Het boek start met informatie over het gebruik
van water voor de verdediging met de
Romeinen, om vervolgens aandacht te
besteden aan de voorloopsters van de Nieuwe
HWL Duidelijk wordt belicht hoe de linies in
de zeventiende, achttiende en het begin van de
negentiende eeuw een rol hebben gespeeld in
de oorlogvoering, danwel bij dreigende oorlog.
Ook bij WO 11 nog heeft de Duitse bezetter
vooraf de waterwerken in Nederland
nauwkeurig bespioneerd.
Aan het eind van de zestiende eeuw, tijdens de
80-Jarige Oorlog (ook wel 'de Opstand') wordt
het concept van een waterlinie voor onze lands
verdediging bedacht. En tijdens de oorlog met
de Fransen in 1672 wordt dit idee op de valreep
met succes toegepast. De Hollandse Waterlinie
blijkt de redding van het land te (kunnen) zijn;
wat zijn effect heeft gehad op de toekomstige
defensieorganisatie en de inrichting van ons
grondgebied. Uit veiligheidsoverwegingen
worden meerdere malen in de geschiedenis van
onze nationale defensie grootscheepse plannen
gemaakt. Deze leiden vaak tot ingrijpende
wijzigingen in de ruimtelijke ordening van ons
land. De Waterlinie speelt bij die plannen
steevast een rol, zo niet de hoofdrol. Deze linie
vormt een bijzonder militairruimtelijk systeem
waarin het besturen van de waterhuishouding
een zaak van landsbelang is.
In de zomer van 1794 - na een eerste mislukte
poging daartoe in 1793 - vallen de Fransen
opnieuw ons land aan. Met 70.000 man trekt
generaal Pichegru de Republiek binnen.
Prompt stelt het Nederlandse leger inundaties
in het nieuwe zuidelijke deel van de waterlinie
tussen de Lek en de Biesbosch. Polders worden
blank gezet. Het leger legt batterijen aan bij de
inundatiepunten bij 't Spoel ten westen van
Culemborg (de Lek), aan de Horn op de
Meerdijk boven Asperen (de Linge) en bij
Dalem (de Waal). Tot zover doet het water zijn
werk. Maar dan valt op 16 december de vorst
in en veradert het water plotsklaps van vriend
in vijand. De strenge winter van 1794 en 1795
houdt de Waterlinie in zijn greep.Daardoor kan
de Franse overmacht ongehinderd aanvallen
doen over het ijs van de Zuiderwaterlinie
vanuit de Langstraat en ten noorden van Breda.
Dit gebeuren schudt Nederland wakker. In de
Franse tijd wordt dan ook de grondslag gelegd
voor het verdedigingsstelsel van het latere
Koninkrijk der Nederlanden. Een belangrijke
rol heeft daarbij Cornelis Kraijenhoff gespeeld,
een arts en een patriot met een brede (militaire)
belangstelling. Hij bracht de plannen tot een
verbeterde Waterlinie op tafel.
In 1874 wordt de Vestingwet afgekondigd tot
regeling en voltooiing van het vestingstelsel.
De Vestingwet kende prioriteit toe aan de
verbetering en vernieuwing van de Nieuwe
Flollandse Waterlinie, de hoeksteen van de
Nederlandse verdediging. Tot 1885 is ruim tien
miljoen gulden aan de linie besteed.
Omgerekend naar de huidige maatstaven
betekent dit dat, van 1815 tot aan 1940 velen
tientallen miljarden euro's in de Nieuwe
Hollandse Waterlinie zijn geïnvesteerd.
Volgens deskundigen zijn de militaire en
waterstaatkundige werken van de Nieuwe
Hollandse Waterlinie een van de grootste, zo
niet de grootste infrastructurele ingreep van
ons land geweest.
Eerst bij de introductie van zware transporthe
likopters in de jaren zestig, waarmee zwaar
materieel kan worden verplaatst, heeft de
geduchte hindernis van een waterlinie defini
tief geen enkele zin meer.
Het jaar 2004 wordt het 'Jaar van het Fort'.
Met dit boek kan elke rechtgeaarde
Nederlander hierop al een voorschot nemen.
Aanbevolen!
Jan van Eek
Correctie jaargang 5 nummer 2
Door een misverstand is helaas in de
vorige editie een onjuiste afbeelding
geplaatst bij de bespreking van het artikel
van Versfeit over de Franse kaarten van
Noord-Nederland (1811-1813).
Het toen afgebeelde vignet komt voor op
een kaart van Drenthe van Cornelis
Pijnacker (1570-1645
Redactie
<>-+