Stevin, normen en waarden in de vorige
Gouden Eeuw
's-Hertogenbosch, tel: 073-6159708, fax: 073-
6159748, e-mail: irhu@s-hertogenbosch.nl
Als team Geo-informatie van het
Ingenieursbureau van de gemeente
's-Hertogenbosch willen we wat
oude instrumenten tentoonstellen.
Beschikt wordt onder andere over
de hierbij afgebeelde geelkoperen
waterpas met draaibare kijker,
geleverd door Ahrend 6523 en
verder niet van een naam voorzien.
Wie weet meer, bijvoorbeeld het
bouwjaar of de bouwperiode?
Irwin van Hunen, hoofd Geo-Informatie
Ingenieursbureau, Postbus 12345, 5200 GZ
Het grootste probleem van een columnist is het vinden van een onderwerp. Zie Frits Abrahams,
NRC Handelsblad van 31 december 2003.
Ik dacht voor deze keer aan Simon Stevin, met wie ik, dank zij De Hollandse Cirkel, de laatste
tijd te maken had. Hetgeen ik over hem te berde bracht putte ik uit boeken over wetenschaps
historie. Dus, dacht ik, nu eens kijken in een algemeen historisch werk.
Ik pakte De republiek van Jonathan Israël uit de kast. Op blz. 408 (het boek telt 1374 blz. in
twee banden) las ik:
"De vrees onder de regenten voor de vrijheid van godsdienst was begrijpelijk. Het was
moeilijk in te zien hoe de politieke, maatschappelijke en morele orde gehandhaafd kon worden
als de godsdienst verdeeld en in wanorde was."
Coornhert en Lipsius trachtten een seculiere ethiek op te bouwen.
Simon Stevin, in zijn verhandeling Het burgerlick leven 1590), veegde de vloer aan met
filosophische leerstellingen als bruikbaar instrument om de discipline bij te brengen die
essentieel was voor de nog in de kinderschoenen staande Republiek.
"Stevin was niet alleen een briljant wis- en meetkundige, maar ook een 'politique' in godsdienstig
opzicht, die de godsdienst zag als de onmisbare voorwaarde voor maatschappelijke rust. Hij gaf
toe dat de meeste mensen niet geloofden in de leerstellingen van de gereformeerde kerk, maar hij
vroeg hen niettemin zich daaraan te conformeren. Filosofische redenen zeggen kinderen en de
man in de straat niets, zo stelde hij; dus als ouders nalieten hun kinderen eerbied voor de kerk en
de 'vreze Gods' bij te brengen, dan zouden de zedelijkheid en daarmee de maatschappelijke orde
tot ondergang gedoemd zijn. 'De vreese Gods dan is de alderbequaamste wech om te commen
tottet opperste goet ende de contrarie een opentlicke toeganck tottct alder vcrdcrvlicste quaet.'
Ik denk dat Balkenende het hiermee roerend eens is.
Henk Zorn
-+()