ten Z.O. van Herentals in de provincie
Antwerpen. In de eerste vijftig jaar van haar
bestaan ontving de jonge stichting aanzienlijke
schenkingen. Tegen het eind van de 13e eeuw
kreeg de abdij van hertog Jan II van Brabant het
recht om woeste gronden te Essen en Kalmthout
ter ontginning uit te geven en kort na 1300
werden grote moeren (veengronden) tussen
Terheijden en Breda aangekocht. Ook had
Tongerlo aanzienlijke tiendrechten verworven.
Daarnaast had de abdij op veel plaatsen
pastoorsrechten verkregen, d.w.z. dat de abdij de
kerk en bijbehorende grond in bezit kreeg maar
dat zij ook de parochiale zorg op zich nam. Tot
die plaatsen behoorden Nispen en Roosendaal,
Tilburg met Enschot, Waalwijk, Moergestel,
Drunen en andere 'Nederlandse' plaatsen. De
abdij bezat in Noord - Brabant 19 parochies. Op
blz. 62 staat een kaart met de grove ligging van
de bezittingen van de abdij. Helaas ontbreekt een
moderne overzichtskaart (of kaarten) waarop de
ligging van de 85 afzonderlijke kaarten is aan
gegeven. Het gebruik van het plaatsnamen
register zou daardoor vereenvoudigd zijn.
In tegenstelling tot andere abdijen heeft
Tongerlo nooit een representatief kaartboek
van haar bezittingen laten maken. Er is slechts
een vrij klein kaartboek met verkleiningen en
minder gedetailleerde kaarten uit de periode
1655 - 1718 (19 x 27 cm). Eigenlijk is dit meer
een veldkaartboek. Daarom besloten de
redacteuren om, uitgaande van dit 'veldkaart-
boek', een nieuw kaartboek samen te stellen
door aanvulling en uitbreiding met kaarten uit
het rijke archief van de abdij, zo ontstond dus
een 'nieuw oud kaartboek'.
Het boek bevat een aantal uitstekende inlei
dingen over de geschiedenis van de abdij en het
beheer van de bezittingen in voor- en tegen
spoed. Na de verovering van Noord-Brabant
door de Staatse troepen werd dit deel van het
hertogdom bij de Republiek gevoegd en dit
werd bij de vrede van Munster in 1648 door
Spanje erkend. De openbare uitoefening van
katholieke godsdienst werd verboden, de kerken
werden aan de protestanten overgedragen en alle
kerkelijke goederen geconfisqueerd. In januari
1653 sloot abt Augustinus Wichmans een
akkoord met de Staten-Generaal en de abdij
kreeg alle in beslag genomen goederen in de
Baronie van Breda terug. Als compensatie
moest ze jaarlijks 600 gulden per hoofd betalen
aan de predikanten van Alphen, Nispen,
Roosendaal en Zundert!Een katholieke abdij
betaalde dus een deel van het salaris van
protestantse dominees.... In juli 1668 werd een,
gelijksoortige, maar minder gunstige regeling
afgesloten voor de Meierij van Den Bosch.
Een ander hoofdstuk gaat over het opmeten en
in kaart brengen van de onroerende goederen.
Dit gebeurde in drie fasen, tussen 1655 en
1662 door de landmeter Joris Subil, in de jaren
1691-1730 door Cornelis Henselmans en
Peeter Wijnricx en ten slotte in de periode
1772-1794 door Albert Meulemans. Al deze
landmeters waren "gesworen landtmeter bij
Syne Majestijts Raede in Brabant geadmit-
teert". Naast deze vier waren er nog enige
andere landmeters die incidenteel bezittingen
hebben gemeten en/of gekarteerd, Daarbij
behoort Johannes Baptiste Adan uit Wouw,
deze had echter een admissie van de Haagse
Raad van Brabant.2 Op blz. 44-46 wordt vrij
uitvoerig ingegaan op het werk van de
genoemde landmeters.
"Het kaartboek weerspiegeling van landschap
en maatschappij" is de titel van het laatste
hoofdstuk van de inleiding. "Dit hoofdstuk
beoogt enkel de lezer wegwijs te maken in dit
kaartboek. Doel is de interesse en de nieuws
gierigheid van de lezer te wekken in wat de
kaarten voorstellen. Deze worden daartoe in
het breder perspectief van de ontwikkeling van
het Kempisch landschap gesitueerd...aldus
de schrijver.
De inleiding wordt verder aangevuld met een
groot aantal foto's van kerken, torens,
pastorieën en hoeven.
Het hoofdbestanddeel van het boek bestaat uit
85 schitterend gereproduceerde kaarten. Uit
het 'veldkaartboek' zijn 19 kaarten over
genomen, deze zijn aangevuld met een breed
scala van grote en kleine kaarten uit het archief
van de abdij. De kaarten uit het veldkaartboek
2 Er is een vele jaren durende competentiestrijd geweest tussen de Raad van Brabant en Overmaas Limburg) in Brussel en die in
Den Haag met geboden en verboden.