Tenslotte vroeg mw Van Slobbe zieh af
waarom er siechts een p.m. post op de
begroting was opgevoerd voor het aan-
staande lustrum. Voorzitter Bos ant-
woordde dat dit is gedaan omdat het
lustrum pas in 1988 zal plaatsvinden en
dat niet wordt verwacht dat reeds in
1987 aanzienlijke bedragen met de
voorbereidingen gemoeid zullen zijn.
Na deze vragen en toelichtingen werd
de begroting 1987 vervolgens ongewij-
zigd goedgekeurd door de vergade-
ring.
De benoeming van de kascommissie
leverde vervolgens weinig problemen
op. De heer Hoeboer Steide zieh
beschikbaar voor een derde termijn,
terwijl de heer Bellekom bereid was de
plaats van de tijdelijk ingevallen heer
Plender in te nemen.
Daar het bestuur geen aanleiding had
gezien te komen met een voorstel tot
verhoging van de kontributies in 1988,
kon ook dit agendapunt zeer snel wor
den afgehandeld. Door de vergadering
werden de kontributies voor 1988, con-
form het bestuursvoorstel, vastgesteld
op het huidige niveau.
De verslagen van de werkgroepen over
hun aktiviteiten in 1986 gaven geen
aanleiding tot het stellen van vragen.
Wel gaf de heer Verroen, op verzoek
van de voorzitter, een uitgebreide uit-
eenzetting over de vorderingen en Pro
blemen bij de herziening van de PBNA-
cursus 'Technisch Kartograaf'Zo
bleek PBNA onder andere geen gelden
beschikbaar te stellen voor het her-
schrijven van kursusdelen. De auteurs
verrichten dit werk dus in feite volledig
belangeloos. Voorzitter Bos zei toe
dat, wanneer het ontbreken van een
vergoeding de voortgang van de her
ziening in de weg zou staan, een ver
zoek om een financiele bijdrage door
het bestuur niet bij voorbaat zal wor
den afgewezen. Wel werd opgemerkt
dat, wanneer de NVK een deel van de
kosten van de herziening voor haar
rekening zou nemen, getracht zou
moeten worden de auteursrechten van
de kursus, in tegenstelling tot de nor
male procedure bij PBNA, bij de NVK
te houden.
Door diverse sprekers werd vervolgens
gewezen op de noodzaak de kursus
zoveel mogelijk aan te passen aan het
steeds toenemende gebruik van geau-
tomatiseerde technieken en werd het
vasthouden aan het uitgebreid aanle-
ren van (verouderde) tekentechnieken
ter discussie gesteld. De heer Verroen
merkte hierover op dat deze discussie
ook reeds binnen de Begeleidingskom-
missie gevoerd werd en dat dit punt
zeker de aandacht had van de kommis-
sie.
De heer Snabilie vroeg of het niet
mogelijk was dat er uitvoeriger, bij-
voorbeeld via het KT, over de kursus-
herziening en de zieh daarbij voor-
doende problemen gerapporteerd zou
worden. De heer Verroen zegde toe
hierover kontakt te zullen opnemen
met de redaktie van het KT.
De heer Lievaart bleek moeite te heb-
ben met de naamsverandering van de
kursus. Volgens hem suggereerde de
term Technisch Kartograaf een hoger
niveau dan de oorspronkelijke term
Kartografisch Tekenaar. De heren
Meier en De Jonge betoogden vervol
gens dat het begrip 'tekenaar' in veel
gevallen niet meer overeenkomt met
de werkelijke funktie-inhoud en dat de
gehanteerde term 'technisch karto
graaf juist veel beter aansluit bij de
feitelijke situatie.
Na afsluiting van de diskussie over de
PBNA-kursus, werd overgegaan tot het
volgende punt op de agenda: de
oprichting van een Werkgroep Auto-
matisering.
