eenheden in de verschillende steden beschreven staan. Voor wie er meer van wil weten is er een verhandeling van Zevenboom.4 Bovendien had men voor eenzelfde eenheid vele verschillende waarden. Zo was een pond kaas niet overal even zwaar als een pond suiker. Een rekenboek dat eeuwenlang (van 1635 tot de laatste druk van 1839) de Nederlandse jeugd tot wanhoop bracht is dat van Willem Bartjens. Merkwaardig is dat dit boek, pas in de allerlaatste drukken, de verstandige opmerkingen van Stevin, vermeldt. Het soort sommen dat men van Bartjens kan leren is: "Een koopman koopt 100 Leidse ponden kaas a 23 stuiver per pond, die droogt 10% in, hij verkoopt 21 Amsterdamse ponden voor 2 stuiver per ons...." enz. Twee eeuwen lang in gebruik!!! Slaat men het rekenboek van Bartjens op dan verga je in de lange breuken met enorm moeilijke berekeningen. Een uitkomst van een opgave kan bv. 1 en 13/1453 zijn. De tiendelige breuken van Stevin werden pas in de laatste drukken van Bartjens toegepast. Hoe is zoiets mogelijk? De le druk van Bartjens verscheen een halve eeuw na "De Thienden". Naar een nieuwe eenheid van lengte Men was gewend de maten van zaken "bij de hand" te hebben. Ze werden bv. aan het menselijk lichaam ontleend: voet, duim. Echter: wiens voet bepaalde de lengte? Toch werd de roep om eenheid in eenheden af en toe vernomen. Vaak werd verkondigd dat die aan de natuur ontleend en makkelijk reproduceer baar moest zijn. Isaac Beeckmann (1588-1637), Marin Mersenne (1588-1648) en Christiaan Huygens (1629-1695), tijdgenoten, hadden persoonlijk contact. Uit dit drietal, wie de eerste was weet ik niet, komt het voorstel om een geheel nieuwe eenheid van lengte in te voeren: de lengte van een slinger met een slingertijd van 1 seconde. Dat was een goed voorstel. De reden dat die het niet geworden is, ligt mogelijk daarin dat die dan niet overal op Aarde dezelfde waarde heeft en dat hij op de lengte van een seconde gebaseerd is =gT2/4 n2), dat is 0,248 m. Een secondeslinger doet in een seconde tik-tak. Een slinger die 1 seconde tik en dan 1 seconde tak doet moet 4 maal zo lang zijn, dus ongeveer een meter. Maar: als je er in geslaagd bent een secondeslinger te maken, hoe meetje dan haar lengte? Daar heeft de Fransman Prony (1755- 1839) later wel een oplossing voor gevonden, maar toen was het besluit al gevallen. We maken een sprong van ruim een eeuw. In de 18e eeuw zal er wel over een nieuwe maat gesproken zijn, maar het was Van Swinden die mede daarom bekend werd. In Frankrijk In een land als Frankrijk waren circa 800 lengtematen. Bij een discussie over maten constateerde men dat de voeten van twee twistende kooplieden niet even groot waren. DE VERNIEUWDE CYFFERINGE M'. JAN van DAM. 4 Zevenboom, K.M.C. Theorie over de ontwikkeling van de Nederlandse voet- en ellenmaten. Verhandelingen der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde. Amsterdam 1964. 1<> V A It M.. WILLEM BARTJENS, llerftelt,vermetrdtTEcn verbetert' noon

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2004 | | pagina 21