De geschiedenis der techniek als onderwerp
van onderzoek
pro/dr.ir H.IV. Lint-senhoogleraar Geschiedenis der Techniek TU Delft en TIJ Eindhoven
Het vak 'Geschiedenis der Techniek' is niet, zoals men misschien zou verwachten, geboren
in Engeland, het land van de Industriële Revolutie, maar kort na 1900 in Duitsland, dat
aan het eind van de vorige eeuw een leidende rol speelde in de industrialisatie. Engeland
volgde na de Eerste Wereldoorlog; Amerika na de Tweede Wereldoorlog, evenals Nederland.
De opkomst van de techniekgeschiedenis betekende echter nog niet de vorming van een
duidelijk omschreven en samenhangende discipline. De techniekgeschiedenis bleek een
veelkleurig veld waarin ieder land en veelal iedere onderzoeker zijn eigen weg ging.
In deze bijdrage zal het vakgebied voor Nederland ingekleurd worden. Wij doen dat tegen
de contouren van ontwikkelingen in het buitenland.
De reden dat Duitse ingenieurs aan liet begin van de twintigste eeuw het initiatief namen tot
het nieuwe vakgebied 'techniekgeschiedenis' had te maken met hun gevoel van achterstel
ling ten opzichte van de academici. In hun strijd om erkenning trachtten Duitse ingenieurs
meer begrip te kweken voor de maatschappelijke en culturele betekenis van de techniek.
De 'geschiedenis van techniek en maatschappij' leende zich daar bij uitstek voor.
In Engeland speelden andere ambities een rol. Daar vond de techniekgeschiedenis onder
meer haar rechtvaardiging in een zeker praktisch nut. Ontwerpers, uitvinders en technici
konden van de geschiedenis van hun vak leren, zo stelden de oprichters van de op de
techniekgeschiedenis gerichte Newcomen Society in 1()20. Eerst 11a de Tweede Wereldoorlog
begon de techniekgeschiedenis in Amerika van de grond te komen. Daar bestond onvrede
met de smalle, zuiver beroepsgerichte ingenieursopleidingen. De kloof tussen techniek en
cultuur moest worden overbrugd. Techniek werd gezien als een intrinsiek onderdeel van de
cultuur. Daarmee verschilde de Amerikaanse benadering fundamenteel van de Engelse.
In Amerika waren relevante vragen: "waarom waren de dingen voortgebracht en hadden
zij hun specifieke vorm?" en: "welke effecten hadden zij op andere terreinen van menselijke
activiteit?" De praktijk was echter weerbarstiger dan de theorie. De beoogde aanpak bleek
lange tijd onhaalbaar. De aandacht ging te eenzijdig uit naar de gevolgen van de technische
ontwikkeling. De maatschappelijke oorzaken van technische ontwikkeling kwamen nauwe
lijks aan bod.
Wat gebeurde er in Nederland in de periode dat de techniekgeschiedenis in Duitsland,
Engeland en Amerika institutionaliseerde? Op het eerste gezicht weinig. Het vooroorlogse
Nederlandse techniek-historische onderzoek stond vooral in het teken van de vroegmoderne
tijd. toen Nederland een prominente rol in de technische ontwikkeling speelde. Nederland
was gedurende de Gouden Eeuw niet alleen in economisch opzicht koploper in de wereld,
maar ook in technisch opzicht. Deze visie bracht mee dat historici veel aandacht besteedden
aan de technische ontwikkeling in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw.
De economische geschiedschrijving van vóór en vlak na de Tweede Wereldoorlog onderzocht
innovaties in uiteenlopende bedrijfstakken en productieprocessen zoals de lakenfabricage,
de turfgraverij en de branderijen. Sedert de jaren vijftig zouden ook andere
disciplines - zoals tie zeegeschiedenis, de historische geografie en de landbouwgeschiedenis -
techniek als thema van onderzoek opnemen.
Economisch-historici zagen techniek weliswaar als een belangrijk element van industriali-