Dit leidde er inderdaad toe, dat de nieuwe
regeerders besloten het Bildt opnieuw op te
meten. Zij schreven brieven aan de hierna
vermelde landmeters met de volgende inhoud:
"aen Maerten van Sïïaetsburch, bouwmeester
thoe Sloeten ende eenen monnick te Tabor,
verstandt hebbende up metinge van lande, dat
zij comen omme 't Bil nyes van des
Keizerlijcken Majesteitswege te meeten Zij
kregen van de keizerlijke rentmeester uiteraard
een beloning. De keizer zou 400 goudguldens
ineens geven "totten loon van den landmeeters
ende huere hulpers De metingen vonden in
1526 en 1527 plaats door de landmeters
"Meister Marten van Delftende Broeder Peter
Jacobsz. van Thabor"Deze Peter Jacobsz van
Thabor die de landmeter Marten van Delft
hierbij heeft geholpen zal wel de eerder
genoemde "monnick van Tabor" zijn geweest.
De metingen van 1526, het weer, de tijd en het
reizen
Lekebroeder Peter schreef gedurende zijn leven
een kroniek, waarin hij aan het einde van de
kroniek wat over zijn landmeetkundige
werkzaamheden noteert. In deze 'Kroniek van
Peter Jacobsz van Thabor' is te lezen: "ende sy
beghonnent eerst toe meten Oculi mei1526).
"mer doet quam in die aftersommer, doe
beghonnen wy weder toe meten, ende wy maten
al tot sinte Marten toe; doe begant toe fryesen.
Anno Domini XVc ende 27 doe begonnen wy
weder toe meten ynt beghyn van die Vasten;
want op Askelen Woensdach doe quamen wy op
dat Byl, ende doe creghen wy voer Paeschen
ghedaen. Ende ouer Paeschen doe toech ik myt
Heer Julius off Lulius in Hollant, ende ick
quani, in den Haech ende toe Deelft; ende daer
woenden ick mytten meter, ende wy maectent
regeyster voert claer; ende ick quam weder toe
huss omtrent synte Johan mytsommer, als
Iohannes Baptista
Jan Rataller, de rentmeester heeft vervolgens in
de Bildtrekening van 1527 van 34 "cavels de
namen van pachters, oppervlaktes en pacht
sommen vermeld.
De metingen van 1536/1537 en de gebruikte
technieken
De hiervoor genoemde metingen van
1526/1527 waren kennelijk ook niet zonder
gebreken, want in een document uit 1535
wordt gesproken van erreur ende faulte van
de lest metinge Dat leidde er toe, dat er in
1536 met "een nyeuwe metinge wordt aange
vangen. Landmeters zijn in 1536/37 mr Jacob
Camaiker uit den Haag en wederom
lekebroeder Peter Jacobsz van Thabor alsmede
Pybo Geroldsma van Wirdum en Dierck
Oidtgiersz. Zij maten het Bildt "elex op zijne
caveltotdat "de geheele Bildt gemeeten es
geweest ende dat bij quadraten, triangulen,
trapeesen ende andere gelijcke geometrissche
handelingen, zoevele landen als eenen
yegelicken gebruycken mochte In het laatste
citaat is duidelijk de "meetkunde van
Euclides herkenbaar. Verder kochten de
landmeters voor 25 stuivers sparren en manden
"tot baeckens ende roeden De landmeters
logeerden tijdens de metingen 42 dagen bij
Jacob van Haerlem, de "exchijsmeester" op de
Zijl (OudeBildtzijl). Deze zorgde ook voor
vervoer, "die hemluyden smorgens int velt
voerde en savonts weer thuyshaalde
Lekebroeder Peter verdiende gedurende 41
dagen 16 stuivers per dag. Keizer Karei V
betaalde voor de hele meting 531 carolusgul-
dens en 14 stuivers. Halverwege de metingen
overleed Peter Jacobsz van Thabor, ouder dan
70 jaar, omdat "We voorsz broeder Pieter
ouermits oudtheyt ende blindtheyt dair uuyt
scheidde, end hebben de metinge nyet mogen
volbrengen." De andere landmeter mr.
Carnaicker, die het "register ofbouck zou
opstellen, overleed te Leeuwarden. De enige
overgebleven landmeter Dierck Oidtgiersz
maakte dit karwei voor 250 carolusguldens af.
Afwijkingen
Sannes heeft in zijn boek over de geschiedenis
van het Bildt de uitkomsten van de registers
van 1509, 1526/27 en 1536/1537 opgenomen,
zodat een vergelijking van de oppervlaktes
mogelijk is. De resultaten van de drie registers
vertonen vele afwijkingen in "morgens Bij
vergelijking tussen 17 identieke "cavels" an
de drie registers zijn er op een gemiddelde
kavelgrootte van 116 morgens afwijkingen van
0 tot 8 morgens. De gemiddelde afwijking van
deze 17 "cavels" is 2,5 morgens. (Een morgen
is ongeveer 0,9 ha). Een conclusie zou kunnen
zijn, dat de afwijkingen tussen de resultaten
l