ken zijn niet verder gekomen dan prijsvergelijking, zodat
de kostenverschillen bijvoorbeeld kunnen zijn veroor
zaakt door een verschil in salariëring tussen de overheid
en de particuliere sector. In dit verband wil ik de resulta
ten noemen van een afstudeeropdracht van Jongen. Hij
heeft de mogelijkheden van privatisering onderzocht bij
overheidsaccountants. Hij heeft daarbij o.a. gekeken
naar de relatieve efficiency van accountants bij enkele
door het Rijk gesubsidieerde instellingen. Zien we af van
alle haken en ogen en beperkingen verbonden aan het
onderzoek, dan zien we als indicatie dat „publics", parti
culiere accountants dus, duurder zijn, hetgeen samen
hangt met hun hogere salariëring.
Afgaande op de onderzoeken van het Centraal Plan
bureau ter zake van verschillen in de loonstructuur tus
sen de particuliere sector en de overheid, waaruit blijkt
dat de overheid de lager geschoolden beter betaalt dan
de particuliere sector, terwijl voor de hoger geschoolden
het tegengestelde geldt, èn uitgaande van het feit dat de
loonquote voor de meeste overheidsactiviteiten erg
hoog is, wil ik de volgende hypothese formuleren:
Uitbesteding van overheidsactiviteiten levert ceteris pari
bus een
- budgettair voordeel, indien het werk wordt uitge
voerd door veel lagere inkomenstrekkers;
- budgettair nadeel, indien het werk wordt uitgevoerd
door veel hogere inkomenstrekkers.
De ceteris paribus-clausule houdt o.a. in, dat wordt af
gezien van doorwerkingen in wachtgelden, werkloos
heidsuitkeringen e.d. Aldus bezien zou privatisering lei
den tot een erosie van bepaalde horizontale toonver
schillen.
Uitbesteden van werk: argumenten contra
Het eerste argument dat in elke discussie direct wordt
genoemd, betreft de werkgelegenheid. Uitbesteding (en
afstoting) betekent een verlies aan arbeidsplaatsen bij de
overheid. Echter, daar staat tegenover een veiligstelling
en/of creatie van arbeidsplaatsen bij een particulier be
drijf. Als het efficiency-argument opgaat, zou men ver
volgens mogen verwachten dat de uitbesteding per sal
do leidt tot een daling van het totale aantal arbeidsplaat
sen. Op korte termijn is dat te verwachten. Maar als óók
het macro-economische argument opgaat, zullen de ge-
induceerde investeringen leiden tot extra economische
groei en dus ook tot arbeidsplaatsen.
Een tweede argument contra komt neer op het niveau
van de dienstverlening voor de burgers. Tegenstanders
van „privatisering" zijn bevreesd voor het „sluiten van
onrendabele lijnen" bij bijvoorbeeld de huisvuilverwijde-
ring en autobusdiensten en zijn dus bevreesd voor een
daling van het serviceniveau. Tegen dit argument kan in
de eerste plaats worden ingebracht, dat het niet geldt
voor de interne diensten, zoals schoonmaken, kantine
diensten, verificatiewerk, e.d., en in de tweede plaats,
dat bij uitbesteding het serviceniveau in het contract
wordt vastgelegd, welk contract op naleving moet wor
den gecontroleerd. Het argument berust overigens niet
op empirisch onderzoek. De indicaties die ik ontvang,
wijzen er niet op. (Misschien is mijn antenne niet juist.)
Het argument is klemmender bij afstoting van taken.
Doch gaat het dan niet om een beslissing van de over
heid die onderworpen is aan democratische controles?
Als de overheid de baten niet langer vindt opwegen te
gen de kosten, en daarom besluit een zaak te sluiten,
daalt het voorzieningenniveau toch terecht?
Een derde argument dat wordt gehanteerd is, dat bedrij
ven zich weinig gelegen laten liggen aan niet-bedrijfs-
economische waarden als een schoon milieu. Het argu
ment hangt direct samen met het micro-economische/
budgettaire motief voor uitbesteding. Niettemin wil ik er
een paar kanttekeningen bij plaatsen. In de eerste plaats
mag milieuvervuiling voor het bedrijf kostendrukkend
zijn, de eventuele ontdekking geeft het bedrijf een slech
te naam en kan via straf de rentabiliteit drukken. In de
tweede plaats ben ik er niet geheel gerust op dat de ma
nagers van overheidsdiensten, die de zorg hebben voor
een ander beleidsterrein, het milieu altijd zullen ontzien.
Helaas kennen we uit het recente verleden toch ook ge
vallen van overheidsbedrijven die betrokken zijn bij
milieuschandalen?
Een vierde argument is gelegen in het sociale beleid. Een
particulier bedrijf zal eerder zijn personeel extra belasten
en ook makkelijker ontslaan dan een overheidsdienst.
Ook wordt gesteld, dat de particuliere bedrijven eerder
minder geschikt personeel zullen laten afvloeien naar de
WAO. Ik vrees dat we voor dit argument onze ogen niet
moeten sluiten.
Kanttekeningen en misverstanden
- In het voorgaande ben ik niet ingegaan op de hoofd
vorm vrijwilligerswerk; dit bestek (naast andere be
perkingen) dwingt daartoe.
- Bij de door mij genoemde en behandelde hoofd
vormen van privatisering ben ik impliciet uitgegaan
van een opvatting, waarbij het gaat om een over
heveling van werk naar de particuliere sector. Meer
expliciet wil ik stellen, dat ook ik, vanuit mijn globale
definitie, een verzelfstandiging van overheidsorganen
privatisering noem. Ook het invoeren van interne
budgetteringssystemen en contractmanagement zou
men dan privatisering kunnen noemen. Het is duide
lijk, dat daardoor de spraakverwarring alleen maar
groter wordt.
- Een conclusie waar gemakkelijk overeenstemming
over kan worden bereikt is, dat er zeer weinig empi
risch onderzoek is gedaan. Eerder heb ik gesteld dat
het toch wonderlijk is, dat het begrip doelmatigheid
centraal staat in de omschrijving van het economi
sche aspect, van het object van de economische we
tenschap, en dat tegelijk het aantal relatieve effi-
ciencystudies dat in Nederland is gepubliceerd, on
geveer op de vingers van één hand is te tellen.
- Niettegenstaande het voorgaande worden er wel be
sluiten genomen. De klacht wordt dan ook wel ge
hoord, dat vele besluiten nauwelijks cijfermatig zijn
onderbouwd.
- Worden politieke besluiten gebaseerd op offertes
en/of empirisch onderzoek van enkele jaren geleden,
dan dreigt het gevaar dat het toen gesignaleerde kos
tenverschil (voor een deel) is verdwenen. De bezuini
gingen hebben voor een stille sanering gezorgd en
vele diensten gedwongen om hetzelfde werk te leve
ren voor een lager budget. Het wegknippen van de
franje, het niet-opvullen van vacatures, enz., hebben
uiteraard als effect gehad dat de efficiency, gemeten
als de verhouding tussen de „output" en de „input",
is gestegen.
- Door de aanhoudende bezuinigingsproblematiek, die
enkele interessante gevolgen heeft voor de privatise
ring, zijn de belangstelling voor privatisering en de
politieke bereidheid daartoe gestegen. Dit eerste ef
fect is positief (qua inrichting). Tegelijk hebben, zoals
hiervoor gesteld, de besnoeiingen en de pondsponds-
240
NGT GEODESIA 84