AJb. 6. Cartouche van een hydrografische kaart van de aanloop naar Soerabaja gemaakt door de
marine officier/hydmgraaf M.H. Jansen in 1848. De diepste aanlooproute werd Jansen 's vaarwater
genoemd. Jansen zou daarna een belangrijke rol gaan spelen als liaison tussen de regering en de
grondleggers voor de primaire triangulatie van Nederlands-lndië zijnde F. Kaiser en
J.A.C. Oudemans.
zeevaartkunde wordt nauwelijks gerept. De
Koninklijke Marine had in de negentiende eeuw
de regie over alle facetten van de zeevaart
kunde. Hoogleraren werden in dienst genomen
om de wetenschappelijke onderbouwing
hiervan uit te werken. Hierdoor ontstond een
geheel eigen 'lijn' boeken en tijdschriften, voor
en door zeeofficieren geschreven, die voor het
karteren van Nederlands-lndië een veel hogere
nauwkeurigheid nastreefden dan voor de
navigatie aan boord van een koopvaardijschip
noodzakelijk was. De hier bedoelde 'lijn'
zeevaartkundige boeken werd gestart door
Cornelis Douwes, gevolgd door de lengtegraad
commissie en Luitenant-ter-zee der eerste
klasse J.C. Pilaar en in de tweede helft van de
negentiende eeuw voortgezet door Luitenant-
ter-zee der eerste klasse DJ. Brouwer. Ook alle
hiermee samenhangende boeken, die voor de
navigatie noodzakelijk waren, werden steeds in
opdracht van de marine, in goede samenwer
king met wetenschappers of door marineoffi
cieren geschreven.
De genoemde lengtegraadcommissie, met haar
publicaties, enkele astronomische uurwerken
ofwel moederklokken plus een verdeelmachine
vormden het fundament van de negentiende
eeuwse zeevaartkunde in Nederland. Het
belichten van het uitgevershuis Van Keulen,
enkele koopvaardijofficieren en een weten
schapper geeft slechts een vage schets van het
grote, solide bouwwerk dat zeevaartkunde heet.
Omdat de hydrografische taak van de Marine
zowel economisch als militair van landsbelang
was kon hier de gehele negentiende eeuw,
middels de staatsbegroting, veel geld en
mankracht in gestoken worden.
De in de inleiding genoemde standaardwerken
en het proefschrift "Zeewezen en wetenschap"
van C.A. Davids zijn, voor wat betreft de
organisatie en rol van de Nederlandse zeevaart
kunde in de negentiende eeuw, incorrect.
80