Historisch nieuws De el, de meter en het Kadaster Van I 1 juli lol en met 7 november 1999 is er in het Historisch Museum van Apeldoorn een tentoonstelling te zien geweest met de titel 'Kadaster in kaart, een geschiedenis van land meters, techniek en cartografie'. Op zeer informatieve wijze werd hier aan het grote publiek duidelijk gemaakt wat het Kadaster deed en nog doet. Op de expositie was de geschiedenis van landmeters, kaarten makers en twee eeuwen technische ontwikkelingen te zien. Het is jammer dat deze tentoon stelling alleen maar in Apeldoorn te zien is geweest. Als reizende tentoonstelling zon het geheel zeker overal in ons land belangstelling hebben kunnen trekken. Bij de tentoonstelling verscheen een door het Museum en het Kadaster uitgegeven publicatie van Stefan Ruiten met de gelijknamige titel 'Kadaster in kaart, een geschiedenis Dit fraai geïllustreerde, prettig leesbare boekje beschrijft op populaire wijze de geschiedenis en het werk van het kadaster. Men zou dit als een opvolger kunnen zien van het in 1898, dus een eeuw eerder, verschenen boekje van E.Molema getiteld 'Ons Kadaster voor oningewijden geschetst'1. Alleen was Molema een landmeter van het Kadaster en Rutten is dit kennelijk niet. De publi catie bevat hier en daar wat onvolkomenheden, die de leek echter niet zullen opvallen. Alleen een deskundige op het gebied van instrumenten zal protesteren tegen de bewering op blz. 10 dat de Repetitiecirkel van Borda een verbeterde versie van de Hollandse Cirkel was. En dat de luchtfoto op blz. 41 'op zijn kop' staat, zal waarschijnlijk alleen een inwoner van Apeldoorn opvallen. Vergelijk de loop van de spoorlijnen boven op de foto met die onder op de kaart van blz. 48. Wat er op blz. 35 en 37 geschreven is over het onderwijs in Delft is verwarrend en gedeelte lijk onjuist. Dil had met wat meer zorgvuldigheid voorkomen kunnen worden". Jammer is ook dat er geen bron- en literatuurverwijzingen zijn. Ernstiger wordt het wanneer in een, mede door het Kadaster uitgegeven boekwerkje, een fout van honderden meters wordt geconstateerd en dat bij een dienst die claimt tot in centimeters te werken! Op blz. 17 lezen we namelijk dat er ten behoeve van het driehoeksnet van Apeldoorn een basis gemeten is met een lengte van 1580 el en dat zou overeenkomen met 1074,40 meter. Dit laatste is onjuist, hier is een grote maar toch wel begrijpelijke fout gemaakt. Wat is namelijk het geval? De el is voornamlijk een textielhandelsmaat geweest en nooit door landmeters gebruikt als lengtemaat. Vóór de Franse lijd werd er in roeden gemeten. Bij het z.g. '1 lollandse' Kadaster werd een tiendelig Rijnlandse roede gebruikt en toen deze metingen dooi' de Fransen werden afgekeurd, werd voor de nieuwe metingen de meter als standaard voorgeschreven. Deze Franse mètre werd gedefinieerd als het tienmiljoenste deel van de omtrek van de aarde. Na het vertrek van de Fransen werd onder koning Willem I een commissie ingesteld die moest bekijken of de door de Fransen ingevoerde maten en gewichten gehandhaafd moesten blijven of niet. Op 21 augustus 1816 verscheen er een wet waarin onder andere stond: 'Art. 6. Het nieuwe rnciaten- en gewigtenstelsel voor dit Rijk zal tot grondslag hebben eene lengte, welke is het tienmiljoenste gedeelte van den boog des aardkloots, welke zich van den noordpool tot den evenaar uitstrekt en door Parijs gaat.. 29

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2000 | | pagina 35