Maat in rechts- en waterstaat Profdr.tr. L. Aardootn "Nederland Waterstaai was in september 2000 het thema van de Open Monumentendag. Na de stroom van literatuur die het 200-jarig bestaan van de Rijkswaterstaat in 1998 had losgemaakt, werden wij er nog eens aan herinnerd: wij leven in een delta, aan en met het water. Delta's hebben altijd een zekere aantrekkingskracht op mensen gehad: delta s bieden goede jacht- en vismogelijk- heden. zijn vruchtbaar, bieden een uitweg naar open water en zijn betrekkelijk vlak. waardoor de bewoners zich met hun goederen gemakkelijk kunnen verplaatsen. Veel mensen betekent veel, vaak strijdige, belangen bij de grond waarop zij wonen en werken. Om hierin te voorzien moeten afspraken worden gemaakt over liet gebruik van de grond en wordt deze ingedeeld en toegedeeld door al dan niet stilzwijgende afspraak of planmatig. Grenzen dus, horizontaal - zo is het toch in een platte delta - tussen buren en verticaal tussen boven en onder water. Net als horizontaal de rechtsgrenzen moeten worden bewaakt, moet in verticale zin het waterpeil nauwlettend in de gaten worden gehouden. I let steeds weer opnieuw uitzetten van grenzen tussen akkers, nadat die jaarlijks door het overvloedige Nijlwater werden vervaagd, wordt vaak aangehaald als een belangrijke werkgelegenheid voor landme ters in het oude Egypte. Zeker is dat het bepalen van grenzen van land en water al eeuwen geleden in de Nederlanden aan landmeters werkgelegenheid bood. Maar er was en er is meer. Zonder geodesie - 'landmeetkunde is hier een beter woord - komt immers niets op zijn plaats. Bouw- en aanlegplannen worden gemaakt op kaarten, tegenwoordig - minder statisch - als verschijningsvormen van Geografische InformatieSystemen (GIS) en zulke kaarten zijn in geometrisch opzicht uiteindelijk producten van geodetisch werk. De geodesie zorgt ook voor de geometrische infrastructuur in ons land: het puntenveld van de Rijksdriehoeksmeting (RD) als lande lijke referentie voor horizontale plaats en hel Normaal Amsterdams Peil (NAP) voor de verticale component. De kaarten hebben op hun beurt die infrastructuur als grondslag. Een op de kaart gemaakt plan voor verkaveling, aanleg ol bouw moet vervolgens in het terrein worden gerealiseerd en die vertaling van de kaart naar het land vereist weer landmeetkundige expertise. In dichtbevolkte gebieden, bijvoorbeeld in de grote steden waar de grond duur is. is de nauwgezetheid van maatvoering geboden die voor velen kenmerkend is voor de geodesie. Daarbij moet altijd nauwlettend rekening worden gehouden met het niveau van het oppervlakte- en grondwater. Ten tijde van de Republiek, dus vóór de Bataafs-Eranse tijd, waren er in onze streken weinig reguliere opleidingen voor landmeters en, voor zover zij er waren, voor de meeste kandidaten ver van huis. Toch hadden beëdigde ('gezworen') landmeters hier genoeg werk: bij het bezweren van grensgeschillen tussen buren, voorliet maken van kaarten ten behoeve van beheer, waterstaat of defensie-. Landmeters kenden het terrein en waren gezochte geo-inforinatiekundigen. 'Gezworen' landmeters waren boven dien betrouw baar en dat was belangrijk in gevoelige zaken betreffende grond. De meeste landmeters waren in die tijd vrije ondernemers. I let aan de beëdiging voorafgaande verplichte examen maakte een lanchnetersadmissie tot een fel begeerde technische certificatie. lil waterstaatkundig opzicht speelden landmeters - te denken aan Cornelis Velsen en Melchior Bolst ra uit I lolland en Gelderse landmeters als Willem Leenen en Erederik Beijerinck - tijdens de Republiek een belangrijke rol bij de inrichting van ons land, zij aan zij met geleerden zoals Willem Jacob Bewerking van een voordracht gehouden op 9 november 2000 voor de Vereniging voor Waterstaatsgeschiedenis, Afdeling Geodesie, Technische Universiteit Delft. 1 H.C. Pouls, De landmeter van de Romeinse tot de Franse tijd, Alphen a/d Rijn 1997.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2001 | | pagina 5