Simon Stevin (1548-1620)
tienden aangeeft enzovoort. Stevin stelde dit
voor in een heel klein boekje "De Thiende"
1585).2 Het formaat is 10 bij 15 cm en het telt
21 bladzijden, titelblad inbegrepen. Eigenlijk
doen de eerste 8 blz. niet ter zake, zodat het
voorstel tot invoering van tiendelige breuken
uiteengezet wordt op de bladzijden 9 t/m 21.
Het is in bijzonder duidelijke taal geschreven.
Het geeft vier rekenvoorbeelden: de ver-
gaderinghe (optelling), de aftreckinghe, de
menichvuldighinghe en de deelinghe. De
bladzijde met het voorbeeld van de vermenig
vuldiging is afgebeeld in fig. 2: 32,57 wordt
vermenigvuldigd met 89,46.
Zoals we zien was de notatie van Stevin niet de
onze. Hij schreef 32 5 7
sloeg op de tiende, op de honderdste enz.
Het was de Schot Napier 1550-1617, de
uitvinder van de logaritmen) die de huidige
notatie met de komma voorstelde. Hoe de
Angelsaksen later aan die punt gekomen zijn
weet ik niet. Het boekje heeft ook nog een
aanhangsel van 14 bladzijden. Dat bestaat uit 6
"leden", die toepassingen geven voor de
beroepsgroepen die met het nieuwe systeem
zouden kunnen gaan werken. Het eerste lidt is
het "Lidt vande rekeninghen der Landtmeterie".
Stevin beveelt aan de roede niet in 12 voeten,
Simon Stevin werd te Brugge, waarschijnlijk in
1548 geboren. Zijn ouders, Antheunis Stevin
en Cathalijne van der Poort waren, althans ten
tijde van zijn geboorte, niet getrouwd. Over
zijn jeugd is niets belangrijks bekend. Er zijn
aanwijzingen dat hij gereisd heeft, mogelijk in
Polen, Pruisen en Noorwegen. In 1581 vestigde
hij zich te Leiden.
In 1583 werd hij ingeschreven als Student
aan de Leidse Universiteit.
Hij had vier kinderen. Hij overleed in 1620,
waarschijnlijk in Den Haag.
Sedert 1593 had hij nauwe contacten met Prins
Maurits, die veel van hem leerde. Voor Maurits
construeerde hij zijn beroemde zeilwagen.
Zijn voorstel tot het invoeren van een
decimale notatie maakte hem een inter
nationale grootheid. Zijn taaipurisme, met de
invoering van Nederlandse woorden voor
begrippen die in de meeste talen nog met de
Latijnse benaming worden aangeduid
(Meetkunde, wiskunde, natuurkunde en vele
andere), maakte hem in het Nederlandse
taalgebied onsterfelijk.
Literatuur:
Romein-Verschoor, A. Simon Stevin. In: Erflaters van onze beschaving. Amsterdam 1938.
Dijksterhuis, E.J. Simon Stevin, Den Haag 1943.
Struik, D.J. Het land van Stevin en Huygens. Amsterdam 1958.
2 Stevin, Simon. De Thienden 1585. Facsimile herdruk Nieuwkoop 1965.