Het NAP een peil op niveau? lag. A.M. Troostprojectleider NAP, Meetkundige Dienst run de Rijkswaterstaat In een land als Nederland waar het hoogteverschil tussen het hoogste en het laagste punt slechts 330 m is en waar je, mits je op het platteland bent, mijlenver kunt kijken omdat er zelfs geen heuvel te vinden is, speelt hoogte toch een zeer cruciale rol. Deze cruciale rol is voor veel mensen van over de hele wereld genoeg reden om een bezoek te brengen aan dat kleine dichtbevolkte landje aan de zee. Hij de gemiddelde Nederlander krijgt deze rol helaas pas enige betekenis in tijden van hoge waterstanden waardoor een waterstand die één centimeter stijgt, ineens wereldnieuws wordt. Maar het water zakt, het gevaar wijkt, we leven verder en het NAP blijft weer beperkt tot de aardrijkskundeles op de school. Geodetisch Nederland hecht gelukkig wat meer waarde aan het NAP en de daaraan gerelateerde hoogten, maar ook velen van hen blijken toch niet te weten rial de afkorting NAP staat voor Normaal Amsterdams Peil en niet voor een 'Nieuw' of 'Nauwkeurig' Amsterdams Peil. Ondanks de misschien beperkte bekendheid van het NAP, is het toch al ruim drie eeuwen oud en heeft het een essentiële betekenis. Het belangrijkste toepassingsgebied van liet NAP en rle daaraan gerela teerde hoogten is te vinden in de eeuwenoude strijd tegen de zee die zo kenmerkend is voor Nederland: het bouwen van terpen in de Middeleeuwen; de stormvloed te Amsterdam in 1675; de overstroming van de Zuiderzee in 1616; de februarirainp in het Deltagebied in 1953; en natuurlijk de overstromingen waar we de laatste jaren mee te maken kregen. Zoals ook nu nog pas vaak na een ramp tegenmaat regelen getroffen worden (Deltaplan voor de kust en Deltaplan voor de rivieren), gebeurde dat ook vroe ger. Na de stormvloed te Amsterdam werd de water kering verbeterd en werd in 1684 bij een achttal sluizen het Amsterdams Peil (AP) middels mar meren stenen vastgelegd op een hoogte van negen voet en vijf duim boven het nulniveau. De bouw stond onder leiding van burgemeester Johannes Hudde en de metingen werden verricht met een door Christiaan Huygens ontworpen waterpasinstrument. Voor het nulniveau werd zeer waarschijnlijk de gemiddelde zoinervloedstand van het 1.1 genomen. Dit wordt aangenomen daar uit peilmeetreeksen van vlak daarna, bleek dat het peil zeer dicht lag hij het AP: een verschil van slechts 1,8 mm. In 1818 werd dit AP bij Koninklijk Besluit voorge schreven als landelijk peil. Een reden hiervoor was dat in die tijd veel kanalen en daarna ook spoor wegen werden aangelegd, waardoor één peil voor heel Nederland wenselijk was. Bij de aanleg van deze infrastructurele werken, constateerde men aanzienlijke afwijkingen in hoogten langs de rivieren. Toen daarna de Pruisische regering met het IVaterpasinstrunient ran Christiaan llnygens (1020-1605), nil: '3 Eeuwen NAP', Rijkstvaterstaat-serie nr -t S. zj. [I0S6], 10 d'llicyï/cnj Niveau.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 1999 | | pagina 12