Naar aanleiding van de taakomschrij-
ving van de werkgroep vroeg de heer
Smeulders wat nu de preciese afbake-
ning was tussen de Werkgroep Auto-
matisering en de reeds jaren bestaande
Kontaktgroep Automatisering. Voor
zitter Bos legde uit dat de Kontakt
groep gezien moet worden als een
gebruikersgroep met wisselende
samenstelling en aktiviteiten. De
werkgroep daarentegen zal veel meer
gericht zijn op het initieren van aktivi
teiten binnen het verenigingsverband
van de NVK. Een strikte taakafbake-
ning tussen Werkgroep en Kontakt
groep is moeilijk aan te geven, maar
wordt overigens ook niet als noodzake-
lijk dan wel gewenst ervaren.
In principe zal de Kontaktgroep opere-
ren onder auspicien van de Werkgroep
Automatisering.
De heer Meier vroeg zieh af of 'het sti-
muleren van onderzoek en ontwikke-
ling op het gebied van de kartografie'
door de werkgroep niet tot doublures
zou leiden met reeds in gang gezette
ontwikkelingen bij diverse bedrijven
en instellingen. De heer Kraak merkte
op dat de door de heer Meier bedoelde
ontwikkelingen en onderzoeken vaak
werden uitgevoerd door niet-kartogra-
fen en dat het juist de taak van de werk
groep diende te zijn ervoor te zorgen
dat de kartografische inbreng in deze
ontwikkelingen gewaarborgd werd.
Mw Van Slobbe Steide de vraag of in
de werkgroep niet meer 'praktijkmen-
sen' dienden te worden opgenomen,
omdat anders de aansluiting van de
werkgroep bij de aktiviteiten op de
werkvloer gevaar zou kunnen lopen.
Voorzitter Bos antwoordde dat de hui
dige samenstelling van de werkgroep
gezien moest worden als een soort ini-
tiatiefgroep, maar dat uitbreiding met
een aantal praktijkmensen zeker tot de
mogelijkheden behoorde.
Na deze toelichtingen ging de vergade
ring vervolgens akkoord met de
oprichting van de werkgroep.
Ook het volgende punt op de agenda,
de bestuursmutaties, leverde vervol
gens uitgebreide stof tot diskussie op.
Reglementair waren de heren Bos,
Ormeling en Russchen aftredend.
Aangezien alle drie zieh voor een vol
gende termijn beschikbaar hadden
gesteld en er geen tegenkandidaten
waren ingediend, werden zij door de
vergadering bij acclamatie herkozen
verklaard.
De heer Kers had te kennen gegeven
ook in 1987 te willen aftreden. In zijn
plaats werd door het bestuur de heer
P. Mills, werkzaam bij Reprocart,
voorgedragen.
Op initiatief van de Werkgroep Repro-
duktietechnieken was de heer J. F. M.
van der Steen, werkzaam op het ITC,
door een vijftiental leden voorgedra
gen voor een bestuursfunktie. De
reden van deze voordracht was het ver-
beteren van de in het verleden nogal
eens stroef verlopen kommunikatie
tussen het bestuur en de werkgroep.
De werkgroep Steide de heer Van der
Steen in eerste instantie niet als tegen-
kandidaat voor de heer Mills, maar
deed het voorstel de heer Van der
Steen te benoemen in de vakature
welke was ontstaan in 1984 door het
vertrek van mw Hoogendoorn. Alleen
wanneer deze vakature niet beschik
baar zou zijn, werd de heer Van der
Steen voorgedragen als tegenkandi-
daat voor de heer Mills.
Het bestuur had zieh in meerderheid
bij dit voorstel aangesloten en Steide
de vergadering dan ook voor de vaka
ture Hoogendoorn open te stellen. De
heer Lievaart en mw Hoogendoorn
merkten vervolgens op dat deze proce
dure in strijd zou zijn met artikel 14
van de Statuten, waarin geregeld is dat
de leden voor elke vakature in Staat
gesteld moeten worden andere kandi-
KT 1987. XIII.2
8