
gemeten aan de uitgaven of de groei daarvan.
Overigens haast ik me om aan dit verhaal toe te voe
gen, dat de bezuinigingsproblematiek wèl tot veran
deringen leidt en dat een ambtelijke heroverwegings
werkgroep onder leiding van Verbaan in het rapport
„Zelfbeheer" ideeën aandraagt om het bovenge-
schetse probleem te doorbreken!
Tegen deze drie argumenten kunnen contra-argumenten
worden aangedragen. Belangrijker is evenwel, dat het
gaat om een hypothese die empirisch kan worden ge
toetst en ook is getoetst. Op andere plaatsen heb ik
overzichten gegeven van het tot op heden beschikbare
en gepubliceerde onderzoek. Op grond van die redelijk
complete overzichten kon worden geconstateerd, dat
uitbesteding bijna altijd, soms zelfs aanzienlijk, goedko
per is dan zelf doen. In deze inleiding ga ik niet in op de
haken en ogen verbonden aan dergelijke onderzoeken,
evenmin op de uitzonderingen op de regel. Alvorens
over te stappen naar de argumenten contra uitbesteding
wil ik erop wijzen dat het feit dat uitbesteding bijna altijd
goedkoper was, niet aantoont dat de hypothese is geve
rifieerd, hooguit niet is gefalsificeerd.
Enkele onderzoeken hebben nl. via multipele regressie
de organisatievorm, dus zelf doen of uitbesteding, aan
gewezen als een verklarende variabele. Vele onderzoe-
239