Ik heb zelf een reversieslinger gemaakt van een primitieve houten lat 1.60 111 lang. waarin op de
berekende plaatsen van de punten A en B gaten zijn geboord. De slinger kan draaien om deze punten
door de slinger op te hangen aan een spijker. De gaten zijn versterkt door een metalen ring. zodat de
wrijving minimaal is. De slingertijI is ongeveer 2 seconden. Om beide ophangpunten heb ik de
slimrer ongeveer 15 min laten slingeren en het aantal slingeringen geteld. I lieruit berekende ik de
zwaartekracht van ().<°,()l in/sJ De werkelijke zwaartekracht ter plaatse, gemeten met een moderne
gravimeter. is 9,812 m/s" tins een verschil van I op 1000.
Dit is niet slecht voor zo n primitief instrument. I)e iets te kleine waarde wordt waarschijnlijk ver
oorzaakt door de lucht wrijving.
Conclusie
De uitvinding van de reversieslinger door Prony, ongeveer 200 jaar geleden, mag op drie punten wel
zeer hijzonder genoemd worden:
1het idee om de slinger om te draaien.
2. het vinden van twee punten waar beide slingerlijden gelijk zijn, terwijl de afstanden tot het
zwaartepunt niet gelijk zijn.
3. de introductie van de fictieve slinger om de zwaartekracht te berekenen.
De uitvinder moet wel een zeer creatieve geest gehad hebben om bovenstaande, niet voor de hand
leurende ideeën te bedenken, er hebben echter meerdere onderzoekers aan de ontwikkeling bijge-
Dr u
dragen.
Literal uur.
Georges Perrier. kurze Geschiehle der Geotkisie. (1950).
Ven i ng Meinesz, F.A and I {riskanen, V.A.. I lie Earth and its Gravity field. (10. >8).
Torge. V. Gravimetry (1980).
Bruins, G.J.. De herdenking van de 100e geboortedag van Prof. Dr.Ir.Yetting Meinesz, Grodesia. 1987.
Schraal', N. van der. History of the Netherlands Geodetic Commission. In: The Centenary of the
Netherlands ieodetie Com miss ion.
Prony- (Caspard Glair Frangois Marie Riehe, baron de), een verdienstelijk f ranselt
ingenieur, geboren den I Iden Julij 1755 te Chamelet in het departement du Rhone, bekleedde
verschillende betrekkingen, waaronder die van professor aan de
polytechnische school en inspecteur-generaal en directeur van de
hoogeschool voor bouwkunde. In 1828 werd hij baron, in 1835 pair, en
overleed den 29sten Julij 1839. Van zijne talrijke werken vermelden
wij: "Nouvelle architecture hydraulique (1790-1796, 2 dln) -
Mécanique philosophique (1800)"- Recherche physico mathématique
sur la théorie des eaux eourantes (1804)- en "Cours de mécanique
concemant les corps solides (1815, 2 dln) I lij was lid der Académie en
heeft ontwerpen geleverd voor vele gebouwen en waterwerken.
Uit: A. Winkler Prins (red.), Geïllustreerde Encyclopedie, T' druk,
Amsterdam 1ST')
par Baillj
I 'it: Petit Larotisse
illiist ré, 1973
14
