en de Fries - Groningse kust in kaart gebracht. Na in het kort te zijn ingegaan op het ontstaan van de kaart van Krayenhoff behandelt de auteur de ontstaansgeschiedenis van deze Franse kaarten. De opmetingen zijn in de periode 1811 - 1813 verricht door vijf Franse en twee Nederlandse ingenieurs. In de loop van 1812 - 1813 zijn de gereedgekomen kaarten naar Parijs gestuurd en voor zover nodig gebruikt voor de kaart van Krayenhoff. Totaal veertig kaarten op een schaal van 1:20 000 werden vervaardigd. Na de ineen storting van het Franse keizerrijk werden de uit Nederland afkomstige kaarten terug gegeven met uitzondering van de hier besproken kaarten, omdat die onder Franse leiding, in opdracht van het Dépot Général de la Guerre waren vervaardigd en Nederland daar dus geen recht op had. Deze kaarten raakten in vergetelheid en werden eerst in 1970 door Koeman teruggevonden. De auteur gaat in op de opmetingen voor de kaarten en de vervaardiging van de kustkaarten. Deze laatsten waren niet bestemd voor de kaart van Krayenhoff maar waren uit zuiver militair oogpunt vervaardigd omdat Napoleon een Engelse invasie vreesde. Bij een bezoek aan het militair archief in Vincennes bleek daar, naast het genoemde kaartmateriaal, ook veel ander interessant archiefmateriaal aanwezig te zijn. Het artikel bevat een vijftal foto's van (delen van) kaarten en dit maakt de lezer nieuwsgierig naar de reproductie-uitgave die in 2001 door de Drentse Historische DRENT Vereniging is uitgegeven. Al met al is dit een boeiend en wetenswaardig artikel over een onbekend gebleven opmeting in de Franse tijd. H.C. Pouls T. Hokken - Tienden in Papendrecht, in: Ons Voorgeslacht. Maandblad van de Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie. April 2003 nr. 547, p. 94-119. Het Utrechts Archief bevat onder toegangs nummer 221 het archief van het Kapittel van Sinte Marie. Onder andere inventarisnummer 911 daarvan betreft de tienden te Papendrecht. De auteur publiceert in deze transcriptie daarvan onder andere een katern met een copie van het verslag van landmeter Pieter Sluyter uit 1564, die de 'worffen' opmat, waar de huizen van de gebruikers op staan, met soms kleine stukken tiendplichtig hennepland daarbij ("van Worftot Worff al datter bezayt is gheweest is met kennip Pieter Sluyter was "ghezwoeren lantmeeter der stede van Dordrecht Zuydt Hollandt ende Rijn landtHij komt zo ook al voor in het Repertorium van oud-Nederlandse landmeters van Teeling uit 1981, maar nog niet met zijn werk in Papendrecht. (Dat ditzelfde Utrechts Kapittel in 1607 landmeterjan Rutgerszoon hun eigendommen in Uopik in kaart liet brengen werd al eerder gepubliceerd. Zie: N. Stoppelenberg, De hennepwerven van Lopik, Tijdschrift Oud-Utrecht, 2001.) Onder andere dit genealogisch tijdschrift 'Ons Voorgeslacht' bevat herhaaldelijk incidentele gegevens over landmeters. Ook het vooraf gaande artikel in dit nummer (S.M. Auwerda-Berghout - Luyendijck- Vrouwen III) bevat zo bronmateriaal over een landmeter en wel Joest Cornelisz. uit het Heerlijkheidsarchief van Heenvliet uit 1544-1549. Dit betreft echter familiepro- cedures en niet zijn werk. Deze vroege landmeter komt niet voor in genoemd Repertorium. Wie neemt het eens op zich om als een 'digitale Teeling' de toegang te verzorgen tot de vele nieuwe vermeldingen van oud-Nederlandse landmeters in de stroom regionaal-historische en genealogi sche publicaties van de laatste decennia? A.M. den Boer C OMITATVS. Trantiiclaniac Tabula II JWW Urvuo iVnuk'irr I.C

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2003 | | pagina 29