Professor ir. Hk. J. Heuvelink (1861-1949), een
geodeet onder de architecten
Prof dr. ir. L. Aardoom
Bij de stelselherziening van de Nederlandse geometrische infrastructuur in 2000 w erd professor
Hendrik Jan Heuvelink nog geciteerd. Van 1897 (01 het einde in 1929 had hij immers leiding gegeven
aan de Rijksdriehoeksmeting en zijn stereografische projectie van liet net op het platte vlak heeft tot op
de dag van vandaag stand gehouden.' Als men in Arnhem, via de John Frost Brug komend van
Nijmegen, bij het Airborne Plein rechtsaf richting Velp gaat,
komt men op de Boulevard Heuvelink. Een eerbetoon echter
aan een andere Hendrik Jan I leuvelink, de architect;
geodeten timmeren niet zo vaak aan de w eg. Welke archi
tect? Want Arnhem kent minstens drie bouwkundige
Hendrik Jan Heuvelinks. Bedoeld is Hendrik Jan junior
(1833-1901). die in 1877 het gemeentebestuur verraste met
een geruchtmakend plan tot uitbreiding van de gebouwde
stad in zuidoostelijke richting: 'het Boulevardplan ,J Hendrik
Jan junior was de oudste zoon van I lendrik Jan 1 leuvelink
1806-1867); hij was van 1841-1862 stadsbouwmeester en
in die functie maakte hij een groots uitbreidingsplan, als
eerste lase in de ontwikkeling van de stad van middeleeuwse
vesting tot '1 laagje van het Oosten': 'het plan Heuvelink
En dan kende de gemeente Arnhem van 1922 tot 1957 nog
ingenieur Hendrik Jan Heuvelink (1892-1976), die liet
bracht tot directeur van Bouwtoezicht en Woning
voorziening. Hij was de zoon van de professor, op zijn beurt
weer een zoon van 1 lendrik Jan junior4.
Apeldoorn huisvest sedert 1919 een gerenommeerd archi
tectenbureau Heuvelink. Een nevenactiviteit van een van de
Arnhemse bouwkundigen of misschien zelfs van de Delftse
hoogleraar? Neen, maar het zit wel in de familie. Die familie stamt uit Warnsveld bij Zutphen. Daar,
op de voorvaderlijke hofstede Heuvelink, niet ver van kusteel t Suideras onder de buurschap
Vierakker, boerde omstreeks 1800 ene Jan Willem Heuvelink (*1767). broer van Jacob (*1772) en
Marten (*1774), zoons van Evert Jan I leuvelink en Jacontina Menkveld. Jan Willems kleinzoon Jan
Willem Heuvelink (*1844) boerde ook nog maar verdiende wat bij met timmer- en metselwerk. Diens
1 H. van der Marei, "De plaats van RD en NAP in Europa", Ceodesia 2000, pp. 373-380 en M A. Salzmann, "De
Rijksdriehoeksmeting sluit aan op Europa", Ibid., pp. 395-403.
2 W. Lavooij, Twee eeuwen bouwen aan Arnhem. De stedebouwkundige ontwikkeling van de stad, Zutphen 1990.
3 Ibid.
4 Deze had nóg vier tot wasdom gekomen zoons en twee dochters: Carel Otto (1865-1924), Johan Frederik (1866-1926), Jacob
(1869-1906), Frederik Hendrik (*1873), Barbara (*1863) en Aletta Helena (*1871), broers en zusters dus van de hoogleraar.
Voor zover is na te gaan, volgde alleen Hendrik Jan hoger onderwijs. Evenals hij voltooide Frederik Hendrik - anders dan Carel
Otto en Jacob - wèl de Lorentz HBS met 5-jarige cursus te Arnhem.
5 Anonymus, l.A. Heuvelink, architect (1879-1949). Een keuze uitzijn werk, Apeldoorn 1987.
8
Prof.ir. Hk.J. Heucelink (1S61-1949).