V\k
1/6 Syfï
b i2/a sl6
\\\k
T
- i - b Z a
I it de vorm van de slinger kan men een schatting van de traagheidsstraal i berekenen en een schatting
van de ligging van het zwaartepunt Z. Het punt A kiest men meestal zo ver mogelijk van Z, dus a
groter dan i. I lieruil volgt dan b volgens (10). Voorwaarde (10) is echter niet erg kritisch zoals uit (9)
hlijkt.
In de praktijk
Een goede praktische uitvoering van een reversieslinger is een eenvoudige rechte staaf. Het zwaarte
punt ligt dan precies in het midden. Als de lengte van de staaft is, dan kan men het traagheidsmoment
en de traagheidsstraal i uitrekenen:
Als ophangpunt A bovenaan de staaf gekozen wordt,
dus
a S 2- dan is:
Uiteindelijk kan men dan de slingertijd T berekenen
met (9) en met (1) g:
4 TC2 a+b
I let is interessant om de slingertijd uit te zetten als functie van a.
I lorizonlaal is a uitgezet en verticaal T. Zie fig 4.
Figuur 4
Figuur 3
t midden is hel zwaartepunt.
We zien dat de slingertijd minimaal is voor a i. dan is l 2a volgens (5). De lengte behorend hij a
en b is ook in de grafiek aan te geven.
Figuur
13