Duinkerken. In liet andere rijtuig zit Méchain: eveneens vergezeld van een assistent. Zij
gaan naar Barcelona. Beiden hebben de noodzakelijke instrumenten bij zich, waaronder
voor de ploeg van Méchain twee repetitiecirkels. In die twee plaatsen zouden ook de
breedtebepalingen gedaan worden. De een zou naar het Noorden toewerken, de ander
naar het Zuiden en ze zouden in de omgeving van Rodez de kettingen op elkaar
aansluiten.
Maar het werk gaat, zoals uit het boek zal blijken, niet van een leien dakje: Delambre
krijgt vaak heimwee naar Parijs. Méchain verliest het vertrouwen in zijn uitgevoerde
metingen en berekeningen (dus in eigen kunnen) en wordt ziek. Daarbij is de politieke
toestand in Frankrijk volslagen onstabiel. Weliswaar is Lodewijk XVI bij bet begin van
de metingen nog koning, maar zijn macht is als gevolg van de revolutie wel zeer
beperkt.
Het is interssant eens op te slaan wat Volker Bialas in zijn boek: "Erdgestalt,
Kosmologie und Weltanschauung" over deze graadmeting schrijft.
Op pagina 171 vermeldt B. dat hij herhaling van de berekening door Delambre kleine
correcties aan de hoeken van de driehoeken werden ingevoerd. "Dabei win den offenbar
einige der Messungen durch Méchain unterdrückt", waarop noot 2b volgt op
pagina 342 waaruit zou blijken: "eine von Méchain getroffene Auswahl aus seine
Horizontalwiukelmessungen
Hieruit valt af te leiden dat voor de oorspronkelijke berekeningen Méchain bepaalde
gegevens die niet noodzakelijk waren zou hebben achtergehouden,.
Het boek van (1. vermeldt dit niet. Wel dat Delambre na het overlijden van Méchain in
1803 van diens vrouw en zoon, alle verslagen, dagboeken en aantekeneningen ontvangt
(bladzijde 200). In een van de journaals van Méchain. uit 1793, stuit hij erop dat
Méchain met een tussenpoos van één jaar twee breedtemetingen van Barcelona heeft
uitgevoerd. "Maar ze klopten niet met elkaar: het stond er in zijn (Méchains)
handschrift, ze verschillen drie seconden!" (Dat is dus 90m)
De eerste van de twee uikomsten had Méchain bekend gemaakt en die was gebruikt bij
de berekening van de omtrek van de Aarde. De andere meting had hij geheim
gehouden.
I Iet boek beschrijft dan indringend de schok die dit Delambre geeft.
I lij aan het rekenen. Welke is goed? Na een nacht werken is hij zeker: gelukkig: de
eerste bepaling van Méchain is correct en dus ook de Standaardmeter in het
Staatsarchief.
Hier is het boek bepaald niet afstandelijk en saai! De geschiedenis van de drie seconden
is duidelijk een andere is dan wat Bialas en Bigourdan (noot 26) vermelden.
Ook vermeldt Bialas op bladzijde 173: "Delambre verbesserte nachtraglich die Lenge
des Meters auf 443,328 Pariser Linien", die reeds was vastgesteld op 1 meter 0,513
074 Toise 443,296 Parijse Lijnen en omgekeerd 1 Toise 1,949 037 meter.
Ook dit wordt niet vermeld in het boek van Guedj.
"l iet meten van de Wereld" is géén boek dat de graadmeting wetenschappelijk
beschrijft. Over grootte van driehoeken, sferisch exces, mate van afplatting, bereke
ningen, vereffeningen rept het niet. Het richt zich t ot een breder publiek dan dat van
geodeten, astronomen etc.
We bevelen het in uw belangstelling aan.
./.II. Holsbrink
W.L. Lieraart
2«