jaren. Tot zijn dood in 1897 gebeurde dit onder leiding van prof. dr. Schols. Zijn werk werd voortgezet en voltooid door prof. ir. Heuvelink. In 1930 werd de Bijhoudingsdienst van de Rijksdriehoeksmeting ingesteld en ondergebracht bij het Kadaster met de opdracht de grote nauwkeurigheid van het Nederlandse driehoeksnet te handhaven. Door diverse reorganisaties is de naam en het onderdeel waar de afdeling bij behoorde nog wel eens gewijzigd, maar in feite is het huidige bureau RD een regelrechte voortzetting van de destijds in het leven geroepen Bijhoudingsdienst. Na de eerste metingen aan het nieuwe driehoeksnet in 1885 is er aan de uitgangspunten van het net niets veranderd. De instrumenten ondergingen uiteraard wel een evolutie, maar na 100 jaar werd er nog steeds gemeten tussen torens onderling en werden er lokale metingen uitgevoerd waarbij noodza kelijke verre richtingen meestal gemeten moesten worden van boven uit de toren. Dat ging drastisch veranderen toen de Amerikanen hun Global Positioning System (GPS) in de tweede helft van de jaren 80 operationeel hadden. GPS was opgezet door het Department of Defense, maar was vrijelijk door een ieder Ie gebruiken. Door gebruik te maken van speciale ontvangers en te meten op een speciale manier kon met GPS een zeer hoge nauwkeurigheid gehaald worden. De RD is daar in 1987 ook mee begonnen. Vanaf dat moment was het niet meer noodzakelijk om nieuwe punten te bepalen door middel van metingen boven op in RD bekende torens. In een later stadium besloot de RD om ook geen toren meer te beklimmen om daar een verre richting op te nemen: dat kon nu door met 2 GPS-ontvan- gers een oriëntering te meten, waarbij één ontvanger werd opgenomen in de lokale meting. Dit was in 1994. Een drastische verandering, want naast het tijdrovende van het opsporen van de sleutel van de toren en het beklimmen met apparatuur was ook het element van helder zicht op grote afstand niet meer een voorwaarde. Het meten werd veel efficiënter. Nadat de RD enkele jaren ervaring had opgedaan in het meten met GPS ging de gedachte postvatten om een nieuw veld van RD-punten te maken, die in liet bijzonder geschikt waren om te meten met GPS. Voorwaarde voor deze punten was dat zij een vrij zicht naar de hemel hadden en dat de bepaling ook in hoogte moest plaatsvinden. Het nieuwe systeem is namelijk een 3D-systeem en daarvoor waren de bestaande RD-punten nooit geselecteerd en ingemeten. Zo ontstond het idee van bet GPS-kernnet. In 1997 is dat kernnet -dat bestaat uit 415 punten- fysiek gereedgekomen. Thans wordt nog gewerkt aan liet vervolmaken van de hoogtecomponent om recht te doen aan het uitgangspunt dat het GPS- kernnet een driedimensionaal net is. Alle kernnetpunten worden door de RD gewaterpast volgens de richtlijnen van de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat (MD) om te voldoen aan de eis van 2e orde waterpassing. Omdat GPS driedimensionaal is, is de samenwerking met de MD ook nauwer geworden. Beiden hadden belang om de werkzaamheden te coördineren. Gestimuleerd door de Nederlandse Commissie voor Geodesie en bijgestaan door de Tl! Delft is liet idee (en de software) ontwikkeld om een netwerk op te gaan zetten van 5 permanente GPS-stations. Het heeft de naam gekregen van Actief GPS Referentie Systeem voor Nederland (AGRS.NL). Met name het actieve onderdeel van dit systeem bete kent een nieuwe lase in het RD-stelsel. Tot nu toe waren alle stations passie!. De kwaliteit van de stations wordt real time bewaakt in het rekencentrum. Medio 1997 is AGRS.NL operationeel geworden en wordt het systeem sindsdien geëxploiteerd door liet Kadaster en de MD. Het grote voordeel voor gebruikers is dat zij met één ontvanger nauwkeurige GPS-metingen kunnen doen. Abonnees op AGRS.NL kunnen tegen betaling GPS-data van Internet downloaden en in combinatie met data van hun eigen ontvanger de positie van liet ingemeten punt bepalen. Dit alles gebeurt via post processing oftewel achteraf. Ontwikkeling van de apparatuur maakt bet echter steeds meer mogelijk 0111 real time in liet terrein te meten. Door de exploitanten van AGRS.NL wordt volop nagedacht hoe er op deze ont wikkeling kan worden ingespeeld. Het beleid is erop gericht dat in 2005 de mogelijkheid wordt gebo den om met behulp van permanente stations ook real time detailmetingen kunnen worden verricht.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 1999 | | pagina 11