Prof. dr. ir. L. Aardoom, voorzitter
De Nederlandse Commissie voor Geodesie (NCG) ontleent haar bekendheid mede aan de
publicatie van uitkomsten van door haar verricht of bevorderd geodetisch onderzoek. I laar
rechtsvoorgangers (de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing en de Rijks
commissie voor Geodesie) gingen hierin voor. Er zijn twee reeksen van publicaties: de 'gele'
en de 'groene'. In de 'gele' reeks ziet - doorgaans in het Engels - werk van geodetisch grens
verleggende aard het licht: de 'groene reeks biedt - meestal in het Nederlands - ruimte aan
bijdragen van andere soort: technisch, beleidsmatig of anderszins van binnenlandse geo
detische betekenis. In de 'groene' reeks vonden, allang vóór de oprichting van de Werkgroep
Geschiedenis der Geodesie in 1979, ook geschiedkundige monografieën hun weg naar de
lezer. Toonaangevende voorbeelden hiervan zijn N.D. Haasbroek Gemma Frisius, Tycho
lira he and Snellius and their triangulations (1968) - om er van zijn hand slechts één te
noemen -P.l. van der Weele De geschiedenis van het N.A.P. (1971) en A. Waalewijn De
Tweede Nauwkeurigheidswaterpassing van Nederland. 1926-1940 (1979). I let is minstens
opmerkelijk dat sedert de oprichting van voornoemde werkgroep het aanbod van geschied
kundige kopij ter publicatie door de Commissie ten einde kwam. Ondergebracht bij de
KNAW, moest de NCG zich beraden op haar kerntaken. De beoefening van de geodetische
geschiedkunde zou daar helaas geen deel van blijven uitmaken. Het was des te meer ver
heugt mhI dat de NCG niet alleen het initiatief nam tot de vorming van een stichting met de
geschiedenis van de geodesie als aandachtsgebied, maar in 1998 ook bereid was deel te
nemen in Stichting De Hollandse Cirkel. De NCG heeft nu de Stichting blij verrast door
bereid te zijn om in haar in het nieuw gestoken 'groene' reeks in voorkomende gevallen ook
geodetisch historische bijdragen op te nemen. De Hollandse Cirkel zal de kwaliteit van die
bijdragen helpen bewaken, de NCG adviseren en waar nodig op andere w ijze inzake de
geschiedenis behulpzaam zijn De eerste van de in samenwerking uitgebrachte geschied
kundige publicaties is een verhandeling van ing. 1 l.Ci.Pouls over Een nuttig en profijtelijk
boekje voor alle geografen geschreven door Gemma Frisius. Nog net verschenen in 1999. is
het gewoon nummer 37 in de 'groene reeks, maar - naast uitdrukkelijke vermelding van de
samenwerking met De 1 Iollandse Cirkel - blijkt het geschiedkundige karakter van deze
publicatie uit het logo van de Stichting, afgebeeld op de achterzijde van de omslag, zij aan
zij met dat van de NCG. De Stichting is daar trots op en betuigt de NCG gaarne dank voor
de mogelijkheid om, naast korte artikelen in De Hollandse Cirkelnu ook het schrijven van
uitvoeriger verhandelingen daadwerkelijk te kunnen stimuleren.
Bij elke voordracht over de historische grondslagen van de landmeetkunde of de cartografie
wordt duidelijk gemaakt dat Jemme Reinerszoon uit Dokkum (Gemma Frisius, 1508-1555)
de uitvinder van de driehoeksmeting - meer in het bijzonder van de voorwaartse insnijding -
was. En wie kent niet het plaatje met het driehoeksnet van Leuven tot Middelburg en Bergen
op Zoom, dat deze geleerde zou hebben gemeten? We vinden dat plaatje ook weer in het
genoemde werk van Pouls. Maai' hij is op dit punt kritischer dan de meeste schrijvers en
sprekers. Hij heeft dan ook kennis genomen van het oorspronkelijke geschrift van Gemma
Frisius, althans van een Nederlandse vertaling daarvan, oorspronkelijk uit 1537. Aanleiding
om de inhoud van dit geschrift voor hedendaagse Nederlandstalige lezers gemakkelijk
toegankelijk te maken. Gewenst om die inhoud op de juiste wijze te kunnen waarderen. Pas
door zich de context van Frisius boekje te realiseren en dit kritisch te lezen wordt alles
duidelijker. Frisius' bijdrage staat namelijk niet op zichzelf, maar werd in 1533 door
Gemma Frisius als aanhangsel toegevoegd aan een door hem bewerkt omstandiger 'geo-
19
O O O