Voor ii gelezen.... O Bij onze zuiderburen in België is in de laatste jaren een aantal fraaie publicaties verschenen over kaartboeken van kloosters. Om diverse redenen is het ook voor ons, Noord - Neder landers, interessant om daar kennis van te nemen. Niet vergeten moet worden dat de grens tussen onze twee landen eerst in 1648 is ontstaan. Kloosters, die nu in België liggen (of lagen), bezaten dan ook gebieden in 'ons' Noord - Brabant of Limburg. Voor twee van deze publicaties vraag ik hier uw aandacht, allereerst'. Eduard van Ernten. Het kaartboek van Averbode 1650-1680. Brussel 1997, ISBN 90 5066 170 X, 191 blz. Een uitgave van het Gemeentekrediet. Averbode ligt even ten N.W. van Diest in de Belgische provincie Brabant. De Norbertijner abdij van Averbode werd in 1135 gesticht op initiatief van graaf Arnold 1 van Loon. Het klooster was gelegen op de grens van het graafschap Loon en het hertogdom Brabant. Vooral door schenkingen verkreeg het in de loop der jaren veel bezittingen in zowel Brabant als Loon. In het huidige Noord - Brabant bezat de abdij ruim 1535 ha bij Sterksel en verder hoeven nabij Hilvarenbeek, Eersel en Hoge en Lage Mierde, daarnaast bezat de abdij een aantal pastoorsgoederen van parochies die door Averbode bediend werden, daarbij waren onder meer Venlo en Blerick. Omstreeks 1650 gaf abt Servatius Vaes opdracht aan de landmeter en architect Cornelis Lowis om alle bezittingen op te meten en een kaartboek samen te stellen. Het is een groot geluk dat ondanks de zeer bewogen geschiedenis van de abdij met branden, ver nietigingen en plunderingen dit kaartboek bewaard is gebleven. Het hier besproken boek is geen facsimile - uitgave. Het bevat, na een inleiding, verkleinde reproducties van 34 kaarten van het grondbezit en van 26 kaarten van de pastoorsgoederen, die verkleining is ongeveer 45% van de ware grootte. Verder zijn van elke kaart een of meer deelvergrotingen afgebeeld, daardoor komt de fraaie figuratieve uitvoering goed tot zijn recht. Lowis werd in 1646 beëdigd als landmeter in Brabant en in 1661 als landmeter in het bisdom Luik. Het kaartboek bevat de volledige tekst van zijn commissies. In grote lijnen komt de tekst overeen met die van de noordelijke provincies, alleen is ze veel uitvoeriger. De Brabantse commissie ontving Lowis van de Spaanse koning Filips IV.' Opmerkelijk is ook dat deze commissie in het Nederlands is gesteld, het Frans overheerste toen blijkbaar nog niet in Brussel. De Luikse commissie was, begrijpelijk, in het Frans gesteld. Dat Cornelis Lowis het met de maatvoering niet gemakkelijker had dan zijn Noord - Nederlandse collega's blijkt wel uit de veelheid van maten waarmede hij te maken had. Zo was er een roede van 's-Hertogenbosch van 20 voeten in een roede (5,75 m), een Leuvense (5,71 m) en een Antwerpse (5,74 m). Verder een Luikse of Loonse roede van 20 voeten per roede (5,84 m) en een van 16 voeten per roede (4,67 m) en hij had ook te maken met een Gelderse roede van 16 voeten (4,61 m). Maar er zijn uitzonderingen, zo is Beauvechain (kaart XIX) gemeten met een roede van 15 9/10 Leuvense voet! Daarbij kwamen dan nog de diverse, van elkaar verschillende, oppervlaktematen. Dit alles maakte het opmeten en vooral het berekenen tot een omslachtige zaak. De kaarten zijn fraai afgewerkt, tonen een schaalstok en een kompasroos. De afgebeelde percelen liggen soms aaneengesloten, maar niet altijd, op diverse kaarten zijn ook 'zwevende' percelen getekend. Het kaartboek bevat geen legenda. Het grondgebruik wordt aangeduid met picturale en figuratieve elementen. Drie randkleuren worden gebruikt: blauw voor water, groen voor weiland en geel voor akkers, moerassen en bossen, Figuratieve toevoegingen geven aan waar het om gaat, zo 1 Na Filips II (1556-1598) kwamen Filips lil (1598-1621) en Filips IV (1621-1665). :il

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2004 | | pagina 33