Het Nederlands gedachtegoed O O Prof.(tr.ir. Theo BogaertsAfdeling Geodesie - Ti Delft l)o afgelopen vijftig jaren zullen een belangrijke plaats innemen in de geschiedenis van ons vakgebied. Vóór 1950 werd de geodesie/landmeetkunde op traditionele ambachtelijke manier uitgevoerd. Het was de tijd van de civiel landmeter. De werkzaamheden werden analoog uitgevoerd. Zo werd een meetlij - nenverband niet in coördinaten berekend, maar grafisch met passer en transversaalsehaal uitgezet. 1 lel vak was erg visueel, met prachtige cartografische producten, indrukwekkende analoge fotogram - metrische uitwerkingsinstrumenten en prachtige landmeetkundige instrumenten, die een sieraad zijn voor elk museum. Nu in 2001 is ons vak digitaal. Het is de tijd van tie black box. I let is in ons gebouw niet meer te zien ol wij ons in het landmeetkundig, het cartografisch of het fotogrammetrisch laboratorium bevinden. In alle kamers zitten medewerkers achter het beeldscherm van computers die via een onzichtbaar netwerk met elkaar zijn verbonden. Deze situatie oogt misschien wat saai, maar wie achter de schermen kan kijken ziel een fascinerende wereld van geodesie en geoinformatie. I let vak maakt gebruik van nieuwe technieken die vijftig jaar geleden niet voorhanden waren, zoals satellieten, computers, lasers, sensoren, telecommunicatie, virtual reality, enz. Er is een grote wisselwerking met andere takken van nijverheid zoals de defensie industrie, de ruimtevaart-industrie, de exploratie van natuurlijke hulpbronnen, het verkeer en vervoer, enz. Dil maakt het moeilijk om het Nederlands gedachtegoed te detecteren. Ook de andere disciplines leveren luiii bijdrage aan deze ontwikkeling. Dit is duidelijk te zien aan de uitwaaiering van ons vakge bied op de TH Delft, waarbij andere faculteiten leerstoelen vestigen die tot de kerntaken van de Geodesie behoren. Ik heb het idee dat wij de regie niet helemaal meer in handen hebben. De hele ontwikkeling, de metamorfose, de transformatie van het analoge naar het digitale tijdperk heeft plaats gevonden in de afgelopen 50 jaar. Het was een periode van veel nieuwe ideeën op het terrein van instrumentele ontwikkelingen, van softwaresystemen, van theorieën en modellen, van systemen zoals AGRS, CLOVIS, etc., van de totstandkoming van grote digitale gegevensbanken, zoals de kadastrale registratie, de GBKlN. de TOPlOvector en van nieuwe inzichten in het onroerend-goed recht. I let is natuurlijk laslig om op dit moment de historische balans op te maken van een periode die nog zo kort achter ons ligt. Toch is er veel voor te zeggen om nu een begin te maken, al was het alleen al om de mensen te kunnen raadplegen die een belangrijke rol hebben gespeeld, maar die ook liet eeuwige leven niet hebben. In mijn voordracht heb ik geprobeerd een stramien uil le werken. Een lijn waar ikzelf nauw bij betrokken ben geweest heb ik verder uitgewerkt. I let stramien bestaat uit een negental rubrieken waarin liet Nederlands gedachtegoed in meer of mindere mate een rol heeft gespeeld. Achtereenvolgens zijn deze: satellietgeodesie. I let gaat hierbij om de baanberekening vau nieuwe satellieten, 0111 de plaatsbepa ling op aarde en om tie aardobservatie voor de ontwikkeling van de natuurlijke hulpbronnen. De Nederlandse inbreng is zeer groot geweest, bekend is de rol van het satellietobservatorium in Kootwijk: gravimetrie. Vanouds speelt Nederland een grote rol in de ontwikkeling van de gravimetrie. Bekend is het onderzoek van prof. Veiling Meinesz op het gebied van de zeegravimetrie. De nieuwe missie van de European Space Agency is gericht op toepassing van de gradioinetrie, een zwaartekrachttech niek die in Delft is ontwikkeld; plaatsbepaling. Ook op dit gebied speelt Nederland een cruciale rol. Er is zelfs sprake van een

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2002 | | pagina 15