Historisch Nieuws Graadmeting ran Wilhelm Struve dour I XE'SCO erkend als World Heritage'? In hel begin van de 19e eeuw was er een grote behoefte aan militaire topografische kaarten. 1 Iet probleem daarbij was het ontbreken van een goede geodetische grondslag. De bepaling van de geografische lengte was moeilijk, en de afmetingen van de ellipsoïde waren nog niet precies bepaald. De Estlandse astronoom Wilhelm Strove wist van Tsaar Alexander de Eerste gedaan te krijgen dat er toestemming kwam een graadmeting te verrichten, en wel over de meridiaan van Tartu (Estland), die liep van Hogland naar Jekabpils (Estland - Litauwen). tegelijkertijd verrichtte Carl van Tenner, een Estlandse generaal in het Russische leger die belast was met de trigonometrie in West Rusland, een graadmeting over de meridiaan van Vilnius, die liep van Belicia naar Birzai (Witrusland-Litauwen). Daar de uiteinden van beide driehoekskettingen vlak bij elkaar lagen, besloot men beide netten met elkaar te verbinden. Zo bereikte men in 1831 een boog van ruim 8 graden. Struve slaagde erin zijn driehoeksketting uit te breiden naar de IJszee. You Tenner ging zuidwaarts en bereikte de Donau. Zo werd een graadmeting bereikt van ruim 25 graden. Deze graadmeting, waarvan de officiële naam was de 'Russisch Scandinavische meridiaan- graadmeting', doch die voortleeft ais de 'Struve Are', staat sindsdien bekend als de "moeder der triangulaties'. Het bijzondere van de graadmeting is dat de stations zeer goed verzekerd zijn in het terrein, en dat de beschrijving ervan goed gedocumenteerd is. De punten zijn gesitueerd op rotsbodem, waarin gaten werden geboord die gevuld werden met lood, en voorzien werden van een koperen plaat. 1 loewel de koperen platen en de loden opvullingen doorgaans verdwenen zijn, zijn de boorgaten nog steeds aanwezig. In de zestiger jaren van tie 20e eeuw kwam de graadmeting opnieuw in de belangstelling. De expert Aarno Veriö (F) slaagde erin vele punten terug te vinden. Op de Tartu Scientific Conference (augustus 1993) stelde hij voor de stations voor het nageslacht te bewaren, en aan de L NESCO voor te stellen deze als 'World I leritage aan te wijzen. Deze gedachte is geadopteerd door de 'International Institution for the History of Surveying and Measurement een permanent orgaan van de FIG. Aanwijzing door de IINESCO tot 'World Heritage' is echter pas mogelijk als alle betrokken landen (een tiental) zeil aantoonbare conserverende maatregelen hebben getroffen. De FIG is druk doende dit voor elkaar te krijgen. Tegelijkertijd streelt men naar een herdruk van het kloeke boekwerk waarin Struve de graadmeting heeft beschreven. I'. ran der Molen. (dit artikel is een samenvatting van 'Strure Arc' van Seppo Hartnala (Finland) een lezing gehouden op het symposium listoiy of Surveying te draag FIG mei 2000)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2001 | | pagina 29