In 1701drie jaar vóór zijn Sluise avontuur, was Camp in Den I laag getrouwd met Hendrika Antonia
Weeber, met wie hij uiteindelijk veertien kinderen zou krijgen: de eerste drie werden nog geboren in
Nederland (Den Haag, respectievelijk Hoorn), bet laatste in 1815 weer in Amsterdam en de overige
tien tussentijds in Leer, Loga, dan wel Aurich in Oost-Friesland. Eén kind was in 1807, een maand na
zijn geboorte in Loga, overleden en de oudste zoon zou in januari 1813 als jong officier tijdens de
Franse veldtocht omkomen in Rusland. Zo kon Camp in zijn correspondentie over de kartering van
I let Loo in 1812 wijzen op de door hem te verzorgen twaalf kinderen. Alle twaalf tot wasdom gekomen
zoons kozen een officiersloopbaan. In het bijzonder, bracht Willem Frederik (1801-1879) het tot
majoor bij de genie2": Hendrikus Frederik (1796-1819) zou in Suriname ook als landmeter werkzaam
zijn geweestNegen van deze zoons leefden lang genoeg om in april 1855 hun vaders baar naar het
familiegraf te Delft te volgen; zijn enige dochter was inmiddels overleden. Ook zijn vrouw was hem al
in 1848 voorgegaan. Een hardnekkige kou had de krasse, aan de Turfmarkt wonende, 93-jarige
Guilelmus Petrus del Cantpo genaamd Camp op 7 april 1855 geveld. Omheind met een smeedijzeren
hekwerk bestaat op de begraafplaats Jaffa nog de "Rustplaats van H.A. Weeber [,..]en haren
echtgenoot W.P. del Campo genaamd Camp, in leven gep. generaal majoor der artillerie Een
tweede zerk binnen bet hekwerk dekt bet graf van twee van hun schoondochters. Het is onwaarschijn
lijk dat Camp daar in 1855 ter aarde werd besteld. Destijds was in Delft immers de begraafplaats bij
de I laagpoort in gebruik en daar stond een graf op naam van "wylen de Heer Guilielmus Petrus del
Campo een aanwijzing dus dat hij in 1855 aldaar bij zijn vrouw werd begraven en dat het familie-
gral Del Campo genaamd Camp later naar de nieuwe begraafplaats Jaffa werd overgebracht
Willem Pieter gebruikte vaak de initialen 'G.P.' en de naam 'Del Campo genaamd Camp mocht hij
ingevolge zijn daartoe gedaan verzoek volgens Koninklijk Besluit 1842 voeren: krachtens KB 1844 waren
ook zijn wettige afstammelingen daartoe gerechtigd. Daarbij behoorde niet zijn zoon Willem Antonie. die
in 1789 te Geertruidenberg uit een buitenechtelijke relatie was geboren, een vóórkind dus dat evenwel in
liet latere gezin Camp-Weeber liefdevol werd opgenomen. Ook Willem Antonie Camp koos een militaire
loopbaan en zal in 1812 te Aurich al uit huis zijn geweest. Hij trouwde in 1815 in zijn geboorteplaats met
Adriana Tindal. Willem Antonie en zijn vijf zoons en zes dochters zouden de naam Camp (zonder meer)
in stand houden. Wonend bij hun ouders aan de Koornmarkt, behoorden twee van bun zoons, Henri
Francois Guillaume Nicolas (geb. Bergen in Henegouwen, 1821) en Frangois Guillaume (geb. Bergen in
1 lenegouwen. 1826) in 1842 bij de eerste lichting studenten van de Koninklijke Akademie te Delft."
Frangois zou tie Akademie in 1846 "met attest van vlijt en goed gedrag verlaten"; hij overleed vijfjaar
later in Londen'2. Zijn oudere broer Henri, daarentegen, voltooide in 1846 de opleiding met een
benoeming tot aspirant ingenieur van de waterstaat in Oost-Indië in het vooruitzicht. Henri bleef echter
als assistent werkzaam bij de Akademie en zijn goede verstandhouding met kroonprins Willem Alexander,
die van tijd tot tijd de tekenzalen bezocht, leidde ertoe dat deze - eenmaal koning Willem III - hem in
1849 benoemde tot hofarchitect." In de directe omgeving van Krayenhoffs "Observatoire 1805 (het
latere primaire RD-punt "Veluwe") gaf architect 11.F.G.N. Camp in 1861 vorm aan het koninklijke jacht-
chalet Het Aardlntis. In 1870 werd hij intendant van paleis en domein Het Loo, het gebied voor de
kartering waarvan wijlen zijn grootvader, oudkapitein W. Camp, in 1812 op de nominatie stond.
(NB. De kaart van Oost-Friesland bevindt zich ook op de Afd. Geodesie, TUD, kamer prof.mr. J. de Jong.)
29 Uit 1844 en 1845 bewaart het ARA nog enkele Zeeuws-Vlaanderense kaarten van zijn hand (Genie Archief, inventaris OSK,
no's N3, V22, V23 en V77).
30 Register op de graven aan de Haagpoort, bewaard in het Gemeente Archief Delft.
31 ARA, Archief Technische Hogeschool Delft, Studentenadministratie, inv. no. 1
32 Nederland's Patriciaat 43 (1957), p. 63.
33 Meer over hem in: Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel VII, kol. 270 e.v. Zie ook: Geschiedenis van de
techniek in Nederland, deel V, Zutphen 1994, p. 112.
34 Jhr. H.W.M. van der Wyck, "Het Loo. De geschiedenis van een koninklijk domein", Buil. Kon. Ned. Oudheidkundige Bond 75
(1976), pp. 183-248.