Tabel 3. Vergelijking van fout bij verrasteren, bepaald met dub-
bele-konversiemethode (DCM), met fout volgens SWITZER en
GOODCHILD bij een rastercelgrootte van 100 m x 100 m.
Figuur 5. Relatie tussenfout bij het verrasteren en grensindex
rastervoor elf kaartbladen en 35 kaartbladfragmenten bij drie
rastercelgrootten.
Tabel 2. Relatie tussen fout bij verrasteren, bepaald met de dub-
bele konversiemethode, en de grensindex voor drie rastercel
grootten. F fout bij verrasteren GIr grensindex poly-
goon (km/km2 km Gl, grensindex raster km^1).
Onderwerp Rastercel- Regressie- Verklaarde
grootte vergelijking variantie
(m)
van de oorspronkelijke bodemkaart en de fout gemaakt
bij digitaliseren acceptabel is. Bij een kleinere celgrootte
zou bovendien de computertijd voor de konversie (en
daarmee de kosten) onacceptabel groot worden.
Bij de onderzochte rastercelgrootten is de fout voor
ieder kaartblad (fragment) te berekenen door de G/p of
G/r te bepalen en de regressievergelijkingen te
gebruiken. Zo bedraagt voor een kaartblad met een G/p
van 3,0 km1 bij een rastercelgrootte van 50 m x 50 m de
fout 3,6%. De G/p en Glr zijn met de Computer zeer
eenvoudig te bepalen.
Bij de gevonden grensindices en de genoemde rastercel
grootten is de fout beter te voorspellen met de regressie-
lijn dan met de in de literauur genoemde methode
(SWITZER, 1975; GOODCHILD, 1980). Op zieh zijn echter
de aan de literatuur ontleende methoden goed en
universeel toepasbaar.
grootte van 100 m x 100 m. De resultaten zijn weergege-
ven in tabel 3. In alle gevallen blijken Switzer en
Goodchild een te hoge schatting van de fout te geven. De
gemiddelde afwijking ten opzichte van de fout (dcm)
bedraagt voor Switzer 1,15 en voor Goodchild 0,52%.
De formule van Goodchild blijkt beter overeen te
komen met de werkelijk optredende fout. Ook bij de
andere rastercelgrootten is een vergelijkbaar resultaat
gevonden.
Slotopmerkingen
STIBOKA heeft bij de vervaardiging van de bodemkaart
vanNederlandinrastervorm,schaall 50.000, gekozen
voor een rastercelgrootte van 50 m x 50 m. Bij deze
celgrootte bedraagt de fout bij verrasteren voor een
kaartblad maximaal 5,2%wat gezien de onzuiverheid
Noten
1. L. A. Ankum is Student Fysische Geografie aan de
Universiteit van Amsterdam. A. K. Bregt, J. Denneboom
en Y. van Randen zijn werkzaam bij de Stichting voor
Bodemkartering (STIBOKA) te Wageningen.
2. Berekening fout bij verrasteren volgens Switzer (1975) en
Goodchild (1980). De fout bij verrasteren tussen twee
eenheden i en j is volgens Switzer te berekenen met de
volgende formule:
0,76 x PfN, - 0,19 x P2/N2 (1)
waarin:
.Fjj gedeelte van de kaart dat werkelijk tot eenheid i
behoort, maar tot eenheid j gerekend wordt;
Pjj aantal paren cellen (horizontaal en vertikaal)
waarvan 1 cel in eenheid i en 1 cel in eenheid j
ligt, waarbij de afstand tussen de middelpunten
van de cellen 1 cellengte is;
N] totaal aantal paren cellen waarvan de afstand
tussen de middelpunten van de cellen 1 cel
lengte is;
38
KT 1987. XIII.2
fout
30
2 4 l S
grensindex raster (km/km2)
rastercelgrootte 200 m x 200 m
rastercelgrootte 100 m x 100 m
x rastercelgrootte 50 m x 50 m
11 kaartbladen
50
X
50
F 1,2 x G/p
99,8
11 kaartbladen
100
X
100
F= 2,3 x G/p
99,8
11 kaartbladen
200
X
200
F=4,5xG/p
99,4
11 kaartbladen
50
X
50
F= 1,0 xG/r
99,7
35 deelgebieden
11 kaartbladen
100
X
100
F=2,lxG/r
99,4
35 deelgebieden
11 kaartbladen
200
X
200
F= 4,7 xGI,
97,7
35 deelgebieden
Kaart
Fout
Switzer
Goodchild
blad
DCM
fout
afwijking
fout
afwijking
t.o.v.
t.o.v.
DCM
DCM
26 W
0,9
1,0
0,1
1,0
0,1
SOAV
4,3
5,0
0,7
4,6
0,3
25 O
5,1
5,6
0,5
5,2
0,1
38 W
6,2
6,9
0,7
6,4
0,2
37 W
6,7
7,9
1,2
7,2
0,5
32 W
6,8
7,7
0,9
7,3
0,5
39 W
8,3
9,4
1,1
8,8
0,5
51 O
9,1
10,8
1,7
9,9
0,8
51 W
9,2
10,5
1,3
9,8
0,6
37 O
9,3
11,7
2,4
10,3
1,0
27 O
10,2
12,3
2,1
11,3
1,1