Het concept bevatte verder een opsomming van
wat op de zittingen was besloten en getoond
als resultaat van de technische werkzaamheden
en wel: de namen van de commissarissen
belast met de technische werkzaamheden; het
niet plaatsen van grenspalen in afwijking van
het reglement van 1843, het waarom daarvan
en het gekozen alternatief; de richtlijn bij de
grensbepaling van wegen; de behandeling van
onzichtbare grenzen; de behandeling bij gecon
stateerde tegenstrijdigheden; het aanhouden
van de terreinsituatie bij waterlopen waarvan
de loop is gewijzigd; de vervaardiging van
kaarten 11000 en 1:500 met aanvullende
gegevens, gewaarmerkt door de commissa
rissen belast met de technische werkzaam
heden; de vervaardiging van kaarten 1:2500 en
11250 die dienen voor de parcellaire plans
genoemd in de overeenkomst van 1843; het in
de plaats van de overzichtskaart 1:10 000 in de
voornoemde overeenkomst nemen van de
Belgische kaart 1:10 000; de grensbeschrijving
die vier en een halve pagina A4 besloeg.
I let proces-verbaal is opgemaakt in 25-voud,
15 exemplaren voor België en 10 voor
Nederland. De Nederlandse exemplaren
berusten op het gemeentehuis van Baarle-
Nassau, de vestiging Breda van de directie
Zuid van het Kadaster, de hoofddirectie van het
Kadaster te Apeldoorn en de ministeries van
Buitenlandse Zaken en van Binnenlandse
Zaken.
De slotzitting werd op 26 april 1974 te
Turnhout gehouden. De burgemeester van die
stad verzorgde de uitnodigingen voor een
zitting met een academisch karakter. Naast de
Commissaris(gouverneur des konings in de
provincie Antwerpen en de commissaris der
Koningin in de provincie Noord-Brabant
hadden velen zijn uitnodiging aanvaard. Alle
media waren vertegenwoordigd. Na de opening
en een toelichting door de gastheer behandelde
de arrondissementscommissaris waarom in
1843 de afbakening tussen de grenspalen 214
en 215 niet was geschied en waarom dit alsnog
moest worden gedaan. Hij stond stil bij de
uitzondering gemaakt voor de enclaves van de
gemeente Baarle-Hertog en Baarle-Nassau.
Men had op veel overtredingen kunnen stuiten
als dit was geschied. Volgens artikel 43 van de
conventie van Maastricht mocht immers niet
worden gebouwd binnen tien meter van de
rijksgrens. En door die overtreding, geconsta
teerd in 1966, was het allemaal begonnen.
Vervolgens werd het proces-verbaal onderte
kend door de leden van de commissie en werd
een exemplaar met de bijbehorende kaarten
aan de gouverneur en de commissaris aange
boden. De voorzitter gaf een kort overzicht van
het werk van de commissie, noemde de
problemen van formele aard en de belangrijke
en omvangrijke rol gespeeld door de kadastrale
diensten van België en Nederland (uit het
'maandwerk' van het Kadaster werd later
opgemaakt dat aan Nederlandse zijde 465
mandagen aan de regeling was besteed). Hij
bedankte Turnhout voor de gastvrijheid en
iedereen die bij de afbakening een rol had
gespeeld of bij de slotzitting aanwezig was. De
commissarissen van de grenscommissie
ontvingen geschenken met inscripties van de
provincies Antwerpen en Noord-Brabant.
Op de receptie daarna verschenen, gekleed in
de ambtskleding van die tijd 'de Nederlandse
Koninklijke Commissarissen van de jaeren
1839 tot 1843' Zij waren uit hun graftomben
opgestaan en hadden per extra-diligence na vijf
dagen reizen via de Singel Baarle-Nassau-
Hertog het stadhuis van Turnhout bereikt. Als
laatstcn behoefden zij geen rijksgrens te
passeren. Zij werden voorafgegaan door hoorn
blazers. Zij huldigden hun ambtsgenoten van
de jaren 1967 tot 1974 en wisten op geestige
wijze de verschillen tussen toen en nu te
brengen. Over de gietijzeren grenspaal van
372 kilo: "Wijplaatsten er 388 over 400
kilometer: u plaatste wat onoogelijke betonnen
paaltjes over 50 km Dit alles was gesteld op
een gezegelde oorkonde die zij met passende
geschenken aan hun jonge collega's van de
twintigste eeuw aanboden. Na de receptie
kwamen de commissarissen van 1843 en 1974
met hun partners bijeen in de afspanning St.
Picter, waarna de festiviteiten in bourgondische
stijl, nog steeds onder het geschal van de
actieve hoornblazers, in een tweetal gelegen
heden in Baarle-Nassau werden voortgezet.
Het tijdens de slotzitting genoemde risico bij
het betrekken van de enclaves bij de grensatba-