kort de huidige situatie samen en wijst er op dat de Dienst der Hydrografie momenteel bezig is met het ontwikkelen van een geïnte greerd navigatiesysteem dat alle beschikbare plaatsbepalingssystemen en koers- en snelheidsinformatie moet integreren. fV. Korbijn en M.R. Gerding: Hydrografische/'oceanografische schepen. In dit artikel passeren de diverse opnemings vaartuigen uit heden en verleden de revue en het eindigt met een blik op de toekomst met een samenvatting van de eisen die gesteld worden aan de nieuw te bouwen opnemingsvaartuigen. J.K.E. Crince: Automatisering bij de Dienst der Hydrografie. Dit is een kort overzicht van de automatisering zoals die sedert 1969 bij de Dienst der Hydro grafie, zowel op de schepen als op het bureau, heeft plaatsgevonden en nog plaatsvindt. J. G. Ferwerda: De producten van de Dienst der Hydrografie. De Dienst der Hydrografie is van oudsher de leverancier van Nederlandse zeekaarten geweest, zowel voor de marine als voor de koopvaardij, deze laatste is zelfs de grootste afnemer geworden. Daarnaast werden en worden er een groot aantal andere producten geleverd. De schrijver bespreekt achtereenvol gens deze producten. Allereerst de zeekaarten en aanvullende publicaties, waaronder getijta fels, zeevaartkundige tafels en de Berichten aan Zeevarenden (BaZ). Naast deze traditionele producten werden er andere ontwikkeld zoals hydrografische kaarten voor kust- en binnen vaart, visserijkaarten en luchtvaartkaarten. De auteur besteedt aandacht aan producten die kwamen en gingen, de toekomstige ontwikke lingen, waaronder de productie van digitale kaarten, de doelgroepen, de kwaliteit en de cartografie. Tot slot komen de aansprakelijk heid, oplagen en copyrightaspecten ter sprake. G.G. Spoelstra: Een "elektronische" eend in de bijt. Dit artikel gaat over de productie van electro- nische kaarten. Vanwege capaciteitsoverwe gingen werd in 1994 besloten dit voorlopig uit te besteden aan het Noorse Electronic Chart Centre (ECC). Men blijft nog wel nauw betrokken bij de verdere ontwikkeling, inter nationale afspraken e.d. Dit artikel is dermate ingewikkeld dat het moeilijk is dit in enige zinnen samen te vatten. De geïnteresseerde lezer zal zich hier zelf in moeten verdiepen, dan weet hij ook wat met RENC, ENC, WEND, IHO, PRIMAR, ECDIS en nog vele andere afkortingen bedoeld wordt. De vraag of deze ontwikkeling het einde van de papieren kaart betekent wordt door de schrijver ontkennend beantwoord. Papieren kaarten zullen nog heel lang blijven bestaan, alleen zullen de rollen omgekeerd zijn: Nu ontstaat de elektronische kaart uit de papieren, in de toekomst wordt de papieren kaart afgeleid van de elektronische. Dit is het achtste en laatste 'technische' artikel over de Hydrografische Dienst, waarin hier en daar ook wat historie ter sprake kwam. Daarna volgen twee 'echte' historische publicaties: A.M.C. van Dissel: Varen voor de weten schap. De Koninklijke Marine en de Siboga- expeditie (1899-1900). Tegen het einde van de 19e eeuw werden er door de "Maatschappij ter Bevordering van het Natuurkundig Onderzoek in de Nederlandsche Koloniën" plannen ontwikkeld om te komen tot een grootschalig diepzee- onderzoek in de oostelijke wateren van de Indische archipel. Levendig worden de problemen beschreven om de beschikking te krijgen over een daarvoor geschikt vaartuig. Uiteindelijk werd dit Hr.Ms. Siboga van de Indische Marine. Voorwaarde was wel dat het commando zou worden opgedragen aan een zeeofficier. De Maatschappij had wel enige aarzelingen want haar waren verhalen ter ore gekomen dat "zeelieden hun schip niet zouden willen laten bezoedelen door geleerde profes soren" en dat voor het loon dat zij wilde betalen "alleen alcoholisten zonder enige hydrografische kennis zouden willen sollici teren". Gelukkig bleek dit niet het geval. De commandant werd G.F. Tydeman, een uiterst bekwaam zeeman met grote wetenschappe lijke belangstelling. Niet voor niets werd in 1976 een oceanografisch onderzoeksvaartuig naar hem vernoemd. 20

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2002 | | pagina 22