betalen, dan bij gebruik van de langere Leeuwarder roede. Het lijkt er op. dat de Bildtboeren destijds ook al wel konden rekenen Morgen Nadat de eerste "cavels in pacht waren uitgegeven werden de uitkomsten van de metingen en groottebepalingen van 1505 en 1506 in een register beschreven aldus: "Abmessung der Bilde wy dy durch Franz Mimma Rentmeyster und Hessel Martena defunden auch wievil landes Itlicher In gebrauch hal In de eerste opgaven van pachters met groottes zijn de oppervlaktes van de "cavels" in "morgens vermeld. Hierbij wordt vermeld, dat een morgen 600 vierkante (konings) roeden omvat. De 'morgen' is niet een oppervlakte- maat, welke in het middeleeuwse en huidige Friesland als oppervlaktemaat wordt gehan teerd. Een Friese boer rekende toen en ook nu nog in "pondematen (een "pounsmiet" is 36 3/4 are). Dat men ook rond 1500 de ponde- maat hanteerde blijkt uit een brief van 22-12- 1504 over 100 pondematen van de eerder genoemde Hessel van Martena. De oppervlak temaat morgen komt overeen met 0,92 ha en werd zeker tot aan het einde van de vorige eeuw nog door de Bildtboeren gebruikt. Het BiUlt - De totale oppervlakte Door optelling van de groottes van de verschil lende cavels heeft men in alle registers de totale oppervlakte van het Bildt berekend. Na de jaren, waarin nieuwe metingen en berekeningen zijn uitgevoerd, vallen ertussen die totale oppervlaktes van het Bildt grote verschillen te constateren. Dit blijkt uit het volgende overzichtje overeenkomst 1505 8000 morgen (waarschijnlijk een raming) abmessung 1505 5944 morgen en 18 enszen meting 1509 5646 morgen abmessung 1513 5400 morgen Bildtrekening 1527 5039 morgen Bildtrekening 1536 5162 morgen Klaarblijkelijk valt bijna altijd na de nieuwe metingen de oppervlakte van het Bildt wat lager uit. Heel merkwaardig is de vermelding van "enszen Dit wijst op het gebruik van de oude Friese oppervlakemaat "einzen Een einze is een 1/12 deel van een pondemaat en kan derhalve op ongeveer 3 are worden gesteld. Tenslotte In deze en de voorafgaande eeuwen is men in het Bildt er niet mee opgehouden de 'morgen' als oppervlaktemaat te gebruiken. En met het landmeten in het Bildt is men zeker ook niet opgehouden. Getuigen hiervan zijn de atlas kaart uit de Beschrijvinghe van Schotanus uit 1664 en de op metingen van Bernardus Schotanus vervaardigde atlaskaart van 1698/1718. De metingen van de kadasterland meters, die in 1832 hun Bildtplans opleverden kunnen niet onvermeld blijven. Rond 1845 werd onder leiding van Jappé een Fries driehoeksnet met drie Bildtse parochiekerk torens als driehoekspunten gemeten en werd nadien het driehoeksnet van Krayenhoff verdicht met twee Bildtse driehoekspunten. Het hoofddriehoeksnet van de Rijksdriehoeksmeting leverde anno 1903 evenwel geen enkel driehoekspunt in het Bildt op. In het laatst van de vorige eeuw had het Bildt een novum in ons land. Het eerste blad van de Grootschalige Basiskaart Nederland GBKN was een kaartblad van het Bildt. Tenslotte vond parallel hiermede de uitvoering van de ruilverkaveling het Bildt plaats. Het hoeft geen betoog, dat ook hier landmeters actief zijn geweest. Het is niet onwaarschijnlijk dat landmeters ook in deze eeuw in het Bildt, met welke techniek dan ook, blijvend hun werkzaamheden aldaar zullen uitoefenen. Bronnen Berns, J.L., Transscriptie Stukken Hauptstaatsarchiv Dresden CK 6007/6008 (handschrift), Ryksarchyf Fryslan, Leeuwarden. Brouwer, J.H. en anderen, Encyclopedie van Friesland, Fryske Akademy, Amsterdam/Brussel 1958. Inventaris van stukken betreffende het bestuur van de Saksische hertogen over Friesland

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2003 | | pagina 9