naar de automatische stuurinrichting, waardoor het schip op een vooraf vastgestelde lijn blijft varen. In liet midden van de jaren zeventig werd 1 Ir. Ms. 'Onversaagd' als eerste marineschip uitgerust met een Doppler-satellietontvanger voor het Navy Navigation Satellite System (NNSS) voorde plaats bepaling tijdens een wetenschappelijke onderzoeksreis op meteorologisch gebied onder de Amerikaanse kust. Het grote winstpunt voor de oceaannavigatie was dat elke paar uur - afhankelijk van de geografi sche breedte en onafhankelijk van het zicht - een positie met een nauwkeurigheid van 1 a 1.5 zeemijl kon worden verkregen samen met koers- en vaart informatie. Later werd deze ontvanger geïnstalleerd op het oceanografisch vaartuig Hr. Ms. Tvdeman en heeft daar jarenlang goede diensten bewezen. In 1902 werd het gebruik van DGPS - gebaseerd op uitzendingen van om de aarde draaiende satel lieten - bij de Dienst der I Iydrografie geïntroduceerd, alwaar het sinds 1996 als primair plaats bepalingssysteem wordt gebruikt. Via een commerciële service werd een abonnement op differentiële signalen aangeschaft. In 1990 heeft de Dienst der 1 Iydrografie voor gebruik bij opnemingen in de Antilliaanse wateren een draagbare differentiële ontvanger aangeschaft, die binnen twee uur door twee man op iedere gewenste, maar nauwkeurig bekende of bepaalde, plaats kan worden neergezet. Met dit systeem kan men de positie bepalen met een precisie in de orde van vijl meter, hetgeen aan de voorwaarden van hydrografi sche opnemingen voldoet. Het radioplaatsbepalingssysteem Loran-C heeft een tweede leven gekregen. I let van oorsprong Ameri kaanse militaire systeem, gebouwd in de j aren '50 werd in 1974 een civiel systeem. Eind 1994 vond de overdracht plaats aan niet-US landen. Samen met twee bestaande Franse Loran-C stations en een aantal nieuwe stations werd de keten NELS (North European Loran-C System) gevormd. Vanwege de complementaire eigenschappen van GPS en Loran-C staat Loran-C volop in de belangstelling. Onlangs heeft de Dienst der I Iydrografie ervaring opgedaan met GPS RTK-OTF (Ileal Time Kinematic - Ou The Fly) technieken, waarover door F.Irma en Kwanten is gepubliceerd in The I lydrographie Journal 1999, een techniek waarbij, gebruik makend van fasemetingen aan het GPS signaal, lot op centimeter precisie in .1 dimensies de positie bepaald kan worden van een dynamisch object. De Dienst der Hydrografie werkt momenteel aan integratie van alle aan boord aanwezige plaats bepalingssystemen (zie Elema, Jaarverslag NCG 1997, gepubliceerd in 1()('8). Gelijktijdig wordt een kwaliteitscontrole uitgevoerd en zullen naast de geïntegreerde positie ook kwaliteitsparameters, zoals precisie en betrouwbaarheid, in beeld worden gebracht. We zien een trend dat er vaker binnen de Koninklijke Marine een beroep wordt gedaan op de Dienst der I lvdrogralïe om Ie adviseren omtrent navigatieteken. Dieptemeting Al vanaf vóór WO II wordt voor dieptemeting op zee gebruik gemaakt van het echolood, waaraan natuurlijk allerlei verbeteringen zijn aangebracht: zoals van rondschrijvende naar recht schrijvende registratie, het toepassen van deiningcompensatie en - door het toepassen van relatief hoge zend- en ontvangstfrequenties, die resulteren in een smalle bnndelbreedte - het bereiken van sub-decimeter meetnauwkeurigheid. Hij de Dienst der 1 Iydrografie werd in het begin van de jaren tachtig, aan de hand van resultaten van opnemingen in de zuidelijke Noordzee, vastgesteld dat vooral in het gebied van Sandettie en Noordhinder, waar zandgolven voorkomen met hoogten van meer dan zes meter, de maximale afstand tussen de lodingslagen gesteld moest worden op 50 meter. Uit onderzoek was name lijk gebleken dat bij een grotere slagafstand de mogelijkheid van een afwijking van geïnterpoleerde diepten tussen de lodingslagen, ten opzichte van de werkelijkheid, van meer dan een meter niet was uit te sluiten. Een dergelijke deviatie strookt niet met de door de Internationale 1 Ivdrografische Orga nisatie (II10) vastgestelde eisen met betrekking tot dieptebepaling. Deze kleine slagafstand, naast de noodzaak van een hoge herhalingsfrequentie van de opnemingen in dit voor de scheepvaart uitermate belangrijke toegangsgebied naar Europoort, betekende een grote aanslag op de toch al niet ruim be meten capaciteit van de Dienst. Om een breed pad te kunnen opnemen bleek het gebruik van zoge naamde "interferoinetrisch zijwaarts schijnende sonar goede mogelijkheden te bieden. Deze techniek is gebaseerd op de principes van de reeds sedert de jaren zestig algemeen in gebruik zijnde side-scan-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2000 | | pagina 6