dat hij, zoals zijn ouders en in 1791 zijn
weduwe, te Jaarsveld werd begraven;
mogelijk kwam hij elders aan zijn einde. Zijn
opvolging als dijkmeester had enige voeten in
aarde. Kandidaten genoeg: dijkmeester
Koelewijn van de Vijfheerenlanden, Cornelis
Kuyck (landmeter en kribbaas te
Werkendam)29, Jan van den Heuvel (ook uit
Werkendam) en tenslotte zag dijkmeester
Marcelis Duybus van de Alblasserwaard er
wel wat in voor zijn zoon10. Na ruim beraad
werd besloten voortaan te volstaan met één
dijkmeester, in plaats van twee, die dan wel
een hoger salaris zou verdienen. De keuze
viel op Gijsbert van Tuyl en de overleden
Kuyk werd niet opgevolgd." Blijkbaar was de
tweede dijkmeestersplaats ook vacant.
Voortaan één dijkmeester dus, maar dan wel
een landmeter! De veelbelovende Van Tuyl
was een bursaal van de Stichting van
Renswoude te Utrecht en had in 1776 een
Utrechtse landmetersadmissie behaald.32
Vanwege zijn patriotse sympathieën werd Van
Tuyl in juli 1788 ontslagen en vervangen door
Diederik van Hattum, die al in 1775 als
Gelders landmeter was beëdigd, maar in mei
1789 ook nog een Utrechtse bevoegdheid
kreeg. Van Tuyl bleef in Jaarsveld wél
schepen en na de omwenteling van 1795 eiste
hij zijn dijkmeestersfunctie weer op. Van
Hattum mocht als tweede dijkmeester
aanblijven33, zodat er dus twee landmeters de
functie aan de Lekdijk Benedendams gingen
bekleden. Zij aan zij waren zij jarenlang
schepen en in 1810 stond Van Tuyl te
Jaarsveld genoteerd als schout.
Andere prominente Kuyks
Wouter Kuyk, Jans zoon, werd geen landmeter.
Hij was 2e luitenant van de "Grenadier
Compagnie van het Tweede Battaillon der
Eerste Halve Brigade Bataafsche Troupes"
toen hij in september 1797 te Arnhem trouwde
met Sophia H. Reyers.34 Als militair bracht
Wouter het ver met hoge Hollandse, Franse en
Nederlandse onderscheidingen. Een opvallend
monument op de Arnhemse begraafplaats
Moscova herinnert eraan dat hij op 6 augustus
1826 - hij was toen kolonel-commandant van
de 13e Afdeling Infanterie - bij een plezier-
vaart ter gelegenheid van de opening van een
geregelde stoombootdienst Nijmegen-
Rotterdam ter hoogte van de buitenplaats
Hulkestein in de Rijn verdronk.35 Hij liet een
dochter Eliza Dingena na die, in 1823 gehuwd
met Johannes Muschart, luitenant-kolonel der
Genie, de grootmoeder werd van de bekende
heraldicus R.T. Muschart (1873-1955).
Op 1 november 1845 overleed te Arnhem op
63-jarige leeftijd ene Willem Kuyk Janszoon,
weduwnaar van Neeltje Buitendijk en
ingenieur-verificateur van het Kadaster. Tóch
een broer van Wouter? Neen, maar wel (verre)
familie; voor een directe verwantschap
moeten we terug tot het begin van de 17e
eeuw. Willem was de in 1782 te Werkendam
geboren zoon van Jan Kuyk en Elisabeth
Ritmeester. Zijn grootvader, ook Jan geheten,
was schipper. Willem Kuyk Janszoon werd
landmeter, eerst bij de Verponding, later bij
het Kadaster"'. In 1843 bracht hij een fraaie
topografische kaart van de provincie
Gelderland op zijn naam."
29 Kennelijk ging het hier om Cornelis Hendrikse Kuyck die in januari 1778 een Hollandse landmetersadmissie had verworven. Hij
zal de in 1757 geboren zoon van Hendrik (Cornelisse) Kuyck zijn geweest. Laatstgenoemde - geboren in 1730 en dijkbaas te
Werkendam - was een volle neef van Jan Kuyk, de overleden dijkmeester te Jaarsveld, over wiens minderjarige kinderen hij op
17 november 1783 de voogdij kreeg. Hendrik was de zoon van Cornelis Kuyk, die samen met zijn broer Wouter (Jans vader) in
1726 borg had gestaan voor de uitvoering van het dijkwerk bij Willige-Langerak (zie bij noot 10).
30 Waarschijnlijk Alewijn, die op 1 november 1780 in Holland was geadmitteerd. Vader Marcelis was Barend Goudriaan opgevolgd
toen die in 1771 dijkopzichter werd van het Hoogheemraadschap van de Lekdijk Bovendams (Busch).
3^ LBIJ, portef. nr. 22. Notulen 22/7-1783.
32 Op p. 173 heeft H.C. Pouls in zijn De landmeter(Alphen a/d Rijn 1997) een portret van hem uit 1773.
33 LBIJ, portef. nr. 23, notulen 22/7-1795.
3Gem. Archief Arnhem, Retro-acta van de Burgerlijke Stand nr. 170, fol. 64.
35 J. van Hogerlinden, "De Arnhemse begraafplaatsen", De Navorscher 61 (1912), p. 136-137 en A.J. van Dissel, Moscova.
Geschiedenis van de gemeentelijke begraafplaats te Arnhem, Arnhem 1992, p. 71
3® P.S. Teeling, Landmeters van de kadastrering van Nederland, Apeldoorn 1984, pp. 251-252.
32 A.H. Sijmons (inl.), Kaartboek van Gelderland 1843, Alphen a/d Rijn 1971