15de stuk 1820, 16de en laatste stuk 1822
[Bom],
Toelichting:
Bom G.D. Bom HGz. Bijdragen tot eene
geschiedenis van het geslacht "Van Keiden
als boekhandelaars, uitgevers, kaart- en instru
mentmakers in Nederland. (1885).
Crone H.J.M.W. Peters The Crone library
(1989).
IMH bibliotheek van het Instituut voor
Maritieme Historie.
Franse en Britse sterrenkundige almanakken
waarvan de Nederlandse versie afgeleid was en
omgezet werd naar de nulmeridiaan over de
Piek van Teneriffe (tot 1826):
Connaissance des Temps In 1679 gestart
door de geodeet en sterrenkundige Jean
Picard 1620-1682), uitgegeven door
"l'Academie Royale de sciences". In 1789
verscheen de toevoeging "des astronomes et
des navigateurs" en vanaf 1795 werd deze
jaarlijkse uitgave overgenomen door "Le
Bureau des Longitudes". Alle sterbewe
gingen werden hierin gerelateerd aan de
nulmeridiaan van Parijs. In de begin jaren
kent de titel enige varianten: "connoissance"
en "terns". In Nederland gebruikt tijdens de
Bataafse Republiek en door ondermeer J.C.
Pilaar.
The Nautical Almanac and astronomical
ephemeris vanaf 1766 (voor het jaar 1767)
een jaarlijkse uitgave van "Commissioners of
Longitude" onder leiding van Nevil
Maskelyne 1731 -1811de Astronomer
Royal van Greenwich. In 1832 werd deze
uitgave overgenomen door "The lords
commissioners of the admiralty" die
hiervoor in de Royal Navy een vaste groep
mensen aanstelden, het Nautical Almanac
office geheten. Alle berekende stersbewe
gingen werden in deze Britse uitgave gerela
teerd aan de nulmeridiaan van Greenwich.
Tabel 3 Zeevaartkundige tijdschriften geredi
geerd door marineofficieren of wetenschappers
in dienst van de marine
In 1831 start van het Tijdschrift toegewijd
aan het Zeewezen van de marine officieren
A.E. Tromp en C. Verveer. Dit is het eerste
Nederlandstalige tijdschrift met door de
overheid geverifieerde zeevaartkundige
gegevens. Dit tijdschrift dient in samenhang
gezien te worden met de Berichten aan
zeevarenden die ondertekend door de
Minister van Marine in de Staatscourant
gepubliceerd werden. Het Britse tijdschrift
Nautical Magazine start kort erna, in 1832
en wordt eveneens door de overheid (lees
Royal Navy) geredigeerd en gefinancierd.
Het Tijdschrift toegewijd aan het Zeewezen
stopt abrupt in 1835 en wordt na twee jaren
vervolgd door Berigten en verhandelingen
van J.F.L. Schroder en Jacob Swart 1837-
1841wat daana wordt vervolgd door:
Verhandelingen en berigten betrekkelijk het
Zeewezen en de Zeevaartkunde en de
daarmede in verband staande weten
schappen. G.A. Tindal en Jacob Swart 1844-
1858. Tindal trok zich in 1850 terug. Na het
overlijden van Jacob Swart, in 1866, nam
Jacob Swart Jr. de redactie over en veran
derde de naam, in 1771 in Tijdschrift voor
het Zeewezen. Waarschijnlijk is deze
naamgeving een: terug naar de start in 1831
Dit tijdschrift werd uitgegeven tot 1880.
Twee marine officieren, J.C. Pilaar en J.M.
Obreen (1810-1877) redigeerden in de
periode 1841-1852, totaal elf jaargangen
Tijdschrift toegewijd aan het Zeewezen (dit is
de zogeheten tweede reeks). Na het
overlijden van Pilaar, in 1849, namen S.H. de
Lange en P.A. Leupe de redactie nog enkele
jaren over.
Mededelingen betreffende het Zeewezen.
Uitgegeven door de zorg van het departe
ment van Marine Eerste jaargang 1861,
laatste jaargang 1920.
De Zee. Tijdschrift gewijd aan de belangen
der Nederlandsche stoom- en zeilvaart.
Oprichter en hoofdredacteur was, in 1879 de
marine officier J. V Wierdsma 1846-1917).
Opvallend is dat hier, wederom de personeel-
smutaties van de marine in te vinden zijn
doch niet die van de koopvaardij. Typische
marine onderwerpen, bijvoorbeeld over artil
lerie en torpedo's zijn er regelmatig in te
vinden.