Berichten uit de kartografie
De verzamelingen van moderne kaarten in Nederland
Zoals reeds in een vorige aflevering van Kartografie vermeld werd, was een van de
eerste initiatieven van de werkgroep Centrale Catalogus Kartografie (C.C.K.), hei
houden van een enquete naar de omvang en de toestand van de kaartenverzame-
lingen in Nederland. De enquete was vnl. opgezet met het doel gegevens te ver-
zamelen die van belang zijn bij het verwezenlijken van de C.C.K. Er werd gevraagd
naar het aantal kaarten, atlassen en luchtfoto's, het type kaart, de catalogus, het
personeel en de ideeen over de C.C.K.. De enquete was gericht op verzamelingen
met kaarten die na 1850 versehenen zijn. Voor verzamelingen met ouder materiaal
kan verwezen worden naar Coüections of Maps and Atlases in the Netherlands door
c. koeman, Leiden, E. J. Brill 1961. De enquete is niet opgezet met het doel de
uitkomsten te publiceren. Toch kunnen enige algemene conclusies inzicht geven
over de toestand van het Nederlandse kaarten bestand. Exacte uitkomsten zijn,
doordat de nauwkeurigheid van de beantwoording zeer uiteenloopt, niet te geven.
Het is mogelijk dat belangrijke verzamelingen nog niet in het onderzoek opgeno-
men zijn. Het zou zeer op prijs gesteld worden als dergelijke verzamelingen aan
ondergetekende opgegeven zouden worden.
Er kan gesteld worden dat men in Nederland niet ten volle gebruik maakt van de
mogelijkheden die kaarten als informatief medium bieden. Hiervoor zijn verschil-
lende redenen aan te wijzen. Men is onbekend met de gegevens die men uit atlassen
en kaarten kan halen. Het kaartenbestand laat te wensen over. Kaartenverzame-
lingen zijn vaak moeilijk toegankelijk en lastig te hanteren. Voor een groot deel
zijn deze problemen te wijten aan het feit dat de kaarten de ondergeschoven kinde-
De verzamelingen van moderne kaarten in Nederland
475
11. s. tolanski, Optical illusion and scientific measurement. Penguin Science Survey 1963.
A.S. 141-165. London 1963.
12. h. w. castner and a. h. robinson, Dot area symbols in Cartography: the influence of
pattern on their perception. American Congress on Surveying and Mapping, Cartography
Division, Technical Monograph NO CA-4, Washington 1969.
13. r. L. Williams, Map Symbols. Equal appearing symbols for printed screens. Annais of the
Association of American Geographers 1958, pp. 132-139; deze Studie is onderzocht door
g. f. jenks en d. s. knos, The use of shaded patterns in graded Series. In: Annais of the
Association of American Geographers, vol. 51, 1961, pp. 316-335.
14. a. h. robinson, Psychological Aspects of Color in Cartography. In: Internationales Jahr
buch für Kartographie 1967, Gütersloh.
15. A. A. molles, Theorie de Tinformation et message cartographique. InSciences, Revue fran-
?aise des sciences et des techniques. Juillet/aoüt 1964, pp. 11-16.
16. G. L. GREENBERG, Design of maps for partially seeing children. Internationales Jahrbuch
für Kartographie. Gütersloh 1970.
17. m. wood, Visual perception and Map design. In: Cartographic Journal 1968-1, pp. 54-64.
18. j. bertin, Semiologie Craphique. Parijs/Den Haag 1967, pp. 139 e.v.
K.N.A.G. Geografisth Tijdschrift IV 1970) Nr. 5