hoger opgeleide vaklieden, hel vakgebied voor de geografisch ingenieur (geodeet zeggen wij nu) en voor hydrograaf ontstond. Geodeten en hydrografen brachten de gehele wereld in kaart.7 De systematiek hiervoor was als volgt: van oudsher waren de geografi sche posities van de nationale obser vatoria het meest nauwkeurig berekend. Middels triangulatie ofwel aan elkaar gescha kelde driehoeken waarvan de driehoekspunten door astronomi sche plaatsbepa ling verkregen werden, werd een "onfeilbare" meetbasis tussen de observatoria gelegd.8 Zowel voor land- als voor kustkaarten was deze primaire triangulatie, zoals vakmensen dit noemden het referentiepunt ofwel basis voor alle verdere metingen. In 1787 werd begonnen met de koppeling van het Observatoire de Paris en het Royal Observatory Greenwich.9 Mogelijk was deze koppeling ook de directe aanleiding voor het in Nederland, in hetzelfde jaar, oprichten van een lengtegraadcom missie. Rond 1800 werd op deze manier heel Europa, Brits- Indië en Noord- Amerika in kaart gebracht. De vele jaren durende expedities werden door de diverse overheden bekostigd en georganiseerd. Een uit de Afb. 3. Een vroege Britse Napoleontische theodoliet, anno 1822 tijd stammend gemaakt door G. Dollond grapje is dat uit: Memoires of the Napoleon meer Astronomical Society of land van zijn London (1822). keizerrijk kwijt raakte aan zijn eigen geodeten dan aan acties van vijandelijke legers. Frankrijk bleek na triangulatie, qua oppervlak aanzienlijk "gekrompen" te zijn. Lengtegraadcommissies werden in het leven geroepen om alle activiteiten zowel nationaal als internationaal te coördineren, (zie bijlage tabel 1De volgende stap in dit, eerst op het land uitgevoerde meetproces betekende het ontstaan van hydrografische kaarten. De hydrografische kaart verschilde wezenlijk van alle eerder gemaakte zeekaarten doordat nu (on)diepten, navigatie bakens, vuurtorens enz. in triangulatienetwerken opgenomen werden die op hun beurt weer aan observatoria gekop- Afb. 2. Een Franse voor loper van het universaal instrument anno 1785 uit: L. Puissant Traité de geodesie 1805). 7 Het oudste tijdschrift waarin de verwantschap tussen astronomen, geodeten en hydrografen tot uiting komt is: Correspondence astronomique, géographique, hydrographique et statistique du Baron de Zach. (Eerste jaargang 1818, de laatste in 1828). F.X. Zach (1754-1832) was een vermaard Oostenrijks sterrenkundige die ondermeer directeur van observatorium te Gotha was. Hij correspondeerde ondermeer met de Nederlandse wetenschappers J.F. Beeck Calkoen en P. Nieuwland. 8 Onfeilbaar is het woord dat men er in die tijd, in populaire beschrijvingen graag aan gaf. Thans wordt bij zo'n meting een nauwkeurigheid gegeven. N.D. Haasbroek heeft voor de negentiende eeuwse triangulatiemetingen in Nederland(s-lndië), in 1972 de nauwkeurigheden berekend: Investigations of accuracy of Krayenhoffs triangulation (1802-1811) in Belgium, the Netherlands and apart of North Western Germany. De triangulatie van Nederland, Oost-Friesland en België werd onder leiding van de landmachtofficier C.R.T. Krayenhoff (1758-1840) uitgevoerd. De primaire triangulatie van Nederlands-lndië werd pas in de tweede helft van de negentiende eeuw voltooid. 9 J.P. Verdet "le premier rattachement en longitude des observatoires de Paris et de Greenwich" in Vistas in Astronomy 20 (1976) 73-74.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2003 | | pagina 19