Halverwege de zestiger jaren besloot ik een elektronische tachymeter te ontwikkelen met automatische registratie van de meetgegevens. Zonder op de technische details in te gaan viel mijn keuze op een basisafstandsmeter. Met dit instrument, een range-finder met automatische registratie, zie figuur 1 konden richtingen, rechtstreekse lengtes, horizontale lengtes en hoogteverschillen naar een detailpunt worden gemeten. De metingen werden geregistreerd op magneetbandjes, die automatisch konden worden omgezet in ponskaarten. Een verrassende reactie kwam van de directie van Oldelft (thans Delft Instruments), dat in die tijd tot het militaire industriële complex behoorde. Zij zagen een militaire toepassing van het instrument. Op hun lucratieve aanbod ben ik niet ingegaan. Wel kwamen wij tot de conclusie dat Oldellt naast militaire en medische apparatuur ook geodetische apparatuur zou gaan ontwikkelen. Ik kreeg het verzoek 0111 als vervolg op mijn promotieontwerp een nieuw tachymetrisch systeem te ontwikkelen die wij nu Total Station genoemd zouden hebben. Het bedrijf realiseerde zich, dat men alleen succes kon hebben op de geodetische markt als het complete scala van geodetische instrumenten zou kunnen worden geleverd. Daartoe kochten zij het geodetische bedrijf Askania, dat in het toenmalig geïsoleerde West-Berlijn een kwijnend bestaan leidde. Zo werd bij een dochteronderneming van Oldelft in Duitsland de ontwikkeling van de eerste elektronische tachymeter ART, zie figuur 2, ter hand genomen. Een prototype van het instrument werd geïntroduceerd op het FIG congres in Wiesbaden, flat toen gecombineerd werd met de Deutsche Ceodaten Tagen. Omdat Oldelft eigenlijk de geodetische markt niet kende, bleef men twijfelen aan de haalbaarheid van het project. Een marktonderzoek gaf niet veel uitsluitsel. De praktijk had veel belang stelling voor een elektronische tachy meter. De budgetten van de landmeet - kundige diensten waren in die tijd echter nog niet berekend op de relatief hoge prijzen van de nieuwe instrumenten. Zo werd na ongeveer 6 miljoen te hebben uitgegeven, aan de ontwikkeling, het project gestopt en kreeg een militair remote sensing project voorrang. Het bedrijf Askania werd verkocht, hetgeen het einde betekende van de start van een veelbelovende Nederlandse geodetische industrie. Mijn knowhow - toch Nederlands gedachtegoed - vloeide weg naar buitenlandse bedrijven. Maar daarmee was de kous nog niet af. I11 de vijftiger jaren had Oldelft een horizoncamera (HOCA), zie figuur 3, ontwikkeld, waarmee rondom foto's konden worden gemaakt met een verticale gezichts hoek van 15 graden. Op basis van Hit instrument ontwikkelden wij een systeem van terrestrische fotogrammetrie, waarbij de ioto's die vanaf een auto werden gemaakt, konden worden uitgewerkt op het instrument HOME (hoekmeter), waarbij de metingen automatisch konden worden geregistreerd. De locatie van het Figuur 2: Automatisch Reducerende Tachymeter

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2002 | | pagina 17