opgenomen, is er aan de samenstelling in het algemeen en aan de werkwijze niet veel ver anderd. Had de commissie voor de uitvoering van taken aanvankelijk wetenschappelijk en technisch personeel in dienst, later was dit slechts incidenteel het geval. De commissie stuurde en coördineerde 'slechts', met sub commissies en werkgroepen voor de behartiging van specifieke taakbestanddelen. Aanvankelijk was het lidmaatschap van een subcommissie voorbehouden aan leden van de commissie, later werden ook anderen, doorgaans personeel van de in de commissie vertegenwoordigde diensten en instellingen of medewerkers van de gewone leden, tot de subcommissies toegelaten. Subcommissies dragen als vanouds een semi permanent karakter; werkgroepen krijgen gewoonlijk tijdelijke opdrachten, reden waarom ze tegenwoordig 'taakgroepen' worden genoemd. De subcommissies fungeren als overlegorgaan in zake deeltaken van de commissie, vroeger dus tussen bij uitstek deskundige of verantwoordelijke leden van de commissie, tegenwoordig tussen partijen die in Nederland terzake actief zijn of die over een specifieke expertise beschikken. Vanaf het begin was de commissie gelieerd aan het hoger - later universitair - onderwijs in Delft. Samen met het onderwijs in het land meten, waterpassen en geodesie betrok zij in 1895 het nieuwe gebouw aan de Kanaalweg 4 en verhuisde het bureau mee naar achtereen volgens de Thijsseweg 11 en de Kluyverweg 1 Zij zag de Polytechnische School in 1905 overgaan in Technische Hogeschool en deze in 1985 in Technische Universiteit Delft. Zij zag hoe de in 1935 uit Wageningen naar de Kanaalweg overgekomen opleiding tot land meter in 1948 werd opgewaardeerd tot die van geodetisch ingenieur om in 2003 aan de Thijsseweg ten onder te gaan. Het volgende is géén poging de geschiedenis van de geodesie beknopt op schrift te stellen, zelfs niet die betreffende Nederland. De bedoeling is om aan de hand van de belang rijkste bezigheden van de commissie in de loop der jaren, de rol van de commissie voor de geodesie in Nederland te beschrijven. Het is natuurlijk verleidelijk daarbij in te gaan op het vele werk waarover de in de commissie vertegenwoordigde diensten en instellingen aan Afb. 2. Krayenhoffs 'Observatoire 1811 'bij Apeldoorn markeert punt 'Vel uwe' in het primaire rijksdriehoeksnet. de commissie rapporteerden, maar, verwijzend naar zulke activiteiten, zal worden volstaan met wat de commissie zélf ondernam. Daarbij komt een omslag na 1929, als de in 1879 aan de commissie primair opgedragen uitvoerende taken zijn volbracht en zij in 1937 hoofd zakelijk een sturende en adviserende taak krijgt, waarbij meer de acties van de commissie als geheel dan die van haar individuele leden aan de dag treden. Vit nood geboren Met alle bescheidenheid, kan worden gesteld dat, evenals later de Zuiderzee- en de Delta werken, de oprichting op 20 februari 1879 van de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing voortkwam uit een noodsituatie. Na de Bataafse omwenteling van 1795 kwam de ontwikkeling van Nederland in een stroom versnelling. We kregen een landelijke water staat, een landelijke topografische kartering en een landelijk kadaster; zaken die zonder de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2004 | | pagina 8