In 1881 sloot hij zijn zaak en trad als chef-instrumentmaker in dienst van de Firma.Kipp. Hij interesseerde zich zeer voor de nieuwste uitvindingen zoals: De Fonograaf (1877, Edison). Ilij maakte hem na en gaf er lezingen over. De Telefoon (1876, Bell). Giltay maakte de eerste telefoons in Nederland, vanaf 1878 waren zij in productie. De oudste nog bestaande Nederlandse telefoon hangt in Museum Boerhaave. Deze werd gemaakt door Giltay tussen 1878 en 1880, dus nog te Dordrecht. Het eerste telefoonnet in de Koninklijke Spiritusfabrieken te Delft werd aangelegd door Giltay omstreeks het jaar 1885. De firma Kipp kreeg in 1884 ook een licentie om in Delft een telefoonnet aan te leggen, dat is echter nooit tot uitvoer gebracht. In 1887 neemt Giltay het bedrijf Kipp N Zonen over. De naam wordt dan "P.J. Kipp Zonen, J.W. Giltay, Opvolger, Delft (I lolland)". Op instru menten vindt men ook wel, verkort: "Kipp Giltav Delft I lolland". Onder Giltay groeide het bedrijf. In l()l2 telde de werkplaats 25 werknemers, waarvan 15 instrumentmakers. Het bedrijf was tot het uitbreken van de eerste Wereldoorlog (1914) marktleider voor producten voor telecommunicatie: telefoons voor de Spoorwegen en voor export naar Nederlandsch Indië. Daarnaast produceert men laboratoriumbenodigdheden, chemicaliën en wetenschappelijke instru menten voor scholen en bedrijven. We hebben het geluk dat vele brieven van Giltay bewaard zijn gebleven. Daardoor kan men veel te weten komen over hemzelf en over de instrumenten die bij Kipp gemaakt werden of die gemaakt moesten worden. Daarbij is vooral correspondentie met de Nobelprijswinnaars Zeeman en Einthoven van belang. Pieter Zeeman kreeg, samen met Lorenz, de Nobelprijs voor natuurkunde in 1902. Hij was getrouwd met een nichtje van Giltay. In de jaren 1894-1929 schreef Giltay circa 1-tO brieven aan Zeeman. De brieven gingen merendeels over wetenschappelijke onderwerpen. Giltays belangstelling ging vooral uit naar mogelijke toepas singen van wetenschappelijke vindingen in zijn bedrijf. Uit de brieven bleek ook dat Giltay met veel wetenschappers samenwerkte met als resultaat dat onder andere op de markt kwamen: een microtooin in 1893, in samenwerking met J.W. Moll, hoogleraar in Groningen; een apparaat voor trillingsvrije ophanging, met W. Julius uit Utrecht: diverse wetenschappelijke apparaten met W. Moll, Utrecht In een brief klaagt Giltay dat hij te weinig tijd heeft voor onderzoek. Hij geeft de dagindeling of de werkplaats omstreeks 1895: Van 7 uur ('s zomers 6 uur) tot 8 uur s avonds. Er was een pauze van een half uur in de morgen en Telefoon ranIV. Giltay, ca. 1879, Museum Boerhaave (foto Museum Boerhaave)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2002 | | pagina 13