Hydrografie en geodesie ir. IVijnand Lange raar, Schout bij \<icht b.d. I let hierna volgende verhaal is hoofdzakelijk uit het geheugen opgeschreven om de eenvoudige reden dat er weinig geschreven verslagen meer over bestaan. Desniettemin leek het mij nuttig het een en ander te vertellen over de begintijd, na de oorlog, van het instellen van het geodetisch ingenieurs- examen. Door mijn opleiding als marine-officier is het verhaal hier en daar wat maritiem gekleurd. Heeds voor de oorlog was ik in Nederlands Indië geplaatst aan boord van het hydrografisch opnemings vaartuig I Ir Ms illebrord Suellius en was op 31 januari 1033 bezig met de kaartering van Straat Mendanau hij Billiton, toen het radiobericht doorkwam dat Koningin Juliana liet leven had geschonken aan een dochter die Beatrix werd genoemd. Dat feestelijke gebeuren w its een welkome afwisseling in het zware werk van de hydrografische opnemer, die vaak 10 uur in een etmaal in een open sloep de zeediepte stond te meten met de bijbehorende plaatsbepaling. Noor de plaatsbepaling van schip of sloep werd gebruik gemaakt van de met stenen pilaarljes ge markeerde driehoekspimten van de Topografische Dienst van liet Indisch Leger. Gebaseerd op die stenen werd dan het meetnet naar behoeven uitgebreid. Daar waar de Topografische Dienst nog niet was geweest hebben wij zelf een voorlopig meetnet opgezet, waarbij een astronomische positie, de ware Noordrichting en een basislengte werden bepaald. Van daar uil werden dan door driehoeksmeting noodzakelijke additionele meetpunten vast gelegd. In l().3() moesten in verband met oorlogsdreiging bepaalde zeegebieden in Nieuw Guinea worden gemeten. Dat was een gebied waarover nog maar heel weinig bekend was en alles van de grond af moest worden opgezet. Zo moest ik met een watervliegtuig (en instrumenten) worden vervoerd naar de zojuist door ir. Wissel ontdekte, en naar lietu genoemde, meren in het midden van het bergland. Nog een wonder dat de marinevlieger de meren vond! De vastlegging van de meren was uiterst moeilijk, door de permanente bewolking. De Indonesische sergeant van de veldpolitie die met me mee was "ekonien en me zou wekken als er sterren te zien waren, zei niets anders dan: Wall, bintang baroe c? ilang" (sterren net weg) als ik uit de tent kwam. Toen volgde de mobilisatieplaatsing aan boord van een mijnenlegger en begin l'MO de tocht naar Nederland terug, waar ik precies op tijd eind maart arriveerde. Over de oorlog is elders genoeg geschreven: in 1 ()-+5. na bewaking van Duitse krijgsgevangen marineofficieren iu l.lmuiden. werd ik opnieuw bij de I Ivdrografische Dienst geplaatst en onmiddellijk ingezet bij de controle van de Zuid- I lollandse en Zeeuwse zeegaten. Die waren in die vijfjaar inderdaad aanmerkelijk veranderd. Omstreeks 1c)-t7 besloot de toenmalige chef van de Dienst der I lydrografie, Kapitein ter Zee I li. k. Baron van Asbeck, dat bet gewenst was dat ik voor een betere opleiding in geodetische problemen een cursus van enkele maanden aan de Technische I logeschool te Delft zou volgen. Zo kwam ik bij professor Roelofs terecht, van wie ik een aantal lessen in geodesie en geodetische astronomie kreeg. I let was een eve-opener' en vooral de nieuwe instrumenten die na de oorlog op de markt kw amen hadden mijn grote belangstelling. Toen dan ook eind I'M? (ineen ik) de opleiding tot geodetisch ingenieur werd ingesteld besloot ik. na samenspraak met mijn vrouw en de Chef I lydrogralie. om mij als student in te schrijven. Daar Marine geen enkele interesse had in een wetenschappelijke opleiding moesi ik dat in mijn "vrije" tijd doen. Dat zou betekenen dat ik mijn verlofdagen zou moeten gebruiken voor praktisch werk en dat mijn vrouw dus een jaar ol vier geen vakantie zou hebben. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2001 | | pagina 6