Voor li gelezen....
i'.J. Orrneling sr. - Or liesidentiekaarten
run Juni en Mtidoera. In Oaert-Thresnor
2000 nr.2. blz. 45-49.
In onze vroegere koloniën is ui cle loop der
eenwen veel landmeetkundig werk verricht
en daarbij kwamen in de loop van de 19
eenn' belangrijke geodetische werkzaam
heden. Toch is er, zeker in de laatste hcdve
eenn'. nauwelijks aandacht besteed aan
dit werk. Ilet is of we ons ervoor schamen:
of komt dit omdat de geodeet, in het
algemeen gesproken, nauwelijks aandacht
heeft voor de historie!'
Een van de weinige door een geodeet
geschreven publicaties, die tk ken is het
boek van Wekker over het karteringswerk
in Suriname'. Wèl zijn er kartografische
publicaties geweest waarin zijdelings ook
aandacht is besteed aan landmeetkundige
aspecten. Het hierboven genoemde artikel
geeft zelfs naar verhouding vrij veel infor
matie over de geodetische kant van het
veldwerk. Enerzijds werden de residentie-
kaarten van Java en Madoera door tijdge
noten de hemel in geprezen en kregen de
kaarten op internationale tentoonstel
lingen diverse onderscheidingen.
Anderzijds blijkt dat de samenwerking
tussen de bij de kartering betrokken
Departementen van Marine en Oorlog veel
Ie wensen overliet en dat de meetkundige
grondslag allerlei gebreken vertoonde.
In 1853 deed de geodesie zijn intrede bij
kartering van Nederlands Indië maar het
nut van driehoeksmeting werd van
militaire zijde jarenlang in twijfel
getrokken, liet gevolg: eerst karteren dan
triansulerenl! De residentie Chenbon
werd een jaar voordat de triangulatie
plaats vond topografisch opgenomen. Toen
in 1S54 een basis werd gemeten gebeurde
dit door onervaren ingenieurs en bij latere
hermeting bleek die basis twaalf nieter te
lang te zijn. het hierop gebaseerde
driehoeksnet bleek waardeloos te zijn! In
de jaren IS6I-1860 werden nog zes
andere residenties zonder geodetisch
verband opgemeten. Ormehng geeft een
boeiende beschrijving van de gang van
zaken bij liet opmeten en de kartering. De
literatuurverwijzingen kunnen een belang
rijke luilp zijn voor een uitgebreider onder
zoek naar het geodetisch/landmeetkundige
werk in Nederlands Indië. Ormehng eindigt
als volgt: De geschiedenis van de
liesidentiekaarten overziend verkrijgt men
bepaald niet de indruk dat daaraan een
strak karteringsbeleid ten grondslag heeft
gelegen. Behalve gemis aan overleg tussen
de deelnemende instanties was er sprake
van koersveranderingen, wisselende
voorkeuren, aarzelingen en gebrek aan
besluitvorming. Desondanks heeft de serie
internationaal hoog gescoord!
Een hoogst interessant artikel dat navol
ging verdient. Als geodeet kan je je alleen
maar verbazen dat een dergelijke gang
van zaken destijds mogelijk was!
11.C. Pouls
J.B. Ch. Wekker - Historiejechnieken
en maatschappelijke achtergronden der
karteringswerkzaamheden in Suriname
sinds 1667. Delft, 1983.
Marco ran Kerklioren - De geplande
zakelijkheid ran Hollandse eeuwenoude
bouwstijl orerzee. In Delft Integraal 2000
ar. 4. blz 8-13.
Dit is in feite een vlot geschreven artikel
over hel onderzoek van Bon van Oers naai
de stedenbouw in de gebieden die vielen
onder het bestuur van onze twee grote
handelsondernemingen, de VOC en de
II IC. Hel artikel is rijk geïllustreerd met
foto's die Ian Oers gebruikt heeft in zijn
publicatie over die stedenbouw, alleen zijn
het hier mooie duidelijke kleurenfoto's
terwijl ze in het boek in een zwakke grijze
kleur zijn afgedrukt. Lezing van dit artikel
maakt de lezer nieuwsgierig naar het boek
van Tan Oers en dal is waarschijnlijk ook
de bedoeling!
H.C. Pouls