ingewilligd. De afdoening werd nog eens extra vertraagd doordat van Belgische zijde geen nieuw KB kon worden verwacht. Het nieuwe Nederlandse KB werd uiteindelijk op 22 december 1972 getekend. Reeds in de zomer van 1972 was de grensvast- stelling grotendeels gereed. De mensen in het veld wensten het oordeel van de commissie hierover. De meetwerkzaamheden konden dan met zekerheid plaatsvinden. Er werd besloten toch maar een volgende zitting te organiseren. Hiertoe droeg bij de zekerheid dat Binnenlandse zaken mee zou werken aan de totstandkoming van een nieuw KB. De zitting werd op 2 oktober 1972 in het gemeentehuis van Merksplas gehouden. De commissarissen Snijder en Simon gaven toen aan hoe zij te werk waren gegaan. Na bestudering van de plans aan beide zijden van de grens waren de verschillen die naar voren kwamen met de burgemeesters van de betreffende gemeenten, en zo nodig met de belendende eigenaren, besproken. Er bestond behoefte om in een aantal gevallen waarover geen verschil van mening bestond aan de commissie voor te leggen om de zekerheid te krijgen dat de gehele commissie hetzelfde oordeel had. Daarna kwamen een aantal geschilpunten aan de orde aan de hand van kaarten en een beschrijving van de betrokken percelen. Steeds was daarbij een advies gevoegd. Ze werden allemaal door de commissie aanvaard. Hierdoor verdwenen bijvoorbeeld drie percelen van Baarle-Nassau uit de kadastrale legger. Ze waren ten onrechte uit ongenummerde Belgische percelen ontstaan. Bij de overige verschillen, in alle gevallen betrof het wegen, werden de volgende richtlijnen gevolgd: een weg begrensd door Belgische percelen is Belgisch; een weg begrensd door Nederlandse percelen is Nederlands; een weg aan de ene kant begrensd door een Nederlands perceel en aan de andere kant door een Belgisch perceel is half Nederlands voor het gedeelte grenzende aan het Nederlandse perceel en half Belgisch voor het andere gedeelte. De burgemeester van Baarle-Hertog maakte in één geval bezwaar tegen toepassing van deze regel. Hij claimde de gehele weg want zijn gemeente had de verharding daarvan aangebracht. Uiteindelijk 68 wilde hij geen inbreuk maken op de gevolgde gedragslijn. Twee enclaves vervielen doordat aan de ene zijde van een ongenummerde weg België lag en aan de andere zijde de enclaves. Een gedeelte van de weg werd daardoor Belgisch. De enclaves werden hierdoor als het ware leeggezogen. Op drie plaatsen bleken belangrijke wijzigingen bij waterlopen. De eigenaren ter plaatse hadden op één na geen bezwaar de feitelijke loop als grens te beschouwen. Verder werd bericht dat de metingen in het voorjaar van 1972 gereed zouden zijn. Ieder zou kaarten 11000 of 1:500 maken van het gedeelte dat ze voor hun rekening hadden genomen. Voor het andere deel zou ieder land kopieën krijgen van het andere land. Op deze kaarten van maatvast materiaal en bestemd voor de archieven van het Kadaster komen onder meer alle gegevens waarmee de grens lijnen zijn vastgelegd en de nummers van de kadastrale percelen. Van deze kaarten worden verkleiningen op schaal 1:2500 of 1:1250 gemaakt. Op een kaart 1:10 000, waarvoor de Belgische kaart wordt genomen, komen in genummerde rechthoeken de kaarten 1:2500 of 1:1250. Met een beschrijvend proces-verbaal erbij wordt dan goed aangesloten met wat staat in artikel 3 van de conventie van Maastricht. Dit artikel luidt: Het beschrijvende proces verbaal, de parcellaire plannen en de topogra fische kaarten op eene schaal van één op tienduizendste door de commissarissen vastge steld en getekend, zullen bij de tegenwoordige overeenkomst gevoegd blijven, en dezelfde kracht en waarde hebben, alsof dezelfde daarin in hun geheel waren opgenomen. Snijder zou het beschrijvende proces-verbaal verzorgen. Het moest per gemeente worden opgesteld zoals de arrondissementscommis saris wenste en dit onderstreepte met een tekst uit het stuk van 3 augustus 1843. Het zou de beschrijving tweemaal zo lang maken. Een datum voor de volgende zitting waarbij alle gemaakte stukken op tafel moesten komen werd niet bepaald. Eerst diende het Nederlandse KB getekend te zijn. De landmeetkundige werkzaamheden vormden het grootste deel van de werkzaamheden van de commissie. Tijdens de zittingen kwamen ze

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2003 | | pagina 14