detisch' boek in het Latijn, Cosmographicus Liber door de Duitse geleerde Petrus Apianus (1495-1552). Frisius' werkje mag dus 'slechts' worden gezien als aanvulling op Apianus' boek; niettemin een waardevolle aanvulling! Eigenlijk behoort men laatstgenoemd werk dus eerst door te nemen. Dat wil Pools ons besparen door de inhoud ervan samen ie vatten. Belangrijk, want anders waren we daar niet zo aan toegekomen. Van Frisius' bewerking van Apianus' boek - en daarmee ook van het "boecxken" van de bewerker - verschenen talloze drukken in diverse talen. Schrijver Pools had een Nederlandstalige editie uit 1598 tot zijn beschikking. Na een korte levensbeschrijving van de hoofdpersoon, reproduceerde hij hieruit de folio's 104 t/m 111, zijnde het "boecxken" van Gemma Frisius; alles netjes foliogewijze en met de originele afbeeldingen, waaronder het overbekende driehoeksnet. Zo kunnen w ij alles in de grondtekst - Gemma Frisius was tenslotte een Nederlander - aandachtig nalezen. Pools begeleidt ons daarbij op deskundige en kritische wijze. Zodoende komen we met hem tot enkele opmerkelijke conclusies. Pools vermeldt die in een geïllustreerde nabeschouwing, die al met al maar twaalf bladzijden beslaat, maar eigenlijk de kern van zijn publicatie is. In zekere zin een boekje bij het "boecxken". 1 let laatstgenoemde blijkt meer te zijn dan een beschrijving van de methode van de voorwaartse insnijding. Wat betreft het te gebruiken instrumentarium volstaat Frisius helaas met kortweg te verwijzen naar de in zijn tijd gang bare landmeetkundige en andere instrumenten voor plaatsbepaling. Pools tracht met zijn gedegen kennis terzake hier aanvulling te geven. Dan "liet driehoeksnet Dit kan nooit zo gemeten zijn; sommige afstanden waren, gezien de aardkromming, daarvoor gewoon te groot. Frisius zelf laat er ook geen twijfel over bestaan: het w as slechts een "exempel 1 lelaas laat Frisius de lezer in het ongewisse hoe hij aan de voor toepassing van zijn methode benodigde basisafstand kwam. Met Pools' toelichting geeft Frisius' boekje een kijk op de stand van zaken in de vroeg-1 öde-eeuwse landmeetkunde, liet is goed dat onze schrijver van vandaag dit alles eens goed uit de doeken heeft gedaan en dat aldus aan de fundamen tele bijdrage van Gemma Frisius recht wordt gedaan. Met 'het' postunie portret van Gemma Frisius dadelijk vóór op de omslag, goed uitgevoerde illustraties en een originele typogra fische verzorging van de oude teksten markeert Pools boekje op waardige wijze de voort zetting van een traditie. Misschien ook een aanzet om de inhoud van andere oud-vader landse geodetische 'bestsellers' voor een breder publiek te ontsluiten. Het boekje is zijn geld méér dan waard. Donateurs en leden van de Werkgroep Geschiedenis der Geodesie kunnen het voor slechts f. 15,- (excl. verzendkosten) bestellen via het Bureau van de Stichting. Wie (nog) geen donateur is kan hiertoe voor f. 20.- (studenten: f. 15,-) terecht direct bij het Bureau van de NCG, Thijsseweg 11. 2629 JA Delft, telefoon: 015-2782819, fax: 015-2781775, e-mail: ncg@geo.tudelft.nl. Gegevens: Een nuttig en profijtelijk boekje voor alle geografen Gemma Frisius Met een inleiding en nabeschouwing door 11.C. Pouls Nederlandse Commissie voor Geodesie Uitgegeven in samenwerking met de Stichting De 1 lollandse Cirkel Delft, december 1999 ISBN 90 6132 268 5 Gemma Frisius, gravure ran ran Stalbiirch 0 O on PD P P 20 Erjiijui qtnyfj-ifsu obtr^iyfr tui

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2000 | | pagina 26