r dijkdoorbraak bij Willige-Langerak, onverlet een inschattingsfout die hij maakte in commissie met de gezagheb bende Jan Teunisse Blanken, timmerman- molenbouwer te Haastrecht en vader van de beroemde 19e-eeuwse waterbouwer Jan Janszoon.18 Kuyk kwam toen ook nog oog in oog te staan met ingenieur Cornelis J. van de Graaff, contrarolleur-generaal der Hollandse fortificatiën, later gouverneur van de Kaapkolonie. Jan Kuyk was in 1761 te Schoonhoven ge trouwd met Haasje ven Oosterhout. Met haar kreeg hij te Jaarsveld drie dochters en in 1775 een zoon, Wouter, over wie straks meer. Een steen uit een voormolen op Achthoven Na deze uitweiding over Jan Kuyk en het netwerk van landmeters en dijkopzichters en -meesters langs de Lek, links en rechts, boven- en benedendams, terug naar de gevelsteen in Ameidc. De aanleg van het Pannerdens Kanaal, begin 18e eeuw, leidde tot een verhoogde gemiddelde afvoer van Benedenrijn en Lek en bijgevolg tot afwateringsproblemen voor daarlangs gelegen polders. Zo ook in de Alblasserwaard en in de Vijfheerenlanden, waar het hoogheem raadschap zich in 1739 genoodzaakt zag opdracht te geven tot de bouw van vijf nieuwe buitendijkse molens even ten oosten van Ameide.1" Toen bleek dat die maatregel niet afdoende was, werd in 1761 besloten tot de aanleg van een nieuwe hoge boezem in de polder Achthoven. Om het water daarop uit te slaan zou binnendijks een bestaande molen worden aangepast en moesten zeven nieuwe molens worden gebouwd. Doorslaggevend voor dit besluit was de uitkomst van een contra expertise, in mei van dat jaar met assistentie van Aernout de Wit uitgevoerd door de gezworen landmeter J. Kuyck en dc molenma kers Johannis van Zijll en Kornelis Vaandrager, betreffende het plan voor de verbetering van de S/-rA. zv «p f.:"' T' afwatering van de noordelijke polders in de Vijfheerenlanden door middel van acht - merendeels nieuw te bouwen - vóórmolens op Achthoven20: "versogt zijnde om te koomen examineeren het plan gemaakt tot en geschikt om, was het moogelijk, in navolginge van het selve te konnen dienen, tot reddinge van de ongelukkige landen van Vianen, Hagestijn en Everdingen Dat tijdens zijn dienstver banden met de Hoogheemraadschappen van de Alblasserwaard en de Lekdijk Benedendams Jan Kuyks hulp als gezworen landmeter ook werd ingeroepen door het Hoogheemraadschap van de Vijfheerenlanden, pleit voor zijn kundig heid ter zake. In verband met het afwaterings project bij Ameide was nog sprake van kaarten of schetsen van de uitwatering van de Vijfheerenlanden op de Lek met de acht y a pi <7 Jrm. -sfe e r a.. <t4 O- u. z ^4 ■y <rf a-0 Z-»t. C-0 1^, 9/ j r' 7 V' a ,us V. dij/ *7/ *L-n~)r OSn- yQ/£-~ d jr C/7l r /r, s/< - Zi. .-f7.. /f/_ sj.S'.aIiJ'' 0 *dl*/rv*. sCi Afb. 4. Slot van het rapport over het plan tot bijplaatsen van acht voormolens op Achthoven. Archief Hhs van de Vijjheerenlanden, inv. nr. 1968 Aardoom, p. 24. 19 B.E. Janik en H.J. van Rees (red.), De molens van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Van maalwerktuigen tot cultuurmo- numenten, Hardinxveld-Giessendam 1993, p. 29-31. 20 Gem. Archief Gorinchem, Archief Hoogheemraadschap van de Vijfheerenlanden, inv. nr. 1968. De archiefinventaris vermeldt ook Aernout de Wit als 'gezworen landmeter', maar voor die bevoegdheid vonden wij bij Muller en Zandvliet geen bewijs. 13

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2003 | | pagina 13