in de laatste 25 jaar
Inleiding;
In 1856. hij de oprichting van de Afdeling I lydrografie bij
het Ministerie van Marine werd de hvdrografie een zuivere
staatszorg, maar daarvóór was al heel veel baanbrekend
onderzoekswerk verricht in het kader van ontdekkings-
en handelsreizen.
Op 8 juli 1874 werd het hydrografisch bureau formeel be
stempeld tot een Afdeling (de vijfde) van het Departement
van Marine. Dat is 125 jaar geleden gehemd, een jubileum
dus en in elk geval een moment om exen stil te staan bij
verworvenheden en ontwikkelingen.
In 1940. hij het 75-jarig bestaan van de Dienst der I lydro
grafie verscheen een bijzonder nummer van het Marineblad
(orgaan en uitgave van de Vereniging van Marineofficie
ren), geheel gewijd aan 'de maritieme cartografie en de
ontwikkeling van het Hydrografisch Bureau En in 1974
vond in het Maritiem Museum "Prins Hendrik te Botter
dam een tentoonstelling plaats ter gelegenheid van het
100-jarig bestaan van de afdeling I Ivdrografie van het
Ministerie van Defensie (Marine). Bij deze tentoonstelling
werd een uitgebreide catalogus uitgegeven onder de titel
"Met lood en lijn met als ondertitel "Vier eeuwen hydro
grafie (Eindredacteur was de geodeet prof.dr.ir. C.
Koeman, hoogleraar in de kartografic aan de Rijksuniversiteit l trecht.)
In deze publicaties werd een overzicht gegeven van de ontwikkelingen en wederwaardigheden van de
voorafgaande perioden, waarbij vooral kaarten, schepen en ook mensen uit de historie aan bod
kwamen. Slechts terloops, zoals liet eigenlijk ook in de praktijk verliep, kwamen geodetische aspecten
aan de orde.
I lel gebruik van het (magnetisch) kompas (begin veertiende eeuw) heeft een belangrijke rol gespeeld
bij de verbetering van de toenmalige zeekaarten evenals later de uitvinding van de zee-chronometer
(I larrison. I7(>l). Deze ontwikkelingen en ook vele andere liepen parallel met rlie in andere landen en
andere disciplines. Wel is duidelijk, dat Nederland als belangrijke zeevarende natie in vele opzichten
voorop liep. natuurlijk met een welbegrepen eigenbelang als drijfveer. I lel mag misschien verwonde
ring wekken, dat over de methoden van het opnemingswerk (triangulatie, Snellius-meting, hand- en
echoloden, getijmeting, astronomische waarnemingen, rekenmethoden enz.) en de daarbij gebruikte
instrumenten eigenlijk niets werd vermeld, maar daarvoor kon natuurlijk worden verwezen naar de
handboeken die daarover al bestonden.
Als dit 25 jaar geleden niet als essentieel werd beschouwd willen wij de laatsten zijn. die daarin nu
verandering willen gaan aanbrengen. Wij zullen liet verleden laten rusten zoals dat in 1974 werd
geboekstaafd2 maar zullen trachten een indruk te geven van de geodetische ontwikkelingen iu de
1 Aan de hand van bijdragen van Ed Crince, ir. Ina Elema,. ir. Wim van Gein, Cor Mallie en Hein Versteeg, allen huidige of
voormalige medewerkers van de Dienst der Hydrografie.
/li'go ran dent 1
VIER**
EMAVENI
u HYDRO
rORAI'IEi
Tentoonstellingscatalogus uil l()74.