Voor u gelezen.... D. Wesselink - De rol van de Cuneratoren in de landmeetkunde met nieuws van de stads- trompetters".... In: Oud Rhenen. Tijdschrift voor de historie van Rhenen. September 2002 nr. 3, p. 7-27. Leest men de titel van dit artikel dan vraagt men zich onwillekeurig af "waar gaat dit over?" Nu, het blijkt betrekking te hebben op het werk van personeel van de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassen in de jaren 1885 en later. De schrijver geeft allereerst een voor leken duidelijk geschreven beknopte uiteenzet ting van het doel van de landmeetkunde en de vormbepaling van de aarde. We komen Gemma Frisius, Snellius, Krayenhoff, Heuvelink en anderen tegen. Ook meetinstrumenten worden niet vergeten. Daarna richt het artikel zich op het werk van de Rijkscommissie in de omgeving van de Cuneratoren in Rhenen. Heel degelijk wordt de meetgang bij RD - metingen beschreven, ook vastleggingen en centreringen worden niet vergeten. Bij het meten 'op' torens moesten vaak bouwsels tegen de torens aange bracht worden voor de instrumentopstelling. Op 4 september 1897 sloeg de bliksem in de Cuneratoren en de gemeente Rhenen meende "met verschuldigde eerbied" dat dit veroor zaakt was door de ijzerwerken die de Rijkscommissie daar geplaatst had en zij verzocht de Regentes, koningin Emma, om een tegemoetkoming in de kosten van het herstel. Of dit gebeurd is vermeldt de schrijver niet. En ten slotte de "stadstrompetters". In een boek over 500 jaar Cuneratoren is op een foto het uitbouwsel van de RD te zien. De schrijver dacht dat dit in het verleden door stadstrompet ters was gebruikt bij belangrijke gebeurte nissen. Een leuk gevonden maar helaas foutieve gedachtengangü Concluderend kan gezegd worden dat dit een gedegen, interessant en informatief artikel is van een ter zake kundige (alleen wist ik niet dat Krayenhoff ook nog minister was geweest...).Als geodeet vind ik dit een uitste kende samenvatting maar of de geïnteresseerde 'leek' dit ook zo ervaart kan ik niet beoordelen. Willem H. Strous - Het Spoorgat te Rhenen. In: Oud Rhenen. September 2001, nr. 3, p. 23 - 34. In 1839 werd in ons land de eerste spoorlijn geopend en geleidelijk aan werd het spoor wegnet door diverse spoorwegmaatschappijen uitgebreid. Er moet bij deze uitbreidingen heel wat meetwerk verricht zijn, toch zijn er, bij mijn weten, nauwelijks publicaties over de landmeetkundige aspecten van deze aanleg. Is het tracé met bogen en overgangsbogen heel belangrijk, nog belangrijker is het juiste verloop van de hellingen en dus de nauwkeu righeid van de daarvoor noodzakelijke water passingen. Dit artikel behandelt de aanleg van een deel van de spoorlijn Amersfoort - Kesteren/Nijmegen. In 1879 werd met de aanleg begonnen en in 1886 vond de feestelijke opening plaats. Met het Spoorgat wordt de doorsnijding van de Laarseberg bij Rhenen bedoeld. Dit is geen specifiek landmeetkundig artikel maar interessant zijn de vermeldingen van de diverse, voor ons land ongebruikelijke, hoogteverschillen en hellingen waardoor bij het waterpassen de slagen soms tot 10 a 12 meter beperkt bleven. Door de grote hoogtever schillen moest veel terreinwerk verricht worden. Op een bepaald deel was een ophoging van 11,5 meter nodig, 350 meter verder een ingraving van 8 meter en weer eens 325 meter verder een ingraving van 20 meter! Dat er tot nog toe weinig is geschreven over de werkzaamheden bij de aanleg van spoorlijnen hangt misschien samen met het feit dat de spoorwegarchieven niet of nauwelijks toegan kelijk waren. De NS heeft in de jaren negentig de bronnen laten beschrijven en sedert 2000 kan men bij het Utrechts Archief deze NS - archieven doorsnuffelen. Hopelijk leidt dit tot nieuwe publicaties over dit vergeten terrein van de landmeetkundige geschiedenis. H. Versfeit - De Franse kaarten van Noord - Nederland (1811-1813) In: Caert- Thresoor 2002, nr. 4, p. 109-117. Ongeveer 200 jaar geleden hebben Franse (militaire) geografische ingenieurs een belangrijk deel van Drenthe, N.W. Overijssel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2003 | | pagina 28